Zijn we klaar voor verandering?

Tot de essentie komen

Individuele verandering krijg je volgens Adins door jezelf te ontmoeten en in vraag te stellen: wie ben je en wat heb jij in de wereld neer te zetten? Wat hoort wezenlijk bij jou – en handel je daar ook naar? Om dat proces aan te gaan, moet je jezelf durven confronteren en de werkelijkheid onder ogen durven zien, alsook de oorzaak van eventuele problemen waar je mee zit. ‘En dat is niet gemakkelijk, want de oorzaak heeft vaak met ouders te maken en in familieverbanden gelden soms stilzwijgende afspraken dat er aan bepaalde zaken niet getornd mag worden’, aldus Adins. ‘Maar als je wel tot die essentie durft komen, kan je conclusies trekken uit het verleden en je gedrag aanpassen. En dan herhaalt de geschiedenis zich niet langer. Durven we die confrontatie niet aan, dan herhaalt de geschiedenis zich steeds weer. Ook collectief. Daarom krijgen we ook die spiraal, die herhaling van een heleboel zaken die zich telkens onder een andere vorm tonen, waar de hele maatschappij zich momenteel op vastrijdt – zelfs fysiek, in burn-outs, depressies en ziekten.’ Een burn-out is volgens Adins overigens ‘vervreemden van wie je werkelijk bent’. Je leeft volgens wie je denkt dat je bent, of volgens wat anderen willen dat je bent, maar niet vanuit je authentieke zelf. Een significant deel van de scholen en bedrijven stimuleert ons ook niet om die ware ik te zijn, merkt hij op. We volgen een maatschappelijke stroom, die authenticiteit erg moeilijk maakt. En zo voelen we ons ook hoe langer hoe meer ‘slachtoffers van het systeem’.

Wir schaffen das

En toch, er zijn er ook die het anders bezien. Mensen die van de nood een deugd maken. Die kijken hoe ze zelf iets aan de zaak kunnen veranderen. Die in plaats van te staan schreeuwen van onmacht, zich afvragen of ze zichzelf niet ergens onderweg verloochend hebben en een stukje mee verantwoordelijk zijn voor wat er gebeurt. Die burn-out, waar komt die eigenlijk vandaan? Die echtscheiding: zag ik die echt niet aankomen? En die onhandelbare kinderen, reageren die niet op mijn eigen onrust …? Kan het zijn dat in de kern van mijn kanker een onverwerkt trauma zit? Eet ik echt niks weg als ik weer eens in die koekjestrommel duik? Wat is mijn aandeel in mijn gezondheidstoestand, mijn relationeel geluk, mijn werksituatie …? En wat kan ik daaraan veranderen?

Een krachtige houding, maar daarom geen evidente. Want meteen ligt het gevaar op de loer dat je in het andere uiterste vervalt en vanuit een soort almacht denkt dat alles maakbaar en oplosbaar zou zijn. Of zoals psychiater Dirk De Wachter het met een oneliner zegt: ‘De oplossing van de wereld ligt niet in de Bongobon.’ Waarmee hij bedoelt dat het counteren van problemen geen kwestie is van een paar kant-en-klaartrucjes, zoals ze ons dikwijls verkocht worden, en dat we als westerlingen ook weer zullen moeten leren leven met een zekere noodlottigheid en een gevoel van kwetsbaarheid. ‘De westerse wereld is een beetje doorgeschoten in dat idee van “maakbaarheid”’, zegt De Wachter. ‘We denken heel pretentieus dat we alles kunnen regelen. En als het dan niet lukt, dan zijn we kwaad en gefrustreerd, en dan dreigt alles te kantelen.’ Ook al omdat in een maakbare wereld bij mislukking impliciet het oordeel klinkt ‘dat je wellicht niet echt je best hebt gedaan’. Of zoals Karolijn het aan de familietafel zei: ‘Je gaat me toch niet vertellen dat het ook nog eens allemaal mijn schuld is …?’ Zoeken naar verantwoordelijkheid roept ook veel weerstand op. We gaan het slachtoffer toch niet ook nog eens culpabiliseren …? ‘Maar eigenlijk is dat slordig denken’, reageert filosoof Gerbert Bakx daarop. ‘Er is een groot verschil tussen verantwoordelijk zijn en schuldig zijn. Je kan verantwoordelijk zijn voor sommige zaken, maar dat wil niet zeggen dat je er schuldig aan bent. Schuldig ben je als je wetens en willens, dus bewust, iets kwaad doet. Verantwoordelijk kan je worden wanneer je inziet dat je zelf iets aan een situatie kan veranderen.’