Lars verloor grip op de werkelijkheid

Na een nachtje zonder slaap – eigenlijk had ik die week nog maar heel weinig geslapen – nam ik de wagen om in een koffiebar te gaan schrijven. Hoewel ik me toen nog normaal voelde, had ik thuis overal briefjes verstopt met informatie en had ik mijn wildcamera geïnstalleerd aan de voordeur. In die koffiebar begon ik eindelijk te schrijven. Op een bepaald moment kwam er een man binnen met een lange jas en een krant onder de arm. Hij had een dikke aardappelneus. Echt een Russische spion uit de films! Hij ging aan de tafel voor mij zitten. Bij zijn vertrek keek hij me lang en indringend aan. Gealarmeerd rekende ik af en ging naar buiten. Toen voelde ik een pijnscheut in mijn schouder. Ik moest onmiddellijk denken aan Lidvinenko (de Russische spion die in 2006 vergiftigd werd, nvdr). Ik was vergiftigd. Ik keek om, maar zag niemand. Ik raakte in paniek en liep een apotheek binnen. Dan kwamen twee mannen binnen die me verdacht leken. Er was geen vluchtroute, dus ik dook achter de toonbank. Toen die mannen weg waren, ben ik tot bij de politie gelopen. Daar heb ik gevraagd om me – voor mijn eigen veiligheid – op te sluiten in een cel en Guy Verhofstadt te bellen. De politie probeerde me te kalmeren, maar ik was extreem op mijn hoede voor de camera’s die er hingen en voor het drankje dat ik kreeg. De politiemannen zijn even meegegaan in mijn verhaal, maar hebben dan een ambulance gebeld. Ik ben wakker geworden in het ziekenhuis, mijn vriendin was in de kamer. Ik fluisterde tegen haar, want de camera’s konden alles registreren. Ik verbood haar om haar gsm te gebruiken, want dan zouden ze kunnen achterhalen waar ik was. Ik stemde toe om naar het psychiatrisch ziekenhuis van Kortenberg te worden overgebracht, dat leek me een veilige plek. Om mijn vriendin maakte ik me wel zorgen. Ik dacht dat ze thuis vermoord zou worden of dat onze wagen zou ontploffen. Ik vreesde dat ik haar nooit zou terugzien. Uiteraard stond ze daar de volgende dag opnieuw. Zo moest ik mijn foutieve gedachten constant bijstellen.’

Grip op de psychose

‘Ik herinner me die psychose heel helder, beter dan wat ik gisteren gegeten heb bijvoorbeeld. Het is een geruststellende gedachte dat ik me zelfs in deze irrationele toestand in veiligheid probeerde te brengen. Dat geeft me houvast. De tweede dag in Kortenberg vond ik het hele verhaal van de achtervolging al wat overdreven, maar geloofde ik nog steeds dat Verhofstadt moest worden verwittigd omdat mijn ontdekking zo groots was. Het was zo frustrerend dat niemand naar mijn verhaal leek te luisteren. Op de derde dag zat ik op bed en dacht ik: shit, wat is dit? Ik ben zo’n kieken geweest. Ik ben nog anderhalve week op de gesloten afdeling gebleven om tot rust te komen. Daar heb ik veel geslapen. Ondertussen volg ik het basisprogramma van 9 tot 16 uur en kan ik ’s avonds naar huis.