Hilde Van Gool: ‘Het is tijd om anders met elkaar te gaan communiceren’

 

Leren verbindend communiceren brengt een bewustzijnsshift met zich mee. We leren hierbij in verbinding te blijven met onze gesprekspartner, ongeacht hoe die ons benadert. We blijven luisteren naar de signalen die onderzijn reactie liggen: wat voelt hij en wat heeft hij nodig? ‘Dat is een bocht van 360° in vergelijking met hoe we dat gewoonlijk doen’, zegt communicatietrainer Hilde Van Gool.  

‘In Verbindende Communicatie denk je niet in termen van juist of fout. Ik kan niet zeggen wat goed of fout is, maar wel wat belangrijk is voor mij’

We communiceren bikkelhard met elkaar tegenwoordig. Wat gaat er mis?

Hilde Van Gool: ‘Als we emotioneel getriggerd worden in conversaties, belanden we makkelijk in een fight-flight-freeze-modus. Je ervaart wat er gezegd wordt of wat er gebeurt niet als de feiten op zich, maar je zet onbewust en bliksemsnel een bril op die gekleurd is met onverwerkte resten van vroegere ervaringen of projecties gebaseerd op pijnlijke gebeurtenissen uit het verleden. Je bent als het ware in “bevroren toestand”, totaal afwezig, en kan van daaruit alleen maar reactief reageren. Jammer genoeg bevinden we ons bij misverstanden of conflicten heel vaak in die modus en zien of horen we vaak niet wat er echt gezegd wordt of gebeurt.’

In primitieve stammen zorgden vrouwen, wanneer ze werden aangevallen en de mannen afwezig waren, voor de bescherming van hun dorp door in een kring rond kinderen en goederen te gaan staan. Er blijkt dus bij stress een vierde reactiemodus te bestaan: niet fight, flightof freeze, maar befriend: je verbinden met anderen.

HVG: ‘Inderdaad. Dat is een prachtig symbool van hoe het ook kan. De intentie tot verbinden staat centraal in Verbindende Communicatie, een model dat uitgewerkt werd door Marshall Rosenberg. Het is een universele methode om een dialoog aan te gaan waarbij je de intentie hebt om ongeacht de omstandigheden in verbinding te zijn en te blijven met jezelf én met je gesprekspartner. Je luistert empathisch naar de ander en naar zijn behoeftes, en tegelijkertijd ook naar die van jezelf. Van daaruit stem je met elkaar af en kan je uitkomen bij wat beiden als een win-winsituatie beleven.’

Kan ook taal ons vervreemden van onze menselijkheid?

HVG: ‘Zeker. Wij zijn met onze taal collectief geconditioneerd. Daarmee bedoel ik dat we nu, anno 2018, de taal spreken die wij geleerd hebben van onze ouders en generaties voorouders. Dat is een taal gebaseerd op hun realiteit: autoriteit, hiërarchie, macht, gelijk hebben, winnen of verliezen. We zijn via onze opvoeding geprogrammeerd om thuis en op school te denken in termen van labels, hokjes, etiketten, goed of slecht. Dat noemen we binair denken: iets is of is niet.

Bij Verbindende Communicatie bestaat die opdeling niet. Zo’n opdeling zou immers betekenen dat je alleen jezelf als norm neemt. In dit model krijgt het standpunt van de ander evenveel gewicht. Ik kan niet zeggen wat goed of fout is, maar wel wat belangrijk is voor mij, vanuit mijn referentiekader. Als we zo leren praten en dus denken, kan dat serieuze maatschappelijke implicaties hebben: door zo in gesprek te gaan met elkaar, gaan we onze verhoudingen herdefiniëren.’

In bureaucratische situaties vervallen we soms bijna in robottaal: ik kan A en B voor u doen, maar niet C.

HVG: ‘Marshall Rosenberg noemt dat Amtssprache of diensttaal. Dat is de taal waarmee we onze verantwoordelijkheid buiten onszelf leggen. “Zo is de wet.” “Dat moet hier zo.” Met zulke uitspraken ontken je je eigen verantwoordelijkheid. En je keuzemogelijkheden. Je ontmenselijkt de ander én jezelf ook, want je maakt van jezelf een robotje dat binair denkt.

Verbindend communiceren betekent dat je je bewust wordt van de keuze die je hebt, op elk moment van het gesprek. Kies ik ervoor om emotioneel te reageren of niet? Laat ik deze situatie escaleren of grijp ik in? Ga ik wel of niet voorbij aan de binnenkant van deze mens? Als je teruggrijpt naar regels en niet kijkt naar wat de situatie van je vraagt, als je teruggrijpt naar etiketten, naar veralgemeningen, dan ben je bezig met ontmenselijken. Dat kan makkelijk leiden tot een vijandsbeeld: wij tegen zij. En dan krijg je vervreemding. Het is jouw keuze om dat al dan niet te doen. Maar dit vraagt natuurlijk awareness.’