zelfhulpboeken

Wegwijs in de jungle van zelfhulpboeken

Op zoek naar opvoedingstips, verlang je naar een rustiger leven of wil je vijf kilo kwijt, raadpleeg dan eens een zelfhulpboek. Maar hoe kies je tussen Elizabeth Gilbert en David Allen? Wat leeft er in zelfhulpland en hoe onderscheid je rommel van kwaliteit? En hoe kan zo’n boek je daadwerkelijk helpen? Psychologies vroeg het advies van journalist Ernst-Jan Pfauth, die over dat thema een reeks schrijft voor het online nieuwsplatform De Correspondent. 

Tekst Katrien Elen – Foto Shutterstock

Zelfhulpboeken zijn de religie van de eenentwintigste eeuw

Hoe onderscheid je in de jungle van de zelfhulpboeken rommel van kwaliteit? Zijn zelfhulpboeken trouwens niet iets om je over te schamen? En hoe kan een boek je leven echt veranderen? Ik raadpleeg Ernst-Jan Pfauth, oprichter van het Nederlandse journalistieke platform De Correspondent en een echte selfmade man die zichzelf constant wil verbeteren. Hij verslindt zelfhulpboeken en bespreekt ze in een razend interessante artikelenreeks voor De Correspondent.

Ernst-Jan is gefascineerd door de maakbaarheid van de mens en het idee dat we door lectuur een betere versie van onszelf kunnen worden. Hij verkiest het begrip zelfverbetering boven zelfhulp. ‘Ik wil voorzichtig zijn. Boeken kunnen geen miraculeuze oplossingen bieden, maar ik geloof wel dat ze je leven kunnen verbeteren. Als je een ernstig probleem hebt, kan je het best medische hulp zoeken.’

Hoewel Pfauth 26 zelfhulpboeken per jaar leest, bevestigt hij dat er een aura van gêne hangt rond het genre. ‘We geven niet graag toe dat we zelfhulpboeken lezen, want dan impliceer je dat je een probleem hebt. Je geeft een zwakte bloot en dat past meestal niet bij het imago dat we van onszelf willen ophangen. Ik trek me daar niks van aan. Iedereen wil toch efficiënter/rustiger/vlotter zijn. Ik zie dus niet in waarom zelfhulpboeken niet acceptabel zouden zijn.’

Met zijn reeks in De Correspondent wil Pfauth enkele eenentwintigste-eeuwse taboes wegnemen. Dat we niet durven toegeven dat het leven zwaar is en dat er soms wel heel veel van ons wordt verlangd. ‘We denken dat we altijd bereikbaar moeten zijn. Daar moeten we over durven praten. We laten ons veel te gemakkelijk meesleuren als onze baas verwacht dat we onmiddellijk zullen reageren op zijn e-mails. Op familiefeesten zie ik dat er bij het dessert werkmails worden beantwoord. Dat is gevaarlijk.’