Mogen we nog geloven?

‘Iedereen heeft een zingevingssysteem waarmee hij zich oriënteert in het leven, bij het maken van beslissingen, het omgaan met moeilijke levenssituaties en het vorm geven van zijn identiteit’
Jessie Dezutter, onderzoekster KU Leuven

Iedereen gelooft

Terug naar de vraag waarmee we begonnen zijn. Mogen we nog geloven? Volgens onderzoekster aan de KU Leuven Jessie Dezutter gaat het niet om een keuze: ‘De vraag impliceert dat er een keuze is. Die is er mijns inziens niet: iedereen gelooft, alleen de inhoud is anders. Ik ga hierbij uit van het idee dat mensen een zingevingssysteem hebben waarmee ze zich oriënteren in hun leven, bij het maken van beslissingen, het omgaan met moeilijke levenssituaties en het vorm geven van hun identiteit. Dit zingevingssysteem bestaat uit mentale elementen, zogenaamde ‘cognities’ zoals het godsbeeld, een idee over rechtvaardigheid, wat het goede is, een wereldbeeld, een mensbeeld, enzovoort. Daarnaast bestaat het zingevingssysteem uit motivaties: wat zijn de levensdoelen waar ik me wil voor inzetten, waar streef ik naar? En een gevoel van betekenisvolheid. Hoe mensen dit invullen verschilt van persoon tot persoon en wordt door heel wat factoren bepaald, zoals cultuur, tijdsperiode, persoonlijkheid, en specifieke levensgebeurtenissen.’ Een ‘neutraal’ zingevingssysteem is in dit opzicht volgens haar niet mogelijk: ‘Je kiest steeds, maar niet steeds bewust, voor bepaalde inhouden. Je gelooft steeds in een bepaald wereld- en mensbeeld. Als het gaat om een religieus zingevingssysteem geloof je ook in een bepaald godsbeeld. Als je aan je leven een humanistische of atheïstische invulling geeft, zal dit laatste niet aanwezig zijn en zal je eerder geloven in de afwezigheid van dat godsbeeld. Maar ‘niet geloven’ is mijns inziens dus geen optie. Ook spreken over een ‘neutrale’ samenleving zonder verwijzing naar levensovertuiging is niet mogelijk. Je kiest dan namelijk om te geloven in een humanistische of atheïstische inhoud. En ook dat is geloof.’

Kwestie van ‘ervaring’

Professor Godsdienstpedagogiek Bert Roebben vindt geloven zo gek nog niet: ‘We mogen nog geloven. Het heeft alles te maken met vertrouwen, met basic trust, met het inzicht en het gevoelen dat de grote vraagtekens van het leven, de zogenaamde levensvragen, rusten op een rustgevend punt. Dat ik niet de oorsprong van mijn eigen verhaal ben. Dat ik mag aanvaarden dat ik aanvaard ben, wat ook mijn herkomst en toekomst is. Persoonlijk is deze ervaring voor mij gegrond in de grondeloze diepte van God. Hoe dat “werkt”, is moeilijk te verklaren. Ik kan niet wetenschappelijk funderen dat God bestaat en mij draagt, maar ik ervaar hem/haar wel degelijk als het fundament van mijn bestaan. Het is als met de liefde: er is verlokking en overgave, maar ook zoeken en afwachten. Door kleine momenten van concentratie en verstilling, van gebed dus, tijdens de dag, schep ik ruimte voor deze grondervaring. En de verhalen uit de traditie verschaffen mij het inzicht dat ik niet de eerste ben die gelooft. De verhalen uit de bijbel en de getuigenis van iemand als Meister Eckhart, een laatmiddeleeuws mysticus en theoloog, bieden soelaas in die zoektocht.’

Ook Lisbeth Imbo reageert positief: ‘Ja, ik vind dat we nog mogen geloven. Iedereen is daar immers vrij in. Mensen die geen wijn drinken moeten zich constant verantwoorden, en mensen die geloven ook. Maar het is toch onze individuele vrijheid hoe we eten, leven, doodgaan en geloven? Ik vind het raar dat in een aantal middens negatief gekeken wordt naar mensen die gelovig zijn. Alsof ze debiel zouden zijn. Laat die mensen toch als zij zich daar goed bij voelen en anderen niets opleggen? Het is allemaal zo beladen. Waarom zou iemand uit Turkije geen moslim meer mogen zijn? De tolerantie van progressieven houdt vaak op bij gelovigen. Iemand die gelooft moet zich ook vaak verantwoorden voor ‘het systeem’, zoals bijvoorbeeld terrorisme of het misbruik binnen de katholieke Kerk. Terwijl toch enkel de daders zich daarvoor zouden moeten verantwoorden. Godsdienstvrijheid is de vrijheid om te geloven of niet te geloven, dus ja, we mogen nog geloven.’ ‘Of we mogen geloven, hoeft geen vraag te zijn’, bedenkt ten slotte Inez van Oord. ‘In de vraag of we nog mogen geloven zit al twijfel, de mogelijkheid om niet te geloven. Geloven is een moeilijk woord. Waarin geloof je dan? Ik gebruik liever het woord vertrouwen. Ik vertrouw op wat ik ervaar en voel, als ik daar de tijd voor neem. En dan hoef je je de vraag niet meer te stellen of je wel nog mag geloven. Het gaat erom gewoon je ogen te openen: de aanwezigheid van een hogere macht valt op zoveel manieren te ervaren.’

 

Meer lezen?

  • Mag God nog, Lisbeth Imbo (Borgerhoff en Lamberigts, 2017)
  • Over God. Filosofen spreken zich uit over religieus geloof, Gary Gutting (Amsterdam University Press, 2017)
  • Over de Godhelm en andere religieuze experimenten, Michiel van Elk (Boom, 2017)
  • Ontdekking van vergeten verhalen, Inez van Oord (Kosmos, 2017)
  • De speelruimte van het geloof: getuigenis van een theoloog, Bert Roebben (kan gedownload worden op de website van Bert Roebben: www.seekingsense.be) en Inclusieve godsdienstpedagogiek. Grondlijnen voor levensbeschouwelijke vorming, Bert Roebben (Acco, 2015), http://bertroebben.blogspot.nl/