Ben jij narcistisch genoeg?

Een gezonde dosis eigenliefde is nodig om je goed in je vel te voelen en op gelijke voet met anderen om te gaan. Dat lijkt evidenter dan het is: heel wat mensen vervallen in een egoïstisch egocentrisme of kweken net een ondermijnend minderwaardigheidscomplex.
Hoe zit het eigenlijk met jouw zelfbeeld?
TEKST Flavia Mazelin Salvi en Gerard Bonnet, psychiater
De term ‘narcisme’ is afgeleid van Narcissus, een jonge jager uit de Griekse mythologie die vervloekt werd door de goden nadat hij onder andere de verliefde nimf Echo afgewezen had. Op een dag, toen hij van het water uit een vijver wou drinken, zag hij in het wateroppervlak zichzelf gereflecteerd en werd verliefd op zijn eigen spiegelbeeld. Voor de rest van zijn leven zou hij dat beeld najagen, dat altijd verdween wanneer hij het wou aanraken. Zo werd de vloek van de goden – dat ook hij afgewezen zou worden – werkelijkheid. Het was Freud die in 1910 voor de eerste keer het woord ‘narcisme’ gebruikte.
Hij beschreef daarmee homoseksuele personen die – volgens hem – zichzelf als ‘seksueel object’ nemen door een partner te kiezen die op hen lijkt. Nog altijd volgens Freud kan je narcisme beschouwen als een overgangsstadium van de seksuele evolutie, ergens tussen ‘auto-erotisme’ en ‘objectliefde’ in. Later werd het concept constant aangepast tot er een algemeen aanvaarde definitie werd gevonden: narcisme betekent vandaag liefde voor je zelfbeeld. Dat zelfbeeld kan net als bij Narcissus een sterke erotische aantrekkingskracht uitoefenen op jezelf, of je net heel erg afstoten.Gezond zelfbeeld
‘Je zelfbeeld wordt in eerste instantie gevormd door het beeld dat anderen van je hebben en op jou projecteren in je kindertijd – in de eerste instantie je moeder, later je beide ouders’, legt psychiater Gérard Bonnet uit. ‘Daarna volgen broers en zussen, vrienden, de school … Hoe positiever en hoe coherenter dat beeld is (dus niet: op handen gedragen worden door je moeder, geminacht worden door je vader), hoe beter je je later in je vel zal voelen en hoe gezonder de relaties die je aangaat.’ In die zin is ‘positief narcisme’ volgens de psychoanalyticus het gelukkige resultaat van een dialectiek tussen jezelf en de ander. ‘In het begin bouwen kinderen hun zelfbeeld op aan de hand van het positieve beeld dat hun ouders projecteren. Daarna beginnen ze een eigen zelf te ontwikkelen via de dingen waar ze goed in zijn (talenten, competenties …)
en niet alleen via de dingen die anderen in hen waarderen. Kortom: hun zelfbeeld wordt versterkt door de appreciatie van anderen maar ze zijn er niet langer totaal afhankelijk van.’