Iedereen aan de plastic detox?

Giftiger dan we zouden willen

Dat plastic niet composteert is één ding. Even erg is dat plastic maar bruikbaar wordt door de toevoeging van allerlei additieven – weekmakers, stabilisatoren, brandvertragers, pigmenten … – die giftig blijken, zegt Luc De Vrooms. ‘We weten nu ook dat de in water zwevende plastic deeltjes om een of andere reden andere gifstoffen uit het water aantrekken: worden deze partikels dus door waterdieren opgeslorpt, dan krijgen zij hiermee nog grotere concentraties gif binnen.’ En dat gif belandt zo weer in onze voedselketen. ‘Je kan geen zeezout meer kopen waar geen plastic deeltjes in zitten’, merkt Anne Drake op. ‘Als je hoort dat in een pot mosselen van 1 kilo minstens 600 microdeeltjes plastic zitten, dan weet je genoeg.’

Bijkomende niet zo fijne ontdekking is dat deze gifstoffen ook uit de verpakkingen lekken en overgaan op de producten die met de verpakking in aanraking komen: voedsel, drank, verzorgingscrèmes … Op dit moment weet de wetenschap nog onvoldoende welke invloed dit precies heeft op onze gezondheid, maar inmiddels zijn er genoeg indicaties om te geloven dat we beter voorzichtig zijn. Zo wees een recente studie aan de universiteit van Exeter in Groot-Brittannië uit dat maar liefst 86 procent van de tieners tegenwoordig sporen van bisfenol A (BPA) in hun lichaam hebben zitten. Bisfenol A is een stof die aan plastic verpakkingen van voeding en drank wordt toegevoegd, zodat die steviger worden en niet breken als je ze laat vallen. BPA staat bekend als een hormoonverstorende stof die de vrouwelijke geslachtshormonen imiteert. Wereldwijd wordt er 3,6 miljard ton van aangemaakt. Door de plastic afvalberg gaat BPA lekken in rivieren en de bodem, en komt het via deze weg in het drinkwater en de voedselketen terecht. We worden er dus voortdurend aan blootgesteld.

‘Niet alleen vruchtbaarheidsproblemen, maar ook diabetes, obesitas, autisme en ADHD worden in verband gebracht met onveilige chemicaliën die in pesticiden en in plastics zitten’ – Petra De Sutter, vruchtbaarheidsarts

De impact van hormoonverstoorders

‘Hormoonverstoorders zijn chemische stoffen die dagelijks ons lichaam binnendringen, via onze voeding, ademhaling en alledaagse gebruiksvoorwerpen, waar ze hormonale effecten kunnen uitlokken die abnormaal en niet gewenst zijn’, zegt professor dr. Petra De Sutter, die zich als vruchtbaarheidsarts al vijftien jaar verdiept in deze problematiek. Omdat ze in haar praktijk ziet welke schade hormoonverstoorders aanbrengen (toenemende onvruchtbaarheid, misvorming van geslachtsorganen, miskramen, vroegtijdige borstontwikkeling bij meisjes, borstkanker, prostaatkanker …) kan ze als politica niet anders dan wijzen op de gevaren hiervan. ‘Ook diabetes, obesitas, autisme, een verlaagd IQ en ADHD worden in onderzoeken in verband gebracht met onveilige chemicaliën die in pesticiden en in plastics zitten en ons lichaam binnendringen’, kaart ze aan. Probleem met deze hormoonverstoorders is dat ze overal in zitten, van deodorant, elektronica en haarspray, tot plastic flessen en conservenblikken, tot zelfs in kassabonnetjes. Ze vallen dus moeilijk te reguleren.