‘Ik wil altijd het laatste woord hebben’

‘Als je altijd gelijk wil hebben, besef dan dat je gedrag waarschijnlijk gestuurd is vanuit een diepere, emotionele laag. Vaak is dat angst’

Telkens wanneer haar vriend begint te discussiëren tijdens familiediners, krijg Lena het benauwd. ‘Ik weet al van tevoren wat er gaat gebeuren. Frank doet zijn ideeën uit de doeken over een of andere voetbalwedstrijd, of over de houding van iemand die hij kent. Nadat zijn gesprekspartner heeft gereageerd, volgt altijd een “Ja, en toch…”. Ik begrijp niet waarom hij altijd het laatste woord moet hebben.’

Mensen die niet kunnen loslaten in een discussie roepen vaak irritatie op bij hun gesprekspartners. Voor wie zich blauw ergert: besef dat achter dit soort gedrag meestal een emotionele kwetsbaarheid schuilgaat.

Angst voor verschil

Ook al lijkt het op het eerste gezicht alsof mensen die het laatste woord willen heel zelfbewust zijn, toch maskeert zo’n gedrag meestal angst. ‘Wie tot elke prijs zijn gelijk wil halen of per se het laatste woord moet hebben, is diep vanbinnen vaak onzeker’, zegt relatiebemiddelaar Rika Ponnet.

‘Als je zelfbewust bent, ervaar je jezelf als een standvastige, genuanceerde identiteit die los staat van de appreciatie of de ideeën van de ander. Dat anderen van mening verschillen met jou, vormt geen bedreiging. Mensen die altijd gelijk willen krijgen daarentegen, hebben een broos zelfbeeld. Een verschillend standpunt ervaren ze als een afwijzing van hun volledige persoon. De paradox dat de ander sterk van mening verschilt met hen maar hen toch apprecieert, is moeilijk te vatten voor hen. In een discussie zullen ze er dan ook alles aan doen om gelijk te krijgen.’

Nood aan een stabiel wereldbeeld

Een gebrek aan zelfvertrouwen kan ook leiden tot star denken. Rika Ponnet: ‘We hebben allemaal modellen van de werkelijkheid in ons hoofd, over de wereld, over onszelf, over anderen, gebaseerd op onze ervaringen en herinneringen. Als je voldoende zelfvertrouwen hebt, ga je ervan uit dat je de wereld tegemoet kan treden in al zijn grijsschakeringen. Mensen met weinig vertrouwen in zichzelf en in hun omgeving zijn geneigd te denken in zwart-witmodellen. De ander is ofwel voor, ofwel tegen hen. Als ze meegaan in de gedachtegang van de ander moeten ze het beeld over zichzelf of over de wereld bijstellen. Ze bezitten echter niet het zelfvertrouwen om met alle nuances en mogelijke veranderingen die anderen hen aanreiken om te gaan.’

Je plek opeisen

De oorzaak van je gedrag kan ook wortelen in je vroege jeugd. ‘Kinderen uit een gezin waar autoriteit centraal stond, groeien soms op met het idee dat relaties over macht gaan’, zegt Rika Ponnet. ‘Ofwel zit je op de bovenste stok in het kippenhok en heb je het voor het zeggen, ofwel zit je onderaan en dan moet je luisteren en je plooien naar de anderen. De veiligste positie is bovenaan, dan bepaal je hoe de dingen lopen en hoef je je niet aan te passen aan de anderen. De kwetsbare rol opnemen staat gelijk aan zwakte. Als je niet wint, dan verlies je en dat is pijnlijk.’

Ook voor psychologe Geneviève Djénati kan de kiem van gelijkhebberij in de kindertijd liggen. ‘Mensen die zich als kind niet mochten uiten, die bijvoorbeeld niet mochten praten aan tafel, eisen later soms hun plaats op door altijd het laatste woord te hebben.’ De behoefte om altijd gelijk te hebben, is in werkelijkheid dus de behoefte om je niet langer te onderwerpen aan anderen, zoals toen je nog kind was.

Hoe aanpakken? >>>