Zijn we klaar voor verandering?

 

Iedereen wil verandering, maar niemand wil veranderen. Een bekende uitspraak. Die kritische bedenkingen oproept. Kunnen we werkelijk iets fundamenteels veranderen in ons leven en de wereld, als we ons in slachtofferschap blijven wentelen? Of vraagt verandering de moed om ons eigen aandeel onder ogen te zien? En hoe doen we dat dan op een humane manier?

Tekst Anne Wislez

 

Zoeken naar verantwoordelijkheid roept veel weerstand op. We gaan het slachtoffer toch niet ook nog eens culpabiliseren?

 

Karolijn heeft een moeilijke tienerdochter. Of liever: het botert niet zo tussen moeder en kind. De ruzies lopen soms dramatisch hoog op. De een probeert zich los te wrikken, de ander wil de controle behouden. De familie doet aan de wekelijkse koffietafel voorzichtige pogingen om te bemiddelen. De schoonzus oppert dat er een goed, verhelderend boek bestaat over de moeder-dochterband. ‘Ik geef het maar mee, misschien kan het helpen …?’ Maar het advies wordt onmiddellijk van tafel geveegd: ‘ik heb geen tijd om te lezen. En straks gaan ze me nog vertellen dat het allemaal mijn schuld is.’ De tafelgenoten wisselen een schichtige blik en duiken snel weer in de slagroom. Het is waar, Karolijn heeft het ontzettend druk als alleenstaande moeder. Ze neemt meer verantwoordelijkheden op haar schouders dan ze aankan. Ze probeert niet alleen financieel rond te komen en haar kinderen alles te geven wat ze nodig hebben, ze voelt zich ook pas nuttig als ze er ook nog eens de hele straat en haar hele afdeling op het werk bij neemt. Dat haar dochter graag de bloemetjes buiten zet en kiest voor de plezierige kant van het leven, is haar een doorn in het oog. Wellicht is het te pijnlijk om aan te zien hoe je eigen bloed bewijst dat het leven ook anders kan zijn.

Karolijn is niet de enige die moeite heeft met (zelf)kritiek. Omdat ze al zo ontzettend haar best doet om tien ballen tegelijk in de lucht te houden. Laat vooral niémand haar vertellen dat dat niet genoeg is. En al zeker niet dat die ene tegenslag haar eigen schuld zou zijn. Of dat ze er zelf aandeel in zou hebben. Dat kan er echt niet meer bij. Geen abnormale reactie; het leven vraagt al zoveel van ons. We zijn moe. Bovendien staat mislukken niet in het woordenboek van onze prestatiemaatschappij. En schuld is een te zware blaam om te dragen. Vandaar het bekende adagio, dat te pas en te onpas over en weer vliegt: ‘ik heb het niet gedaan, het ligt niet aan mij!’ Van het kleinste kind tot de grootste politicus wijzen we maar al te graag met de vinger naar een ander.