Als we nu eens wat vaker ‘fuck’ zouden zeggen?

Stress, vermoeidheid, burn-out, we laden de kar van ons dagelijks leven zo vol dat we hem amper nog voortgeduwd krijgen. Maar is dat wel nodig? Doen we veel dingen niet vooral omdat we denken dat het zo hoort of om de sympathie van anderen niet te verliezen? Schrijfster Sarah Knight is overtuigd: wie vaker ‘I dont’ give a fuck!’ zegt, ziet de zon weer schijnen en wordt vanzelf een verlichte geest.

 Tekst Nathalie Cardon – Foto Shutterstock

Van sociale media tot buurttombola’s tot de babyborrel van een vage kennis, overloop alles rustig en vraag je af: does it spark joy or does it annoy?

I was almost thirty years old when I began to realize it was possible to stop giving so many fucks, but I was nearly forty before I figured out how to make it happen on a grand scale.’ Die zin staat op de tweede bladzijde van het boek The Life-Changing Magic of Not Giving a F**k van Sarah Knight. Ik was meteen verkocht. Niet alleen omdat het zo grappig klonk, maar vooral omdat ik voel dat ik op mijn tweeënveertigste aan almaar meer dingen lak heb. Steevast opgemaakt de deur uit gaan? Veel te vermoeiend, de bakker verkoopt zijn lang grof even graag aan een vrouw met slaapkop. Op elke verjaardag tien man te eten vragen, terwijl ik een gruwhekel heb aan koken? Daar doe je niemand een plezier mee (ooit verbrandde ik mijn buik aan een ovenschaal en moesten de gasten om zalf rijden). Mijn vriend vergezellen naar een marathonvoorstelling van Jan Fabre, ‘waarbij we tussendoor gewoon in onze stoelen kunnen slapen’? Sorry, mijn slaap is me heilig, en ik begrijp sowieso al nooit wat al die blote mensen op zo’n podium proberen uit te beelden.

Het leven is te kort om het te vullen met dingen waar je niet blij van wordt, besef je als je bijna halverwege bent. Ik oefen me dus in het bannen van ballast en energievreters, maar bij het lezen van The Life-Changing Magic … moest ik in Sarah Knight al snel mijn meerdere erkennen: Knight is niet alleen een eersteklas fuck-zegger (letterlijk en figuurlijk), ze weet ook precies hoe je daarbij te werk moet gaan. Ze kwam naar eigen zeggen op het idee van haar ‘methode’ na het lezen van The Life-Changing Magic of Tidying Up, het boek waarmee de Japanse Marie Kondo de hele wereld aan het opruimen kreeg. Het basisprincipe van Kondo is even eenvoudig als geniaal: word je blij van een voorwerp of niet? Zo ja, bewaar het en verzin er een goed plekje voor, zo nee: weg ermee. Laten we dat procedé gewoon op het hele leven toepassen, stelt Knight voor. Van sociale media tot buurttombola’s tot de babyborrel van een vage kennis, overloop alles rustig en vraag je af: does it spark joy or does it annoy?