Binu Singh: ‘Zielengroei is voor mij belangrijker dan genot’

Haar grootste wens is dat ieder kind ter wereld zich gezien, gehoord en gedragen voelt. En dat begint al van in de baarmoeder. kinderpsychiater Binu Singh verlegt elke dag opnieuw haar steentje in de rivier, met haar baanbrekend werk over die belangrijke eerste duizend dagen in een mensenleven. En dat doet ze op haar eigen onnavolgbare manier, met een boeiende mix van westerse wetenschap en oosterse wijsheid.

Interview Ans Vroom – Foto’s Charlie De Keersmaecker – Visagie Leonie Gysel

Eind 2021 ging de passage van Binu Singh bij Thomas Vanderveken in Alleen Elvis blijft bestaan niet onopgemerkt voorbij. Haar pleidooi voor meer aandacht voor het jonge kind raakte bij veel kijkers een gevoelige snaar, niet in het minst bij ouders die met schuldgevoelens over hun work-lifebalans worstelen. Ze ontpopte zich tot een inspirerend rolmodel voor jonge moeders, die ze de weg wijst met een ontwapenende glimlach in plaats van een belerend vingertje. Als wetenschapper beschouwt ze het als haar morele plicht om de boodschap waar ze zo hard in gelooft zo veel mogelijk naar buiten te brengen. Daarom heeft ze onlangs haar inzichten gebundeld in het boek Van Hart tot Hart, een inspiratiegids vanuit het jonge kind. Daarin nodigt ze lezers uit om te voelen en na te denken over hoe we beter voor onze kinderen én voor onszelf kunnen zorgen. Want daarin schuilt volgens haar het geheim van een mooiere samenleving. Een gesprek met Binu Singh voelt als een wollen dekentje op een koude winteravond: warm, zacht en heilzaam.

Binu, het woord dat steeds in je discours terugkeert, is “mildheid”. Ben je bewust bezig met de manier waarop je een soms moeilijke boodschap naar buiten brengt?
Binu Singh:
‘Zeker. Ik kies er heel expliciet voor om in de knellende schoenen van het jonge kind te gaan staan en het probleem vanuit dat perspectief aan te kaarten. Dat kan confronterend zijn, maar ik wil ouders absoluut geen schuldgevoel aanpraten. Ouders doen doorgaans keihard hun best. Ze voelen een enorme verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen, terwijl ze er in vergelijking met vorige generaties veel vaker alleen voorstaan. Ik hamer er dan ook op dat het schoentje niet bij de ouders wringt, maar bij onze individualistische maatschappij die eindeloos verder holt in de ratrace. Door het systeem waarin we leven, kunnen we niet altijd de ouders zijn die we willen zijn of onze kinderen geven wat ze nodig hebben. En dat zorgt voor dubbele pijn: pijn bij de ouder die voelt dat hij tekortschiet, en pijn bij het kind dat er het slachtoffer van is. Mildheid verzacht dat. Het gaat hier niet over een persoonlijk, maar over een collectief falen.’

Heb je altijd geweten dat dit je roeping zou zijn?
B.S.: ‘Een roeping is gebaseerd op twee vragen: “Wie ben ik echt?” en “Wat wil ik in beweging brengen in de wereld?” Het is geen rol die je doelbewust nastreeft, want dat verengt je leven, terwijl een ware roeping je als vanzelf bij allerlei rollen brengt. Ik had nooit gedacht dat ik kinderpsychiater zou zijn, dat ik pionierswerk voor baby’s zou verrichten, of dat ik in de media zou verschijnen; laat staan dat ik een boek zou schrijven om het jonge kind een stem te geven. Maar ik voelde steeds duidelijker dat ik iets in beweging wilde zetten, dat ik iets wilde bijdragen op vlak van preventie. Door mijn oosterse roots heb ik altijd geweten dat preventie belangrijker is dan genezing. De meerwaarde van holistische denken heb ik met de paplepel meegekregen. Ik wist al heel vroeg dat ik dokter wilde worden, want ik was gefascineerd door het belang van zwangerschap en geboorte in een mensenleven. Het plan was dan ook om gynaecologie te studeren, maar tijdens mijn stages geneeskunde ontdekte ik dat mijn voorliefde voor verbinding verder reikte dan de louter medische kant van de zaak. Toen ik de specialisatie infantpsychiatrie ontdekte, voelde dat als thuiskomen.’

In India geldt veel meer het idee ‘It takes a village to raise a child’, iets wat wij in het westen uit het oog zijn verloren. Hoe hard ben jij beïnvloed door de cultuur van je geboortegrond?
B.S.: ‘In India heerst inderdaad nog veel meer een groepscultuur, terwijl wij hier individualisme en autonomie hoog in het vaandel dragen. Mijn grote voordeel is dat ik heb kunnen leren van de twee culturen waarin ik ben opgegroeid. Ik ben op mijn zevende naar België verhuisd, maar mijn ouders, die traditionele sikhs zijn, hebben mij alle waarden en normen van hun opvoeding meegegeven. Dat heeft serieus gebotst toen ik ouder werd en de dingen niet deed zoals zij dat hadden verwacht. Anderzijds beschouw ik het als een grote rijkdom dat ik zo’n breed wereldbeeld heb meegekregen. Wat hier in België cultureel gangbaar is, is voor mij niet de enige waarheid. Ik ben van jongs af aan uitgedaagd om nieuwsgierig te zijn en het systeem in vraag te stellen. Ik weet dat ons buikgevoel ons meestal waarschuwt wanneer er iets niet klopt. Daarnaast ben ik heel dankbaar dat ik de wetenschappelijke opleiding heb gekregen om dat buikgevoel te kunnen onderbouwen en kritisch naar de dingen te kunnen kijken.’

LEES VERDER IN HET WINTERNUMMER VAN PSYCHOLOGIES, NU IN DE WINKEL …