tijd voor wat echt telt

Nemen we wel tijd voor wat ertoe doet?

Hoeveel mensen starten een B&B en komen na een kale reis terug thuis? Ze worstelen met de afstand, de dorpsbewoners, maar vooral: met de sleur van het luieren Hoe lang duurt vijf minuutjes?’

Om te beginnen: ontspullen

Eén route naar meer rust zou alvast in onze spullen kunnen liggen: een gemiddeld huishouden bevat 300 000 items, en daar gaat verbijsterend veel tijd naartoe. Het treft Eva Brumagne altijd wanneer ze lezingen geeft. Weinigen dromen ervan om meer tijd in hun huishouden te steken, maar toch gaat het leeuwendeel van het weekend net daar naartoe. ‘We steken zoveel tijd in materiële dingen zoals het onderhoud van ons huis en de aankoop van spullen, die we ook moeten onderhouden, laten repareren of weer uit ons hol duwen door naar het containerpark te rijden. De vraag is dus: waarom hebben we zoveel spullen, waarom vluchten we daarin? Wat ik in het boek vooral bepleit is meer balans. Zoals kiezen voor minder spullen ervoor zorgt dat het minder tijd vraagt om een huishouden te runnen, zo kan je meer tijd inbouwen op het werk door bewust te kiezen wat je wel en niet doet. Rusten is voor mij dan ook een inherent deel van werken. Het is niet iets wat je eraan moet plakken, het hoort er gewoon bij. Je moet een balans vinden tussen intensief werken en in de natuur zijn, wandelen, op adem komen.’

Debat over werkuren

Wat is een goed leven? Wanneer heb je ‘genoeg tijd’? En hoort daar ook een ander werkregime bij? Is rust niet alleen een individuele taak, maar ook iets wat de overheid moet inbouwen? Het zijn wezenlijke vragen en het maatschappelijke debat woedt volop. Ook Femma, de organisatie waar Eva Brumagne in het dagelijks leven directeur van is, spreekt zich uit: daar pleiten ze al langer voor een kortere werkweek, omdat er dan vanzelf tijd vrijkomt voor wat we wezenlijk vinden. ‘Mijn boek heb ik in eigen naam geschreven, en het gaat meer over wat je in je eigen leven kan veranderen, maar die maatschappelijke discussie, daar sta ik uiteraard ten volle achter: we pleiten voor een werkweek van dertig uren als de standaard voor een fulltime job, voor mannen én vrouwen.’
Nog een stap verder gaat journalist Rutger Bregman, die met zijn boek Gratis geld voor iedereen opnieuw het oude debat opende over een basisinkomen, zodat mensen zelf kunnen kiezen hoe ze hun tijd doorbrengen. Uit onderzoek blijkt niet alleen dat zo’n basisinkomen de armoede doet dalen, maar dat mensen wel degelijk aan de slag blijven. Ze gaan niet collectief in de hangmat liggen, maar doen wél wat hen belangrijk lijkt, in plaats van vast te roesten in een zogenaamde bullshit job. Net de vrijheid doet hen verlangen naar een zinvol leven. In een interview in Knack omschreef Bregman het zo: ‘Als we meer vrije tijd krijgen, dan moet je bijvoorbeeld ook het onderwijs herinrichten, niet alleen met de vraag wat je op de arbeidsmarkt moet doen, maar ook wat je met je leven en je vrije tijd moet aanvangen. In landen met een kortere werkweek wordt bijvoorbeeld minder naar televisie gekeken dan in landen met krankzinnige werkweken. Als je uitgeput thuiskomt van het werk, grijp je sneller naar gemakkelijke vormen van vrije tijd. Bertrand Russell schreef al in 1932 “dat als mensen niet moe zijn in hun vrije tijd, ze ook niet naar passief en platvloers vermaak verlangen”.’
Interessant is hoe net die vraag – hoe je een zinvol, evenwichtig leven kan leiden – ook een totaal tegengesteld antwoord kan opleveren. In zijn boek Rusteloosheid – Pleidooi voor een mateloos leven verzet filosoof Ignaas Devisch zich tegen onze ‘jacht’ op onthaasting. Hij wil niet méér maar minder rust. Voor hem ligt de oplossing niet in minder werkuren maar in zinvol werk en zinnige vrije tijd: als je werk deel uitmaakt van het goede leven, hoef je niet meer zo krampachtig te balanceren. Pas als we doelloos heen en weer rennen, of dat nu op het werk is of in onze ‘onthaasting’ na de uren, dreigt de burn-out. ‘In weerwil van alle pleidooien voor verlangzaming of meer evenwicht in ons leven, breek ik een lans voor passie, creativiteit en verlangen, positieve zaken die het gevolg zijn van onze aanhoudende vlucht vooruit’, zo schrijft hij. ‘Rusteloosheid doet dromen van een beter leven, een nieuw evenwicht, een andere job of een passionele liefdesnacht. Ze staat voor overdrijving en een soms niet te blussen verlangen. Daarom houden velen ontspanning ook nooit lang vol: terwijl je niets doet, denk je al aan wat je allemaal nog wilt beleven.’