Ish Ait Hamou: ‘Ik heb de ander nodig om mezelf te kennen’

We kennen hem als het goedlachse, sympathieke jurylid van So You Think You Can Dance: de choreograaf Ish Ait Hamou (28). We herontdekken hem als een geëngageerd schrijver en gepassioneerd zoeker. ‘Ik weet wat ik graag doe, maar ik heb nog niet gevonden wat ik hier echt kom doen.’

Tekst Anne Wislez- Foto’s Emmanuel Laurent

Hij kijkt serieus, een denk­rimpel tussen zijn ogen. Omdat het leven op dit moment veel stof tot nadenken geeft. Af en toe lacht hij door zijn bedenkingen heen en dan zie je de zachtheid in zijn ogen, het warme enthousiasme van de man die we kennen van tv. Maar dan verzinkt hij weer in de bedachtzame filosoof, de denker van Rodin. En wat een gedachten gaan er door dat hoofd. Gedachten die raken, die steken, die roeren en ontroeren. Confronterend en hartverwarmend tegelijk. Zoals ook zijn intrigerende personages in zijn laatste boek, Cécile. Een boek over een bijzondere jongen Djibril, die door ongelukkige toevalligheden op een migratieboot wordt gezet en zo een heel nieuw leven tegemoet gaat.

Je personages zijn stuk voor stuk bijzonder opmerkzaam en fijngevoelig, en tegelijk hebben ze eelt op hun ziel. Is dat een weerspiegeling van jezelf?
Ish Ait Hamou: ‘Ja, zoals mijn hoofdpersonage naar het leven en naar mensen kijkt, zo kijk ik zelf ook. Ik ben een waarnemer, ik ontleed graag dingen. Ik heb details altijd belangrijk gevonden. Details bepalen ook of ik iets doe of niet. Als de details niet uitkomen zoals ik wil dat ze uitkomen dan doe ik het niet. Alles moet kloppen. Want hoe klein de dingen ook zijn, ze hebben invloed op je. Tegelijkertijd vertegenwoordigen de personages die ik heb uitgewerkt – zeker het hoofdpersonage Djibril – niet iets wat ik ben maar eerder iets waar ik naar streef. Of iemand die ik zou kunnen zijn, in het diepst van mezelf. Als ik alle lagen van de maatschappij, de invloed van school, al mijn littekens … zou weghalen en de essentie zou overhouden dan zou hij die essentie zijn.’

Wat houdt die essentie in?
Ish: ‘Djibril blijft het goede zien in mensen en in het leven. Wie of wat hij ook ontmoet, hij haalt er op de een of andere manier iets uit. Alle personages hebben iets waardevols in zich, maar dat komt omdat ze eigenlijk een weerspiegeling zijn van hoe hij naar hen kijkt. Hij ziet die kwaliteiten in hen. Als je in een nors persoon het mooie ziet en dus positief reageert op hem dan bepaalt de ander niet hoe jij reageert maar bepaal je dat zelf. Dat probeer ik ook te doen, maar net zo goed faal ik erin. De essentie van mens zijn is telkens weer een bepaalde samenhorigheid zoeken tussen jezelf en de ander. Djibril is die essentie niet vergeten. Hij doet het niet bewust, voor hem is dat iets natuurlijks. Hij zal ook altijd eerder zien wat hij niét heeft kunnen doen voor iemand dan wat hij wél gedaan heeft. Terwijl wij juist vaak het omgekeerde doen: we troosten onszelf dikwijls met dat beetje dat we wél hebben gedaan. Neem nu de situatie met de vluchtelingen. Je zet iets op Facebook en dat is dan je bijdrage. Of je geeft een paar spullen weg. Dat troost je, dat neemt een stuk van je schuldgevoel weg. Maar wat zou een persoon als Djibril doen? Wat zou hij zeggen? Dat probeer ik te achterhalen door op zoek te gaan naar hem. En ik zie dan dat hij dingen doet en zegt waar ik dikwijls de kracht niet voor zou hebben.’

