Bezieling

Je bent jong en je wil wat. Als studente vertaler-tolk schreef ik eind jaren ’80 een thesis over de Europese televisie. Daar was in die tijd sprake van en de idee om een cultureel medium te hebben dat alle Europese jongeren, Italianen, Denen, Grieken … met elkaar zou verbinden en een gevoel van eenheid geven, sprak me enorm aan. Ook al is de idee inmiddels weer lang in de kast beland, het enthousiasme dat er ik destijds bij voelde, kan ik nog steeds voelen. Er zijn van die dingen die een vonk in het hart oproepen, zegt ook psycholoog Albert van Sonnevelt in ons dossier over geestdrift. Dingen die je uit bed doen springen omdat ze je echt de moeite waard lijken. Zo’n project leek me dat in elk geval.

De tijden zijn inmiddels veranderd, ik ben wat jaartjes ouder en Europa ook. Waar ik toen nog geloofde in een soort van Europese droom rond liberté, égalité, fraternité, zie ik hoe ons subcontinent verworden is tot een gespannen veld vol tegenstrijdigheden. En merk ik dat er naast een economisch en financieel project geen werk gemaakt is van een warmmenselijk verhaal dat die variëteit aan volkeren ook zou kunnen verbinden en bezielen.

Maar wat verenigt ons eigenlijk? Bestaat er wel zoiets als een Europese identiteit, vragen we ons af in dit nummer van Psychologies, op de vooravond van toch wel noemenswaardige verkiezingen. In mijn eigen zoektocht naar antwoorden betrap ik mezelf op een aantal platitudes die wellicht eigen zijn aan mijn generatie. Bijvoorbeeld dat we Europa onbewust te veel blijven zien als het project dat ooit twaalf landen verbond die, ondanks een wat verschillende volksaard, toch redelijk op elkaar leken: de blanke West-Europeaan. Terwijl er inmiddels heel wat andere landen en mensen van soms ver buiten de grenzen mee aan de Europese tafel geschoven zijn die het menu bijgekleurd hebben. Ook zij voelen zich Europeaan, en soms zelfs lichtelijk meer Europeaan dan Belg of Nederlander of Duitser, ook al wonen ze in dat land, zegt onderzoeker aan de KU Leuven Orhan Agirdag. En dat zet het oude verhaal in een nieuw daglicht. Hoe vind je identiteit in zoveel verscheidenheid?

Onlangs stond de trein waarop ik zat lang stil door een ongeluk en overviel mij de gedachte: wat als we met deze mensen in deze wagon moesten overleven? Zou dan die donkere vrouw aan het raam een zakenvrouw blijken te zijn die een paar rake ideeën uit haar hoofddoek kon toveren? De Franstalige man met het kind een grapjas die de sfeer erin kon houden? De vrouw met het Gentse accent de moeder kloek die voor iedereen koffie zou zoeken? De wagon was een staaltje Europa bij elkaar, tussen vier blikken muren gepropt. Huis clos, zeg maar, maar in mijn fantasie werd het aangedreven door een prettige filosofie. Eén die zegt dat juist diversiteit en een netelige situatie het beste in ons naar boven kunnen halen, zolang we de handen maar in elkaar slaan en niet gaan concurreren met de voor- of achterbank. En we niet zuinig ons thermosje thee voor ons houden of moedwillig over elkaars koffers struikelen in het gangpad.

Mijn Europese studentendroom mag anno 2019 dus fel bijgekleurd worden, maar de geestdrift die ik erbij voel wordt daarom niet minder. Maakt verschil niet dat we wel zullen moéten zoeken naar iets wat ons verbindt? En is dat niet gewoon dat we mens zijn tussen vier blikken muren in eenzelfde tja, uitdagende situatie? Kunnen we van daaruit geen nieuw verhaal vertellen dat niet alleen banken maar ook burgers verbindt? Iets in mij zegt volmondig ja. In zeer veel talen. Al hoeft enthousiasme geen ondertitels, de sprankel in de ogen zegt genoeg.

Anne Wislez is hoofdredactrice van Psychologies magazine

Foto: Carmen De Vos