‘Zo hou je méér geld over aan het eind van de maand’

Geld is er om onze onkosten te betalen. Zo simpel is het toch? Nee, toch niet. We denken misschien dat betalen een eenduidige verrichting is, maar er komt meer psychologie bij kijken dan we denken. Volgens psycholoog en journalist Anna Dijkman gaan we vrij inconsequent om met ons geld en laten we zo meer geld door onze handen glippen dan nodig. Goed nieuws: een beetje meer bewustzijn maakt al een wereld van verschil. Een toelichting.

Tekst: Anne Wislez –
Beeld: Shutterstock en Thomas Schlijper

 ‘We gaan veel minder logisch met ons geld om dan we denken’ – Anna Dijkman, psycholoog en journaliste bij Het Financieele Dagblad

Gaan we dan echt niet zo psycho-logisch om met geld als we zouden willen?

Anna Dijkman: ‘Niet echt. Economen zeggen: een euro is een euro, maar dat blijkt niet zo in de concrete realiteit. Zo behandelen mensen zeg maar twintig euro die cash in hun portemonnee zit bijvoorbeeld anders dan twintig euro die ze op de bank hebben staan, of op een spaarrekening, of in een boekenbon. Een belastingteruggave geven we bijvoorbeeld veel gemakkelijker uit dan spaargeld, terwijl je rationeel zou zeggen: geld is geld, dat gebruik je gewoon voor wat je nodig hebt. Maar dat is niet zo.’

Ook het betaalmiddel bepaalt hoeveel en hoe gemakkelijk – of zelfs hoe slordig – we geld uitgeven?

AD: ‘Psychologen noemen die handeling de pain of paying: bepaalde handelingen doen ons meer pijn dan andere, en daar denken we dus bewuster over na. Die betaalpijn is het grootst als we cash betalen; het bedrag dringt ook het best door tot je hersenen omdat je ook geld terugkrijgt enzovoort. Betalen met een pinpas gaat veel gemakkelijker, zeker nu je soms zelfs niet eens meer je code moet intikken voor de betaling. Nog slordiger worden we als we betalen met de kredietkaart. En automatische afschrijvingen zijn het minst pijnlijk, die registreer je zelfs nauwelijks, alsof je die som niet betaalt. Daarom vraag ik bij betalingen met de pinpas toch vaak het bonnetje om op z’n minst de bedragen te laten doordringen.’

Ook je stemming kan invloed hebben op hoe je je geld uitgeeft.

AD: ‘Precies. Iedereen kent het what the hell-gevoel, als je beseft dat je meer geld uitgeeft dan je eigenlijk hebt, aan een te duur paar schoenen bijvoorbeeld, en er dan meteen ook nog een jurk bij koopt: “Ach, what the hell, ik ben nu toch slecht bezig, vanaf morgen beter ik mijn leven.” Net zoals je flink fout gaat met een taart op een toch al mislukte dieetdag.

Maar je kan bijvoorbeeld ook doorheen de dag een heleboel kleine uitgaven doen (hier een latte, daar een magazine, nog een flesje water …) terwijl je denkt niets te hebben gekocht die dag: de beruchte latte-factor. Die slorpt veel van je budget op, alleen registreren je hersenen die kleine uitgaven niet.’