veilig op vakantie?

Durven we nog op vakantie?

We hadden Tunesië, Egypte, Istanboel, Parijs, Brussel, Nice … Een mens zou voor minder twijfelen om op reis te gaan. Durf ik nog wel vertrekken? Je was misschien al niet zo graag meer op vlieghavens en op drukke marktjes in het buitenland. Maar na de recente aanslagen lijkt terreur wel een optie anywhere anytime. Hoe kunnen we toch nog met een gerust gevoel op reis vertrekken?

Tekst Katrien Elen – Foto Shutterstock

Met Pinksteren was ik vier dagen in Parijs. In plaats van ‘goede reis’, kreeg ik een ‘wees voorzichtig’ mee van het thuisfront. In elke winkel op de Champs-Elysées moest ik mijn rugzak openen, hordes militairen patrouilleerden op de Place des Vosges en de anders zo lange wachtrijen aan de Eiffeltoren leken verdwenen. Niet bevorderlijk voor het vakantiegevoel. Maar waar de toeristen ontbraken, zaten de Parijzenaars wel massaal terrasjes te doen. Onmiddellijk na de aanslagen trokken ze naar buiten. Terwijl Brussel in #lockdown ging, werd Twitter overspoeld met #Jesuisenterrasse. Een sterke reactie, maar niet iedereen is zo moedig. Vrienden uit Brussel die bekend staan om hun tolerante houding en leven in een multiculturele omgeving vertrouwen me toe dat ze zich schamen. Ze schamen zich over hun hartslag die de hoogte inschiet als ze naast een allochtoon met rugzak belanden in de metro, als er een onverwacht geluid klinkt uit de hoek waar die donkere man net stond of als ze aan de check-in oordelen wie er al dan niet verdacht uitziet. De angst zit in ons allemaal, maar hoe vermijden we dat het escaleert? Dat je niet meer durft vliegen of je kinderen hun zomervakantie zou ontzeggen?

Waarom zijn we bang?

Een enquête van iVox in opdracht van Het Nieuwsblad gaf vorig jaar aan dat 26,8 % van de mannen en 39,3 % van de vrouwen toegaf ‘bepaalde plaatsen en activiteiten te vermijden als gevolg van de recente gebeurtenissen in Parijs en Verviers’. Ook al blijven peilingen relatief en afhankelijk van het moment, we mogen veronderstellen dat dat percentage na de aanslagen in Brussel en Zaventem niet lager lag. En toch, de kans dat je aan een auto-ongeval sterft blijkt, volgens dezelfde krant, 1 048 keer groter dan dat je sterft door een terroristische daad, van welke aard ook. Gek genoeg hoor je na een kettingbotsing op de E40 niet dat mensen de wagen niet meer nemen, terwijl na de aanslagen velen niet meer naar Brussel durfden. Crisispsycholoog Erik de Soir legt het fenomeen uit: ‘Wanneer we achter het stuur zitten, hebben we vaak een vals gevoel van veiligheid, alsof we alles onder controle hebben. Dat is natuurlijk niet zo, want elk moment kan dodelijk zijn. We kunnen een klapband hebben of betrokken raken bij een aanrijding. Daar maken we echter abstractie van, we geloven dat het ons niet zal overkomen. Als het over terreur gaat, hebben we veel minder dat gevoel van controle. De dreiging is onzichtbaar. We zien terroristen als duistere figuren die snode plannen smeden en op een onverwacht moment kunnen toeslaan.’

Anouk Vanden Bogaerde, psychologe en docente aan de UGent, verdiepte zich in vliegangst en legt eveneens de link met controle: ‘In een vliegtuig leg je je lot in de handen van iemand anders. Als er iets gebeurt, kan je zelf heel weinig doen. Daarom zijn het vaak ook heel succesvolle mensen die in het dagelijks leven de touwtjes in handen hebben, die kampen met vliegangst. Zij hebben het moeilijk om de controle op te geven.’ De terreurdreiging van de afgelopen maanden, de vliegtuigcrash van Germanwings en Egyptair en enkele verdwenen vliegtuigen hebben daar ongetwijfeld geen goed aan gedaan. ‘Uit onderzoek na 9/11 bleek eigenlijk niet dat er plots minder mensen gingen vliegen’, zegt Vanden Bogaerde. ‘Maar mensen die voordien al met vliegangst kampten, zetten na zulke aanslagen dikwijls wel een stap achteruit. Hun schrik wordt groter.’

Elke dag zien we oorlogsbeelden uit het Midden-Oosten, honger in Afrika en armoede in Latijns-Amerika. De gewenning en de afstand maken ons er onverschillig voor. Nu terreur de afgelopen jaren dichterbij is gekomen, kunnen we niet meer emotieloos reageren. Erik de Soir: ‘We hebben niet meteen angst voor kerncentrales die door een tsunami beschadigd zouden kunnen worden, zoals in Japan. Of dat onze meisjes ontvoerd zouden worden uit een dorpsschool zoals de milities van Boko Haram in Nigeria deden. Gewoon omdat we ons met dat soort gebeurtenissen niet kunnen identificeren. Maar het vliegtuig nemen in Zaventem of de metro in Brussel, dat kunnen we ons inbeelden. Iedereen kent bovendien via via wel iemand die bij de aanslagen betrokken was.’