Een andere wereld is mogelijk

Politiek, industrie, economie zijn nog steeds te veel gericht op ieder voor zich, machtsdenken, korte termijnplanning en concurrentie. Gelukkig borrelen overal nieuwe initiatieven op, die teruggrijpen naar een eeuwenoud, universeel besef: in je eentje kan je niet bestaan.

Tekst: Hade Wouters

‘Wees de verandering die je wilt zien in de wereld’, is een citaat dat aan Mahatma Gandhi wordt toegeschreven. Maar zelfs voor mensen van goede wil is het soms moeilijk door de bomen het bos te zien en te kiezen waar te beginnen met het vormgeven van verandering. Gelukkig zijn er op verschillende domeinen concrete maatschappelijke alternatieven. De rode draad? De kanteling van het ik-denken naar het wij-denken. Samen staan we sterk, samen bereiken we meer.

Wij-denken: beginnen op ons bord
Eten moeten we allemaal, elke dag. We kunnen ervoor kiezen de kiloknallers uit de supermarkt te kopen, of met elke maaltijd de wereld een stukje beter te maken. Een boeiend initiatief in dit verband zijn de voedselteams. Door binnen een dorp of stad(sdeel) te kiezen om samen te kopen bij duurzame en kleinschalige producenten, wordt de lokale economie gestimuleerd en worden de belangen van consument én producent verenigd: duurzame, maar ook verse voeding van een levensvatbaar bedrijf, via de korte keten. Concreet betekent het dat je je kan aansluiten bij een voedselteam in jouw buurt en online je bestellingen kan doorgeven. Omdat de producenten (de boeren) lokaal zijn, verschillen die van team tot team, maar meestal kan je biologische groenten en fruit, zuivelproducten en vlees bestellen. Op een afgesproken dag haal je je bestelling op bij het plaatselijke depot.
Kiezen voor een voedselteam betekent niet alleen dat je lokale boeren en hun duurzame productiemethoden steunt. Het voedseltransport vermindert ook, doordat je tomaten niet uit Spanje maar uit je eigen gemeente komen. Een consequentie daarvan is dat je met de seizoenen eet en leeft: pompoenen in de herfst, sla in de zomer. Niet alleen zijn producten veel smaakvoller als je ze in het juiste seizoen eet, je wordt ook uitgedaagd om nieuwe gerechten uit te proberen. Bovendien zijn voedingsmiddelen die hier en nu groeien ook perfect. In de zomer heeft ons lichaam immers iets anders nodig dan in de winter.
Andere initiatieven die je helpen aan lokaal geproduceerd en biologisch voedsel, zijn Boeren & Buren en e-Farmz. Of ga een keer langs bij een zerowaste-shop of verpakkingsvrije winkel!

Wij-denken: van sociale armoede naar zorgende alternatieven
Onze wereld lijkt doorgeslagen naar het ieder-voor-zich. We hebben contexten gecreëerd waarin wij kunnen functioneren en anderen uit de boot vallen.
Wie bepaalt de spelregels? Wie mag meepraten, meedoen, meebeslissen? Inclusie gaat over iedereen gelijke kansen geven met aandacht voor de uniciteit van iedereen (niet over iederen gelijk maken of dezelfde resultaten verwachten van iedereen). Inclusie gaat niet over een apart klasje maken voor de kinderen met downsyndroom, maar wel over het onderwijs zo inrichten dat elk kind in een school zijn plek kan vinden. Het gaat er niet om een sociale werkplaats te creëren voor dove mensen, maar om het arbeidscircuit zo in te richten dat dove mensen de aanpassingen krijgen die ze nodig hebben om hun werk te kunnen doen. Het gaat niet om vluchtelingen samen stoppen in een asielzoekerscentrum, maar om hen opnemen in onze samenleving, door bijvoorbeeld samen te wonen met hen zoals in het Antwerpse cohousingproject CURANT.
Het vraagt een flinke portie omdenken, maar het is niet onmogelijk. Zo worden bij Passwerk de unieke kwaliteiten van normaal begaafde mensen met autisme ingezet voor het testen van software. Bij Hannibal gaan jongeren met en zonder handicap samen op kamp of op reis. Binnen het inclusief onderwijs worden scholen ondersteund om kinderen met verschillende achtergronden en met en zonder beperking samen te laten leren, werken en spelen.
Maar zelfs als je geen beperking of andere achtergrond hebt, kan je er baat bij hebben de ieder-voor-zich-mentaliteit te overstijgen. Waar mensen de handen in elkaar slaan, ontstaan de mooiste dingen. It takes a village to raise a child, dat weten we allemaal. Maar zijn we bereid om samen die ‘village’ te vormen? Een concreet voorbeeld daarvan vinden we in het initiatief Bijspelen, waar een groep ouders met elkaar buitenschoolse opvang, bijvoorbeeld in die lange zomervakantie, organiseren. Ze zoeken een locatie waar kinderen dagelijks terechtkunnen, en door wisselende duo’s van ouders een fijn vakantieaanbod krijgen. Het initiatief werkt enkel als mensen er samen hun schouders onder zetten, maar dan geven ze meteen ook een kanjer van een voorbeeld aan hun kinderen.

