Het basisinkomen, wat zou dat met ons doen?

Als er één wild idee over de tongen gaat tegenwoordig, dan is het wel het basisinkomen. Niet iedereen is even enthousiast, maar wie er wél warm voor loopt ziet het als een opportuniteit om ons samenleven te verbeteren. Psychologies buigt zich niet over de betaal- en haalbaarheid van het idee, maar wel over de vraag: een basisinkomen, wat doét dat met een mens?

Tekst Anne Wislez – Illustratie Eugenia Loli

‘If you keep on doing what you’ve always done, you will keep on getting what you’ve always got.’ Wie verandering wil zal ooit een wild idee moeten toelaten in zijn hoofd. Iets wat initieel misschien waanzinnig klinkt. Het idee van het onvoorwaardelijk basisinkomen, bijvoorbeeld. Wat als we op een dag allemaal zeg maar 1000 euro per maand op onze bankrekening gestort kregen, zonder voorwaarden, zonder controle, tot het einde van onze dagen? Voldoende om aan de elementaire levensbehoeftes te voldoen. Een bedrag dat je naar eigen goedkeuren kunt aanvullen met andere inkomens. Wat zou dat aan je leven veranderen?

We hoeven de vraag maar te stellen, de antwoorden stromen binnen. Nele en Svitlana zouden meer vrijwilligerswerk doen, zeggen ze meteen. Nele zou ook een eigen winkeltje openen met kinderkleren die ze nu al in haar vrije tijd ontwerpt. Kristel zou minder maar zeker nog werken, en de tijd die vrijkomt besteden aan nieuwe projecten bedenken, creatief zijn, bijleren. Maarten zou meer tijd aan zijn zoon willen besteden, nu hij gescheiden en co-ouder is, en hij zou als zelfstandige alleen die opdrachten kiezen die hij ook echt graag wil doen. En Tim zou niks aan zijn leven veranderen, maar wel rustiger slapen in de weet dat hij back-up zou hebben ‘in geval van’.

Gratis geld voor iedereen

Het idee van een universeel en onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen is niet nieuw. Zo’n 200 jaar geleden draaide het idee al rondjes in het brein van filosoof Thomas Paine en in ons land was het 20 jaar geleden een van de belangrijkste ideeën in het programma van de opkomende politieke partij Vivant. Maar sinds enkele jaren lijkt het idee echt momentum te krijgen en de laatste tijd vliegen de voor- en nadelen van het basisinkomen massaal door de ether. Het thema beroert de gemoederen. Het maakt ons argwanend of op z’n minst kritisch, maar ergens ook enthousiast en hoopvol. In deze soms niet zo blije tijden van crisis, stress, burn-outs en werkloosheid lijkt het voor sommigen een poort te openen naar vernieuwing.

‘Mensen die toekomst zien in het idee van het basisinkomen hebben doorgaans een positief mensbeeld en zijn er ook van doordrongen dat de wereld toe is aan radicale verandering’, zegt historicus Rutger Bregman, auteur van Gratis geld voor iedereen, het boek dat het debat rond het basisinkomen aangezwengeld heeft. ‘Een van de belangrijkste redenen waarom het idee plots zo populair is lijkt me dat veel mensen vastzitten in banen waar ze zelf de zin niet zo van inzien. De Amerikaanse antropoloog David Graeber noemt het bullshit-jobs, jobs die mensen eigenlijk overbodig en nutteloos vinden. Ze steken er hun dagen in terwijl ze eigenlijk liever meer tijd zouden willen besteden aan andere zaken, zoals zorg, vrijwilligerswerk, familie, kinderen, zelfontplooiing, ondernemerschap… Uit recent onlineonderzoek blijkt dat maar liefst 37 % van de Engelsen inderdaad vindt dat hij zélf een bullshitjob heeft. Meer dan een op de drie ziet het nut niet echt in van zijn werk. Zo bekeken zouden we dus een derde minder kunnen gaan werken zonder dat we er maatschappelijk aan zouden verliezen.’