Als we nu eens wat vaker ‘fuck’ zouden zeggen?

Fuck familiefeesten

Weten wat vervelend is en waar je je tijd, energie en geld daarentegen wél aan wilt spenderen, is op zich niet zo moeilijk. Het is het handelen, of beter: niét handelen zonder je schuldig te voelen, wat niet vanzelfsprekend is. Het is bijvoorbeeld eenvoudig om te besluiten dat je niet langer elke dag de krant hoeft uit te lezen van jezelf, maar veel van je beslissingen belangen ook anderen aan, en uiteindelijk wil je geen onmens zijn dat koeltjes zinnen uitspreekt als: ‘Familiefeesten? Doe ik niet meer aan.’

Vaak is het behoedzaam balanceren geblazen tussen eerlijkheid en beleefdheid. Maar algemeen geldt: een mens komt met meer weg dan ie denkt. Zo doet Knight verzoekjes van vrienden om hun crowdfunding of Kickstarter-actie te steunen tegenwoordig af met een simpele formulering die vrij vertaald klinkt als: ‘Ik geef principieel niet aan dit soort dingen, want als ik één actie steun, moet ik ze allemaal steunen; ik zou niet willen dat iemand van jullie zich achtergesteld voelt.’ Te gewaagd? Een vriendin van me zei op de Boekenbeurs tegen een zoveelste kennis die net een boek had geschreven: ‘Sorry, ik ga het niet kopen, ik ben net mijn huis aan het verbouwen en heb er het geld niet voor.’ En geloof het of niet, de schrijfster in kwestie was níét boos (en ik kan het weten, want ook zij is een vriendin van mij).

(…)
Lees verder hoe een welgemeende ‘ fuck’ je leven kan bevrijden, in het maartnummer van Psychologies.