Thrillerauteur Karin Slaughter: ‘Mocht ik in deze tijd kind geweest zijn, zat ik waarschijnlijk aan de medicatie’

Als kind schreef ze al verhalen waarin haar zussen meer dan eens het slachtoffer werden van een psychopathische gek. Vandaag is ze een van de best verkochte misdaadauteurs ter wereld. Psychologies sprak met queen of crime Karin Slaughter (47), naar aanleiding van haar nieuwe boek, Gespleten. ‘Mocht ik in deze tijd kind geweest zijn, zat ik waarschijnlijk aan de medicatie.’

Tekst Sigyn Elst 

‘Mijn vader gaf me voor elk verhaal een dollar. Hij vond ze ál-tijd grappig, ondanks het feit dat mijn zussen in het verhaal niet zelden zwaar verminkt werden’

Wie deze zomer rondkijkt op het strand of aan het zwembad ziet ze zeker: lezers die verdwijnen in een van de boeken van Karin Slaughter, de Amerikaanse queen of crime die bloedstollende pageturners schrijft die die naam ook echt waard zijn. Met haar unieke gave voor details beschrijft ze misdaad – de ene keer al bloediger dan de andere – en de onmiddellijke impact daarvan op het leven van de betrokkenen. Minstens zo belangrijk is de wending die het leven neemt van zij die achterblijven nadien. Hier toont Slaughter zich een rasechte verteller met een bijzonder psychologisch doorzicht in mensen, hun interacties en hun gedragingen.

Slaughter werkt gemiddeld een boek per jaar af, maar minstens evenveel tijd als het schrijven besteedt ze aan research en het contact met haar fans en de pers. Toen ze onlangs een conferentie over misdaad bijwoonde in Lyon, maakte ze daags erna graag een ommetje langs Parijs om er enkele Europese journalisten te ontmoeten. ‘Ik vind dat ik dat verplicht ben’, zegt ze in haar onvervalste, zuiderse accent terwijl ze me binnenlaat in haar hotelkamer in de Rue Saint-Honoré. Ze wandelt me voor op gestreepte kousenvoeten en in een loszittende broek. Als ze zich comfortabel in de zetel nestelt, maakt ze met een kordate knik duidelijk dat ze klaar is voor het gesprek.

In je verhalen leg je vaak de link tussen gebeurtenissen in het verleden en de latere daden van je personages. Is er bij jou een link tussen je kindertijd en het feit dat je koos voor het schrijverschap?

Karin Slaughter: ‘Mijn eerste verhalen schreef ik toen ik nog een kind was. Mijn vader is altijd een heel goeie verteller geweest. Dat kreeg hij zelf mee in zijn jeugd, het was deel van de manier waarop hij opgroeide: in een arm gezin dat het zonder elektriciteit in huis moest stellen. Als entertainment vertelden ze elkaar ‘s avonds verhalen. Dat bleef hij later doen voor zijn eigen kinderen. Toen ik begon te schrijven was dat meestal over mijn twee zusters. Ik vertelde dat ze in de problemen geraakten, een ongeluk kregen of stierven. Ikzelf was altijd de held in het verhaal (lacht). Mijn vader gaf me voor elk verhaal een dollar. Hij vond ze ál-tijd grappig, ondanks het feit dat mijn zussen niet zelden zwaar verminkt werden.’

Kwam hij nooit tussenbeide om dat een andere richting uit te sturen?

KS: ‘Nee, dat deed hij nooit. Hij liet me gewoon doen.’