Bij de therapeut: ‘Ik kan geen keuze maken op professioneel vlak’

Is therapie nodig of niet? Elke maand probeert een van onze lezers een antwoord te vinden op die vraag via een gesprek met psychiater en psychoanalyticus Robert Neuburger.

Deze maand: Leah (24).

Tekst Aude Mérieux – Foto’s Bruno Levy

 

‘Toen mijn vader gestorven is heb ik voor mezelf een tweede wereld gecreëerd om te overleven, en ik heb er met niemand over gepraat’ Leah

 

Leah: Ik ben onlangs afgestudeerd en nu wil ik werk beginnen zoeken. Alleen, ik kan maar niet kiezen.

Robert Neuburger: Tussen wat?

L: Ik twijfel tussen promoveren, meteen beginnen werken, naar het buitenland gaan, een start-up beginnen … Ik kan veel kanten uit. Maar geen enkele optie bevalt me helemaal.

RN: Heb je al wat werkervaring?

L: Ik heb al een paar stages gedaan, maar ik was telkens blij dat die afgelopen waren. Ik zag er geen toekomst in op langere termijn.

RN: Heb je familie?

L: Ja, mijn moeder leeft nog en ik heb een oudere broer en een jongere zus.

RN: En je vader?

L: (begint te huilen) Die heeft vijf jaar geleden zelfmoord gepleegd.

RN: Hadden jullie dat zien aankomen? Waren jullie bang dat dat zou gebeuren?

L: Op dat moment niet. Maar toen ik klein was, was hij al door zwarte periodes gegaan.

RN: Hoe oud zijn je broer en zus?

L: Mijn zusje is twaalf. Ze was er zeven toen mijn vader stierf. In die periode ben ik op kot gegaan. Mijn broer, die twee jaar ouder is dan ik, is bij mijn moeder en mijn zusje in de buurt gebleven. Hij is getrouwd en heeft een kind.

RN: Met wie van je familie heb je de sterkste band?

L: Met mijn zusje. Ik voel me schuldig dat ik er niet zo dikwijls was voor haar na de dood van mijn vader. Vandaag doe ik al het mogelijke om haar gelukkig te maken. Zodra ik kan, ga ik terug naar huis. In het begin had ik dat niet zo. Ik had toen vooral zin om mijn eigen leven te leiden, om te gaan studeren.

RN: Weet je wat precies het probleem van je vader was?

L: Hij voelde zich het zwarte schaap van zijn familie. Als kind werd hij niet zo graag gezien, hij kreeg weinig steun. Ik denk dat dat altijd aan hem geknaagd heeft.

RN: Maar hij heeft toch een gezin gesticht, hij had kinderen, en jullie zagen hem graag.

L: Ja, maar toch was hij depressief. Voor zover ik me kan herinneren nam hij altijd al antidepressiva. Misschien heeft hij zelfmoord gepleegd omdat ons niet tot last wou zijn door een eventuele hospitalisatie of zo. We hebben het nooit echt goed begrepen.

RN: Heeft zijn dood jullie dichter bij elkaar gebracht? Had je het gevoel dat je gesteund werd?

L: Ja, al was mijn reactie misschien wat raar. Ik had het gevoel dat hij uit het leven was gestapt omdat hij te veel pijn had en geen andere oplossing zag. In plaats van hem te veroordelen of kwaad te zijn op hem, heb ik vrij snel zijn keuze aanvaard.

RN: Heb je zijn dood kunnen verwerken, of ben je er nog regelmatig mee bezig?

L: (huilt) Als ik een vader met zijn dochter zie, dan raakt me dat wel natuurlijk … Maar na de dood van papa heb ik een soort tweede wereld gecreëerd, gewoon om te overleven. Ik ben meteen vertrokken om te gaan studeren. Ik bracht veel tijd door met vrienden, en ik praatte met niemand over wat er gebeurd was. Het leek wel alsof ik iemand anders was. Wanneer ik naar huis ging tijdens het weekend, werd ik weer de Leah van vroeger. Die twee werelden hadden niks met elkaar te maken. Dat was mijn manier om te overleven.

RN: Had je geen enkele vriend of vriendin die je in vertrouwen kon nemen?

L: Jawel, al van in het eerste jaar heb ik een vriend met wie ik goed kan praten. We wonen ondertussen samen.

RN: Dat maakt toch een groot verschil, nee?

L: Om heel eerlijk te zijn, ook op dat vlak weet ik niet of ik wel de juiste keuze heb gemaakt. Ik ben veel veranderd de laatste jaren, veel meer dan hij. In het begin hadden we allebei hetzelfde karakter. We waren gereserveerd, werkten hard. Hij is heel lief, maar misschien ook wat stil. Ik waarschijnlijk ook toen we elkaar leerden kennen, maar ik ben veranderd sindsdien, en ik heb het gevoel dat ik nu andere dingen belangrijk vind. Hij praat weinig, en dat weegt soms op mij. Af en toe heb ik de indruk dat hij op mijn vader lijkt.