Wij-denken: politiek en participatie
Wij mogen stemmen, maar vaak voelt dat ene bolletje kleuren als een druppel in de oceaan. Bovendien blijven we daarmee binnen de grenzen van de klassieke partijpolitiek. Gelukkig zijn er hier ook alternatieven vanuit het wij-denken. Zo is er de G1000, een initiatief opgericht door David Van Reybroeck en Cato Léonard, acht jaar geleden na 500 dagen zonder regering. Op een G1000-burgertop voert een groep tussen de 100 en 1 000 burgers vanuit gelijkwaardigheid de dialoog over wat zij belangrijk vinden voor bijvoorbeeld hun gemeente. Ze formuleren een aantal voorstellen die ze voorleggen aan een burgerforum. Daarin krijgt iedereen de kans om op die voorstellen te reageren en worden er werkgroepen samengesteld. De voorstellen uit die groepen worden aan de burgers uit de burgertop voorgelegd. Sommige daarvan halen het, andere niet. Samen vormen ze het burgerbesluit dat voorgelegd wordt aan de gemeenteraad.
Een resultaat dat uit de G1000 is voortgekomen: het Ostbelgiën model dat dit jaar gestemd werd in het parlement van de Duitstalige gemeenschap in België, een proces waarbij burgers de volgende jaren op permanente basis betrokken worden bij het beleid. Een unicum: het kleinste parlement in Europa dat vernieuwing van de democratie inbedt in haar werking.
Ook stRatengeneraal, geïnitieerd door Manu Claeys, is een burgerinitiatief. Deze organisatie probeert via burgerparticipatie mee te werken aan de bescherming en bevordering van de leefkwaliteit. De kanteling van het ik-denken naar het wij-denken is hier zowel terug te vinden in de vrijwilligers die samen bepaalde dingen op de agenda zetten, als in de focus op het belang van het wij. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar onmondigen en kwetsbaren, zoals de natuur en kansarmen.

Wij-denken: organisatieontwikkeling
Sneller en meer leek lang de enige weg voor organisaties. Stress, ziekte en burn-out zijn een epidemie geworden. Intussen worden er gelukkig vragen gesteld: willen we alles op efficiëntie zetten of gaan we voor zingeving? Willen we meer controle, of werken we samen op basis van vertrouwen? Is ratio de enige weg om tot besluiten en actie te komen of durven we ook op onze intuïtie te vertrouwen? Lopen we weg van conflicten of mogen ze vruchtbaar zijn? Implementeren we het besluit van de ander, of nemen we samen een besluit?
Binnen organisaties wint het wij-denken intussen terrein, en dat is merkbaar in nieuwe vormen van besluitvorming, conflicthantering en het organiseren van hiërarchie. De stroming Sociocratie 3.0 biedt bijvoorbeeld praktische handvatten om cocreatie te stimuleren, een organisatie flexibel te organiseren en de intelligentie van het collectief te gebruiken. Leidende principes zijn onder meer gelijkwaardigheid, transparantie en streven naar consent in de besluitvorming.
Deep democracy is een andere stroming die bijdraagt aan het wij-denken in organisaties, het verbinden vanuit verschil. Binnen deep democracy wordt uitgegaan van de meerstemmige samenleving, en worden technieken gebruikt om samen gedragen besluiten te nemen, conflicten vruchtbaar te laten zijn voor de samenwerking en de minderheidsstem te horen en te waarderen als belangrijk onderdeel van het geheel.

