Sofies mama koos voor euthanasie

Tot op het laatste moment zal ik blijven hopen dat het niet doorgaat. Tot op het laatste moment zal ik mezelf corrigeren en denken: en wat dan? Er is geen alternatief

18 juni

Ik probeer zo veel mogelijk tijd met mama door te brengen, zodat ik nog alles kan vertellen en vragen wat ik wil. Ik vraag haar of ze het echt heel zeker weet. (Ja!) Of ze nog eens naar de zee wil. (Nee.) Of ze nog iets wil regelen voor haar eigen begrafenis. (Nee.) Of ze een overwegend goed of een overwegend slecht leven heeft gehad. (Goed!) Vaak haalt ze haar schouders op, soms huilt ze, nu en dan lacht ze. Ze knuffelt me en streelt me met haar linkerhand. Die geborgenheid zal ik straks voor eeuwig en altijd moeten missen.

1 juli
Nog een keer de zee zien. Nog een keer chocomousse eten. Nog een keer samenzijn met de hele familie. We gaan op zoek naar kleine pleziertjes die mama’s laatste maanden nog bijzonder kunnen maken. Maar ze wil het niet. Ze haalt haar schouders op bij elk voorstel. Mama is klaar met leven. ‘Op sterven na dood’, ik begrijp nu pas hoe letterlijk dat kan zijn.

5 juli
Ik lees in mama’s ogen de frustratie om alle duizenden dingen die ze nog wil zeggen tegen ons, maar niet kan. Ze moet erin berusten dat ze het leven nooit heeft kunnen afronden. Dat het op slag gedaan was en toch ook niet.
Er zijn weinig dingen bevreemdender dan je agenda nemen om je moeder haar sterfdag in te plannen. De datum staat vast en komt razendsnel dichterbij. Veel mensen willen nog afscheid nemen, maar het doet haar zoveel pijn. Mensen vertellen haar met tranen in de ogen dat ze begrip en respect hebben voor haar beslissing, maar voor haar blijft het ongelooflijk frustrerend dat die keuze de enige is die ze nog heeft. Ze heeft zoveel verdriet om haar beperkingen, omdat ze niet langer kan leven, omdat ze veel te vroeg afscheid van ons moet nemen.