Natalia: ‘Ik ben een wereldkind’

‘Als je voelt dat je gedragen wordt door een hoop vrouwen met allemaal dezelfde issues, geeft dat een enorm vertrouwen’

Voelde jij je eenzaam in die gouden kooi? Iedereen mocht met de fiets naar school, terwijl jij met de wagen werd gebracht.

ND: ‘Ik heb me veel alleen gevoeld, ja. Mijn jongste zus is vertrokken toen ik zeven was, vanaf dat moment moest ik thuis mijn plan trekken. Maar ik heb me zelden verveeld. Ik verzamelde briefpapier, postzegels en pluchen beren, ik heb mezelf Frans en Engels geleerd met cassettes toen ik negen was,k tekende schreef gedichten enn ik had natuurlijk mijn muziek; die stond altijd op.’

Heb je nooit de behoefte gevoeld om te rebelleren?

ND: ‘Ik heb gerebelleerd tot een paar jaar geleden! (bulderlacht) Vooral de eerste vier jaar op internaat, van mijn elfde tot mijn veertiende, was ik een stout kind. Thuis niet. Ik had een grote mond, maar mijn ouders konden overal komen met mij.

Als je ouders veel in de doofpot stoppen, denk je dat alles goed is. Ik kreeg thuis heel dubbele boodschappen. Soms voelde ik dat er iets was, maar dan zeiden mijn ouders: “Neen, dat denk je maar.” Dat is het slechtste wat je kan doen, tegen een kind zeggen dat wat het voelt niet juist is, terwijl het eigenlijk gelijk heeft. Want later ben je fucked up, dan vertrouw je niet meer op je eigen intuïtie. Dat leer ik nu weer, sinds een paar jaar. Want ik negeerde wat ik voelde, bleef doorgaan en ging over mijn grenzen. Door met mijn moeder te praten en veel te analyseren, weet ik intussen perfect vanwaar bepaalde dingen komen. Toen onze papa is gestorven, heb ik zoveel inzichten gekregen! Hij moest dood, echt.’

Wat bedoel je daarmee?

ND: ‘Zijn tijd was gekomen. Hij zou niet meer aangekund hebben wat ik daarna nog allemaal heb gedaan. Alles gebeurt om een reden. Ik geloof dat je een bepaald lot hebt en dat je de weg ernaartoe kan kiezen of invullen zoals je dat zelf wilt, maar toeval bestaat niet. Ik heb in mijn leven al te veel meegemaakt waarvan ik denk: dat kan geen toeval zijn. Ik geloof oprecht dat je dingen uitstuurt.

Vroeger moest ik alles onder controle hebben. Nu niet meer. Ik vecht niet meer graag. Als ik voel dat er iets niet klopt, doe ik het niet. Vroeger zou ik dat gevoel genegeerd hebben, nu laat ik de dingen los. Dat geeft mij rust.’

Wanneer is dat veranderd?

ND: ‘De laatste twee jaar nog maar. Door dingen die je meemaakt in je leven. Door pijnen, en het loslaten van pijnen. Weten dat alles uiteindelijk goed komt. Vroeger zag ik mezelf als een echte Kempendochter. Nu zie ik mezelf als een wereldkind, iemand die overal kan zijn. Als je op goede voet staat met jezelf, maakt het niet uit waar je bent, dan voel je je overal thuis.’