Wij-denken: delen en samenwerken
De deeleconomie en de access economy (een abonnement verschaft toegang) zijn inmiddels ingeburgerd. We vinden het al lang niet gek meer om een auto te delen in plaats van er een te hebben, via bijvoorbeeld Cambio of Partago. Ook onze spullen delen we via Peerby. Stilaan verandert ook de manier waarop we naar wonen kijken. Zo wordt er steeds meer aan cohousing gedaan, waarbij mensen een zelfstandige woonruimte huren of bezitten in een woongemeenschap, waarbij men voorzieningen en ruimtes deelt, alsook bepaalde taken en verantwoordelijkheden. Een bijzondere vorm hiervan zijn de Community Land Trusts (CLT’s), waarbij een fonds of trust een stuk grond koopt en daar woningen op zet. De woningen kunnen tegen een lage prijs aangekocht worden, waardoor mensen met weinig geld ook huiseigenaar kunnen worden. De grond waar het huis op staat, blijft eigendom van de trust die bestaat uit alle eigenaars samen, waardoor er niet gespeculeerd kan worden met de grondprijs.
Binnen de peer-to-peer-economie (p2p) worden reeds bestaande initiatieven zoals samen innoveren of producten gebruiken, opgeschaald door gebruik te maken van de mogelijkheden die internet biedt op het vlak van communicatie en transactie, waardoor dingen samen doen globaal veel haalbaarder wordt. Een goed voorbeeld is Linux, het opensourcebesturingssysteem, of nog Wikipedia. Met een kernteam van één tot vijf mensen is een complexe online-encyclopedie gerealiseerd die het beter doet dan alternatieven uit de bedrijfswereld. P2p draagt bij aan duurzaamheid. Waar bedrijven winstgedreven zijn en kunstmatig schaarste creëren of producten creëren die slechts een beperkte tijd meegaan, kunnen er via p2p duurzame producten ontwikkeld worden met mensen uit verschillende landen. De ontwikkelaars zijn hier tegelijk ook de gebruikers, en hebben er dus belang hebben een duurzaam en kwalitatief product te creëren. Zo maakten tachtig mensen in twaalf landen samen een veilige, functionele en zuinige auto, Wikispeed.

Wij-denken: verbondenheid
In het boeddhisme wordt gezegd dat je niet verlicht kan zijn, zolang je buurman lijdt. ‘Niks bestaat dat niet iets anders aanraakt’, zingt TouristLeMc in het campagnelied dat hij schreef voor 11.11.11, nadat hij op een reis naar Congo de noodzaak van ondersteuning en empowerment van mensen en projecten ter plaatse zag. ‘De wind raakt ons allemaal.’ Simpel. Waar.
Ubuntu is een filosofisch concept, maar je kan het niet meer kernachtig uitdrukken dan TouristLeMc doet. De Ubuntu-filosofie uit Zuidelijk Afrika betekent: ‘Ik ben omdat wij zijn’. Een mens kan enkel gelukkig zijn als anderen dat ook zijn en we lijden als we een ander zien lijden. Die gedachte of overtuiging geeft een krachtige impuls om te delen, voor anderen op te komen en te vechten tegen onrechtvaardigheid. Dat hoeft niet altijd een moeizaam proces te zijn. Mungi Ngomane, kleindochter van Desmond Tutu, kreeg van haar opa en van Nelson Mandela het gedachtegoed van Ubuntu mee. Voor haar is de lach een manier om connectie te maken en je samen beter te voelen. Het wij-gevoel is de basis van het samen leven, waarin iedereen waarde heeft en zijn of haar eigen bijdrage kan leveren. Dat dat gebeurt in een ontspannen, fijne sfeer en het volle besef dat we allemaal met elkaar verbonden zijn, leidt tot het geluk van iedereen. Of met de woorden van TouristLeMc: ‘Laten we ons verhaal en wat menselijkheid delen.