RN: Een relatie is een moeilijke evenwichtsoefening. Het klopt dat iemand die te veel op jezelf lijkt op een bepaald moment té vertrouwd kan aanvoelen. Aan de andere kant, een relatie met iemand die te ver van je af staat, is ook niet evident. Het houdt allebei een risico in.

L: Wat het allemaal nog moeilijker maakt, is dat ik de enige ben die problemen zie. We hebben er al over gepraat, en wat hem betreft gaat alles goed.

RN: Hoe komt het dat hij zo gesloten is?

L: Hij komt uit een vrij traditionele familie. Hij heeft nooit echt de kans gekregen om te rebelleren. Hij zit volledig onder de knoet van zijn vader.

RN: Dus eigenlijk zou hij in therapie moeten gaan?

L: (lacht) Nee, maar eigenlijk wil ik graag dat hij verandert, al durf ik hem dat niet te zeggen.

RN: Dat is ook niet jouw taak. Het is trouwens onbegonnen werk om je partner te veranderen. Mensen veranderen als ze dat zelf willen, niet omdat de ander dat wil.

L: Precies, dat heb ik hem ook gezegd.

RN: Hoe is je moeder omgegaan met de dood van je vader?

L: Ze heeft het heel moeilijk gehad. (huilt) Zelf wou ik vrij snel de pagina omslaan. Ik wou vooruit, en daarom heb ik die andere wereld gecreëerd. Ik ben soms kwaad op mezelf dat ik haar verdriet niet beter begrepen heb op dat moment.

RN: Maar je broer was er voor haar.

L: Ja, ik denk wel dat hij een grote steun was. Zelf kom ik goed overeen met hem, maar we zijn niet close.

RN: Denk je dat je moeder zich schuldig voelt tegenover je vader?

L: Ze verwijt zichzelf dat ze soms hard was tegen hem als het over zijn depressie ging. Ze wou hem wakker schudden.

RN: Is ze nooit op zoek gegaan naar een nieuwe partner?

L: Nee, helemaal niet. Ik heb haar gezegd dat ik heel blij zou zijn voor haar, maar ze vindt dat ze er volledig moet zijn voor mijn zusje.

RN: Het gevaar in dit soort situaties is dat iedereen zich schuldig voelt, ook al is daar helemaal geen reden toe. Niet alleen over de omstandigheden die geleid hebben tot de dood van je vader, maar ook ten opzichte van de andere familieleden. Je hebt het recht om te rouwen, natuurlijk, maar na vijf jaar mag je er ook aan beginnen denken om de hele toestand achter je te laten. Ik vrees dat je moeder een beetje op je schuldgevoel inspeelt om je tegen te houden. En op een bepaald moment zal je haar dat verwijten. Ik voel dat je klaar bent om je vleugels uit te slaan, de wereld ligt aan je voeten. Je zou moeten kunnen genieten van je leven.

L: Ik heb wel de indruk dat ze, sinds ik haar verdriet beter begrijp, me minder nodig heeft.

RN: In therapie gaan zal niet gemakkelijk zijn, denk ik. Noch voor jou noch voor je partner. Je drang naar onafhankelijkheid zal nog groeien. Aan de andere kant, misschien zal dat je partner wakker schudden. Misschien leunt hij wel te veel op jou. Wat ook kan, is een gezinstherapie beginnen samen met je moeder, je broer en je zus. Dat zou een paar dingen kunnen ophelderen en de zwaarte die op jullie relaties weegt wat verlichten. Je kan natuurlijk ook gewoon niets doen. Maar het zou wel mooi zijn mocht de situatie gedeblokkeerd geraken, zowel thuis als met je vriend. Je moet een manier van omgaan met elkaar vinden waar jullie je allemaal goed bij voelen.

 

Een maand later

Leah: ‘In het begin vond ik het jammer dat we het probleem waarvoor ik eigenlijk gekomen was – mijn moeite om een keuze te maken op professioneel vlak – niet besproken hadden, ook al was het gesprek over mijn familie en mijn vriend wel leerzaam. Na de sessie was ik dus een beetje in de war. Vandaag besef ik dat de sessie misschien toch een invloed gehad heeft op mij. Het is in elk geval zo dat ik sindsdien wat anders kijk naar bepaalde dingen. Wordt vervolgd dus.’

Robert Neuburger: ‘Leah worstelt met hetzelfde probleem als de rest van haar familie: het leven, dat even stilstond na de dood van haar vader, begint bij iedereen weer op gang te komen. Daardoor is een soort familiecrisis ontstaan, in die zin dat de hechte band die hen samenhield tijdens de rouwperiode nu minder “nut” heeft. Dat gevoel van vernieuwde vrijheid kan zwaar zijn om te dragen, want ze zullen een andere manier moeten vinden om met elkaar om te gaan. Leah heeft dus niet zozeer moeite om een professionele richting te kiezen, maar veeleer een drang om zich op een of andere manier te manifesteren, om haar eigen leven te gaan leiden met andere woorden. Want de laatste jaren had ze zich vooral toegespitst op anderen – ook op haar partner.’