Darmen, onze tweede hersenen?

Hoewel er nog veel bewezen moet worden, is professor Raes ervan overtuigd dat onze darmen heel veel bepalen. De stelling dat onze darmen onze tweede hersenen zijn, onderschrijft hij dan ook volledig. Deze term is afkomstig van de Amerikaanse neurowetenschapper Michael Gershon, die er de honderd miljoen neuronen mee aanduidt die ons spijsverteringskanaal omgeven – veel meer neuronen dan in ons ruggenmerg zit – en die informatie van onze buik naar onze hersenen brengen. ‘Maar ook hier is de vraag: hoe werkt het dan precies?’, geeft professor Raes aan. ‘Sommige wetenschappers zeggen dat de darmbacterie rechtstreeks de nervus vagus, de zenuwbaan die tussen de hersenen en de darmen loopt, kan prikkelen en zo signalen naar de hersenen kan sturen. Daarnaast zijn er studies die aantonen dat bepaalde bacteriën in de darmen neurotransmitters en serotonine aanmaken en zo het gedrag, en dus depressies en angsten, beïnvloeden. Maar er zijn ook een paar andere mogelijke routes: de communicatie van de darmen met de hersenen kan ook via hormonen, voeding of ontstekingen verlopen. Op dit moment kunnen we daarover nog niets met zekerheid zeggen en is er dus meer onderzoek nodig.’

Een intrigerende link

Welke aandoeningen we aan onze darmen kunnen linken? Wonderlijk veel, aldus professor Raes. ‘De sterkste indicaties vinden we voor ontstekingsaandoeningen zoals de ziekte van Crohn, MS, rheumatoide artritis, diabetes en insulineresistentiesyndroom. We zien ook associaties tussen darmflora en darmkanker, en zoals gezegd Parkinson, Alzheimer en autisme. Ook voor het verband tussen darmflora met depressies en gedrag beginnen er steeds meer bewijzen te komen. En daarnaast blijkt er ook een associatie te zijn tussen de darmen en huidaandoeningen zoals acne, eczeem en psoriasis, en allergieën. Een associatie betekent dat mensen die aan deze aandoeningen lijden een verstoorde darmflora hebben. Maar ook hier is de vraag: hoe zit het met de causaliteit? Veroorzaakt de darmflora de ziekte of is die er een gevolg van? Of werkt het in beide richtingen? Want dat laatste is ook een mogelijkheid.’

Persoonlijk begint professor Raes er almaar sterker van overtuigd te raken dat de darmflora wel degelijk een effect heeft op psyche en gedrag. Jeroen Raes: ‘Dat denken veel wetenschappers, doordat er zo veel indicaties voor zijn. Maar ook hier is er nog veel onderzoek nodig om dat met zekerheid te kunnen zeggen. We zitten ook nog lang niet in het stadium dat we aan diagnose kunnen doen of dat we behandelingen van de darmflora kunnen voorschrijven om bepaalde aandoeningen te genezen. Daar zijn we nog tien à vijftien jaar van verwijderd. Er moeten eerst nog grootschalige placebo-gecontroleerde studies gebeuren. Pas dan kunnen we zeker zijn dat bepaalde behandelingen werken.’

(…)

Lees meer in de januari-februari editie van Psychologies (2018)