erven

Een erfenis, niet altijd een cadeau

Nu spreken over later

Die bereidheid is er volgens de bemiddelaar zeker en vast. Ze is zelfs van mening dat als mensen hardnekkig bij hun standpunt blijven, ze daar ook hun redenen voor hebben. Anouk Moors: ‘We kijken dan vooral naar wat mensen nodig hebben om het gesprek in te gaan. Je mag gaan voor wat je belangrijk vindt. Bemiddeling betekent zeker niet dat je altijd moet toegeven. Het betekent dat we een zo goed mogelijke oplossing gaan vinden.’ Nóg beter is het natuurlijk om te zorgen dat je conflicten vóór bent. Bijvoorbeeld door bij leven je nalatenschap met je toekomstige erfgenamen te bespreken – al dan niet samen met een bemiddelaar – en vast te laten leggen bij een notaris. Nu spreken over later, over die nalatenschap en dat zo transparant mogelijk, kan veel leed voorkomen. Worden ouders zorgbehoevend, dan is het slim om met alle betrokkenen een zogenoemd zorgcontract op te stellen. Daarin zet je heel heldere afspraken onder andere over hoe de zorg en de financiën worden georganiseerd. ‘Vaak wordt er al eens gezegd dat al die zaken niet zo’n vaart lopen, maar de praktijk laat dikwijls anders zien’, merkt Moors op. ‘Onderteken daarom samen zo’n contract en geef het in bewaring bij bijvoorbeeld een bemiddelaar of notaris.’

Als je er trouwens echt van overtuigd bent dat je bij een erfenis op méér recht hebt, doe je er toch goed aan om eerst te informeren naar je positie en of je idee wel klopt. Al kan dat bij materiële spullen al eens moeilijk zijn. Vaak is niet de geldwaarde, maar de emotionele waarde een struikelblok. ‘De een kan bijvoorbeeld veel meer waarde hechten aan de trouwringen van ma en pa, terwijl de ander zich afvraagt wat die qua goud eigenlijk nog waard zijn’, zegt de bemiddelaar. ‘Ik herinner me ook nog een discussie die qua materiële waarde nergens over ging, maar de gemoederen danig bezighield in een familie van fruitboeren. In de nalatenschap zaten vijftien oude fruitkisten die destijds 20 frank per stuk hadden gekost. Het ereloon van de bemiddeling daarover kostte al meer dan de waarde ervan. De discussie ging dan ook niet over die kisten, maar over het gebrek aan vertrouwen in elkaar. De meeste discussies rond erfenissen gaan over oude pijn. Bijvoorbeeld over dat je zus of broer kansen heeft gehad die jij niet kreeg. Over het zwarte schaap zijn in de familie. De band die er vroeger was, daar wordt vaak naar gerefereerd. Dus kan je maar beter zorgen dat je samen met alle erfgenamen afspraken maakt voordat je komt te overlijden. Wat niet weet wat niet deert, gaat dus zeker niet op. Zo heb ik ooit met een dame en haar twee zonen de erfenis besproken. De ene zoon was alleenstaand, zonder kinderen en met een flinke spaarpot, de andere zoon had drie studerende kinderen, was getrouwd en had een gemiddeld inkomen. De moeder vertelde dat haar verstand zei dat ze haar twee zonen gelijk zou moeten behandelen, maar haar hart vond dat niet kloppen. De theorie klopte, maar in de praktijk vond ze dat moeilijk. We hebben daar alle drie open over gesproken en zijn uiteindelijk samen tot een goede oplossing gekomen. Openheid en communicatie met alle betrokkenen is daarom de beste manier om conflicten te voorkomen.’