Paul Verhaeghe: ‘We zijn vervreemd van ons eigen lichaam’

‘Het psychologische gaat over hoe we ons voelen en het biologische is hoe dat ons lichaam beïnvloedt. Dat is één geheel, maar het valt mij op hoe vaak we ons niet bewust zijn van die samenhang. En dat is gevaarlijk.’ – Paul Verhaeghe

In onze taal zitten veel uitdrukkingen die de verhouding tussen ons lichaam en onze gevoelens bevestigen.

PV: ‘We denken dat dat metaforen zijn, maar dat is niet zo. Uitdrukkingen als ‘er ligt iets op mijn lever’, ‘ik voel het in mijn maag’, ‘ik krijg het op mijn heupen’, en zo zijn er nog veel op te sommen, getuigen van een zekere intelligentie in onze taal. Het is een bevestiging van het intieme verband tussen het biologische, het psychologische en het sociale. Het sociale is dan de interactie met onze omgeving. Het psychologische gaat over hoe we ons voelen en het biologische is hoe dat ons lichaam beïnvloedt. Dat is één geheel, maar het valt mij op hoe vaak we ons niet bewust zijn van die samenhang. En dat is gevaarlijk. Als je voelt dat bepaalde interacties met mensen op een systematische manier een negatieve reactie in je lijf oproepen en dat je je er ook psychologisch slecht bij voelt, dan moet je daar iets mee doen. De postmoderne mens voelt dit in toenemende mate nauwelijks; we gaan zelfs nog veel harder door want het is nooit goed genoeg. En zo komen we uit bij het stressonderzoek.

Stress is een modewoord geworden. Veel mensen beseffen niet dat stress een prachtig begrip is om ons de intieme verhouding tussen dat psychologische en biologische te tonen, want stress is meetbaar in onze hormonen en onze neurotransmitters. Het heeft duidelijk te maken met het psycho-sociale en we zijn ons er al dan niet bewust van. Als we ons er niet van bewust zijn of we doen er niets mee, worden die stressniveaus chronisch en het wordt duidelijk in onderzoek de laatste tien jaar hoe ziekmakend dit is. De combinatie tussen stress en aandoeningen zoals diabetes, auto-immuunziektes, … wordt steeds duidelijker in de medische wetenschap.’

We stressen ons dus ziek?

PV: ‘Ja, dit is een belangrijke vaststelling: we zijn onszelf ziek aan het maken. In de mainstream geneeskunde wordt er dan gezegd dat de oorzaak van een ziekte onbekend is. Dan bedoelt men de biologische oorzaak. Iets ruimer zien we dan dat de chronische stress veroorzaakt wordt door de manier waarop we ons leven inrichten. Kijk bijvoorbeeld maar naar het leven van jonge ouders: ’s ochtends hun kinderen naar de crèche brengen, in de file gaan staan om op tijd op het werk te zijn, heel de dag werken, weer in de file naar huis, stress om op tijd bij de opvang te zijn, ’s nachts nog een aantal keer opstaan … Hoe zie je er na zes maanden uit in zo’n ritme, denk je? We hebben zo veel kinderen met allerlei labels, er zijn massa’s burn-outs en depressies en we zien niet in waardoor dat komt. Met mijn boek wil ik hier bewustwording rond creëren. We leven uiteindelijk in een zeer vrije maatschappij en we kunnen keuzes maken.’

Als we een gezonde, bewuste verhouding hebben tot ons eigen lichaam, hebben we minder kans op ziektes. Maar dat is geen zaak van het individu alleen, die wat te veel gewerkt heeft of wat te weinig gesport heeft.

PV: ‘Het individuele en individualisme is een ziekte van onze tijd. Alles wordt zeer sterk bij het individu gelegd. Veertig jaar geledenwas er geen plaats voor het individu in de maatschappij, je mocht je hoofd niet boven het maaiveld uitsteken. We hebben de rechten van het individu opgeëist. Dat is een goede zaak, maar de slinger is weer te ver doorgeslagen. Er is eenzaamheid ontstaan. Mensen staan in concurrentie tot elkaar en tot zichzelf. Als het individu ziek wordt, lichamelijk of psychiatrisch, krijgt hij of zij de schuld toegeschoven: men heeft niet goed genoeg voor zichzelf gezorgd. Zelfzorg wordt dan ook een verplichting voor het individu waar hij of zij zeer sterk zijn best in moet doen, het is een karwei dat er nog bij komt. Wat ik begrijp onder zelfzorg, is geïnspireerd door de klassieke Grieken. Daar gaat het niet over ‘nooit goed genoeg’, maar wel over het gezonde midden én het staat altijd in verhouding tot de ander. Je kan niet voor jezelf zorgen zonder voor de ander te zorgen. Dat weten we ook, we voelen ons beter en rustiger in die uitwisseling: als we iets betekenen voor de ander en de ander iets betekent voor ons.’