‘Met schrijven heb ik nog niet gevonden wat ik echt in dit leven te doen heb. Daar ben ik naar op zoek’

Cécile in je boek is iemand die zoekt naar authenticiteit, schrijf je. Jij ook?
Ish: ‘Ja, dat is mijn queeste, mijn zoektocht. Niet zozeer in termen van een product, een authentiek boek bijvoorbeeld. Het gaat me meer om het zoeken naar een authentieke levenswijze. Ik voel vaak hoe ik meegesleurd word door de stroom van onze huidige maatschappij. Die dicteert op een of andere manier wat ik moet doen, wat ik moet denken. Daar zit ik mee. Als ik ’s avonds in bed lig zijn dat de vragen die me bezighouden: waar ben ik eigenlijk mee bezig? Waar wijk ik af van een essentie? Wat heb ik gedaan vandaag? Echt gedaan, voor een ander? Ik heb zo lang alles goedgepraat in mezelf. Dat wil ik niet meer. Ik wil heel eerlijk zijn naar mezelf toe. Wat is mijn bijdrage geweest vandaag? Wat is onze bijdrage, van ons allemaal? Niemand is echt gelukkig en iedereen wil het anders. Maar wat doén we ervoor?’

Worden we te sterk bepaald door onze omgeving?
Ish: ‘Ja, enorm. Ik heb het gevoel dat we verdoofd worden, door de schermen, de computers, tv … Je wilt zoveel doen maar alles wat je zou kunnen doen, alle energie die je hebt om werkelijk iets te veranderen, verliest zich in een scherm. Je geeft je mening, je post iets, zodat het lijkt alsof je je steentje hebt bijgedragen. En wat verandert het écht? Niks. Ik spreek nu puur voor mezelf maar ik denk dat veel mensen zich erin zullen herkennen. Weet je, gisterenavond kon ik niet slapen en ben ik gaan schrijven. Over wat ik werkelijk diep vanbinnen voel. Als je baby bent is je ontevredenheid zo expressief. Je huilt en maakt lawaai tot je krijgt wat je nodig hebt. Hoe ouder je wordt, hoe meer die ontevredenheid gedoofd wordt. Alles wat ik op de social media zie en lees vertaalt zich niet in de wereld rond mij. Wat betekent dat, denk ik dan? Achter ons scherm, thuis, afgeschermd van de samenleving, laten we horen wat we denken. Maar het moment dat we de deur opentrekken en naar buiten stappen gebeurt er iets met ons: we komen weer in die stroom terecht en zwijgen. Dat zijn dingen die me momenteel bezighouden. Zoeken naar authenticiteit is zoeken naar je eigen mening, los van alles wat je ooit geleerd is. Wat voel jij? Wat denk jij? Ook al sta je helemaal alleen met je mening. En dan de vraag: wat ga je daar nu mee doen?’

Ishfotot2

Een boek schrijven, bijvoorbeeld. Schrijf je vooral voor jezelf?
Ish: ‘Ja, maar ook voor anderen. Omdat ik iets wil vertellen. Het is een beetje zoals je na het zien van een goede film aan je vrienden zegt dat ze die absoluut moeten gaan bekijken. Met Djibril denk ik: ik heb een prachtige persoon leren kennen en zou willen dat je hem ontmoet. Omdat ik denk dat je ook iets aan hem zou kunnen hebben. Ik heb met boeken schrijven wel gevonden wat ik graag doe, maar daarmee heb ik nog niet gevonden wat ik echt in dit leven te doen heb. Daar ben ik naar op zoek. Er ontbreekt iets. Schrijven helpt me wel in mijn zoektocht, omdat het een deel van mijn onbewuste denken op papier zet, zodat ik het kan lezen. Maar ik heb niet het gevoel dat ik met een boek iets essentieels kan veranderen.’