Ann Ceurvels: ‘En dan sta je te roepen op je kind, terwijl hij het echt niet kan. Dat doet pijn’

Als veelgevraagde Vlaamse actrice leek Ann haar droomjob gevonden te hebben. Maar de lokroep om een ander pad te bewandelen was groot. Geïnspireerd door de etiketjes van haar man en haar zoon Billy, die autisme heeft, coacht ze nu gezinnen en kinderen.

Tekst: Sigyn Elst– Foto’s: Marleen Daniëls

‘Ook al doe je als ouder je uiterste best, sta je soms toch te roepen dat je je kind “gewoon wat beter z’n best moet doen”. Daarna heb je zoveel hartzeer. Want een kind met ASS kan een aantal dingen écht niet’

Als je eenmaal met je gezicht op televisie bent geweest, blijven mensen je herkennen. Dat blijkt eens te meer als ik voor dit gesprek met Ann Ceurvels afspreek in een rustige taverne in het groen. Een jonge serveuse maakt duidelijk dat ze wat graag met haar idool op de foto wil. Ann poseert met présence, neemt met een professionele vlotheid het meisje vast bij de schouder en steekt een duimpje op. Na meer dan twintig jaar als televisie- en theateractrice is dit easy peasy voor haar, al is het nu vooral een overblijfsel van een leven waar ze afscheid van heeft genomen. Bewust.

Sinds enkele jaren heb je je werk als actrice afgebouwd en ben je je eigen praktijk opgestart als kinder- en gezinscoach. Heeft die carrièreswitch te maken met de diagnose van je zoon?

Ann Ceurvels: ‘Dat had er deels mee te maken, maar zeker niet alles. In mijn leven zijn een paar verhalen samengekomen die me deden aanvoelen dat dit meer mijn weg was.’

Was er iets dat je miste als actrice of maakte die job je niet gelukkig?

AC: ‘Acteren op zich deed ik graag. Maar in het hele wereldje rond het theater en het acteren heb ik me altijd een stukje toerist gevoeld. Ik vond het vaak erg raar hoe mensen zich er gedroegen, maar blijkbaar hoorde dat er wel bij. Ik voelde me bij momenten heel eenzaam. Daarom bleef ik altijd ook nog andere dingen doen. Ik was vaak aan het schrijven en zat de hele tijd vol plannen om iets nieuws op te starten. Er was dus veel onrust in mij. Ook dat is een verhaal dat ik 25 jaar met mij heb meegesleept. Op een zeker moment ben ik vastgelopen. Ik was met van alles bezig, maar vroeg me af waarin ik echt mijn eigen ziel legde. Die bal is aan het rollen gegaan en tegelijk kwam er ook op privévlak een en ander in beweging. En toen was het plots gedaan, het was op. Ik werd wakker, deed m’n ogen open en kon niet meer rechtstaan. Toen moest ik op zoek naar antwoorden.’

Waar begin je zo’n zoektocht?

AC: ‘Ik ben via mijn schoonzus bij iemand terechtgekomen die assessments doet in de medische sector. Ik had niet het geld om bij deze vrouw in begeleiding te gaan, maar toch heeft ze me met een paar kleine dingen geholpen. In eerste instantie gaf ze me huiswerk. Ze vroeg me om op drie vragen een antwoord neer te schrijven: “Waar krijg jij energie van, wat zuigt jouw energie weg, en waarom heb je mij aangesproken om dit te doen?”. Ik dacht oké, dit wordt gemakkelijk, een half avondje een en ander opschrijven en klaar. Uiteindelijk heb ik drie avonden aan mijn antwoorden gewerkt, ik bleef maar tikken. En toen voelde ik zelf al dat het bijzonder vreemd was dat ik niet tien jaar eerder een burn-out had gekregen. Ik besefte pas hoe diep ik zat toen ik die dingen neerschreef. Tegelijk wist ik ook dat de hendel van de rollercoaster nu echt was overgehaald. Het karretje was vertrokken en er was no way back.’

Je had meteen het gevoel dat je vertrokken was om je leven op een heel andere manier te bekijken en in te vullen? 

AC: ‘Daar is inderdaad heel veel uitgekomen. Ik ging weer nadenken over wat mijn normen en mijn waarden zijn, bijvoorbeeld. Dat zijn zaken waar niemand in de creatieve sector mee bezig is. Bij mij heeft het zoveel in gang gezet. In het begin was dat een hobbelige zoektocht, want eerst denk je dat je best alles weggooit wat er de eerste 25 jaar van je loopbaan is geweest. Gaandeweg besef je dat dat ook niet de juiste manier is. De vrouw die me de vragen liet beantwoorden gaf me het advies om uit die 25 jaar te distilleren wat wel voor mij een positief verhaal was geweest. Dat moest ik bijhouden en vervolgens kijken wat ik er nog mee kon doen. Daar is dan onder meer uit voortgekomen dat het intense contact dat ik met kinderen en jongeren had in het voorleestheater, iets was dat ik niet wilde missen. Daarop ben ik beginnen voortbouwen. Het was fantastisch om te ontdekken dat ik kon gaan studeren om kinderen en gezinnen te begeleiden en te ondersteunen.’

Ondertussen wisten jullie ook zelf al dat jullie zoon Billy autisme heeft.

AC: ‘Ja. Billy kreeg op zijn zesde de diagnose. Mijn man, die zich naar aanleiding daarvan ook heeft laten onderzoeken, werd later ook gediagnosticeerd. Hij heeft ADHD. De volle honderd procent. Ook dat heeft uiteraard een rol gespeeld, want op zo’n moment lijkt het wel of je hele gezin op instorten staat.’