slongs dievanongs

Slongs Dievanongs: ‘Ik geloof weer in mijn vrouwelijkheid’

‘Na mijn studies Facility Management heb ik het café van mijn stiefmoeder overgenomen. Achter de toog staan was een van de beste rollen van mijn leven! Je speelt jezelf, maar je moet wel elke dag vrolijk en begripvol zijn. Ik had een eigen podium van vijf centimeter hoog. Ik heb dat heel graag gedaan, tot ik dacht: dit is het niet, er is nog iets anders in het leven. Ik heb alles opgegeven en ik ben in het diepe gesprongen, zonder plan, zonder verwachtingen. Het is de beste beslissing van mijn leven geweest. Hoe beangstigend nieuwe uitdagingen soms ook zijn, dat is toch wat mijn bloed sneller doet stromen.’

Je bent toen in je eentje naar Thailand getrokken. Waarom?

SD: ‘De dag dat ik mijn zaak stopzette, zou ik bij mijn lief intrekken. En net op die dag zei hij dat het eigenlijk niet meer hoefde. Daar stond ik dan, zonder huis, zonder zaak, zonder lief. Ik heb toen zes maanden in een soort van waas rondgelopen en impulsief een ticket geboekt naar Thailand. De eerste week was heel scary, zo in mijn eentje, ik heb heel veel gebleit. Maar beetje bij beetje kom je bij jezelf terecht. Hoe komt het dat ik hier terechtkom, hoe komt het dat ik altijd zulke vriendjes aantrek? Ik kwam uit bij een gebrek aan eigenliefde, een gebrek aan zelfrespect. Als je een langere periode weggaat, ontheem je en kan je weer met een schone lei beginnen. Niet dat je je anders gaat voordoen, maar je komt in nieuwe, onbekende situaties terecht en je kan jezelf waarnemen en loskomen van vaste patronen en verwachtingen. Zo heb ik een stuk zelfappreciatie teruggevonden.’

Moet een mens naar Thailand om dat te ontdekken?

SD: ‘Dat kan evengoed ergens in Kalmthout in een hut. Het heeft vooral te maken met het kunnen loslaten van de dagelijkse sleur. Maar het voordeel van zulke landen is dat mensen daar nog veel dichter bij hun cultuur staan. Boeddhisme gaat over vrede, verdraagzaamheid, vriendelijkheid, vergevingsgezindheid. Je ziet dat daar nog veel meer en dat doet goed aan de ziel. Het is fijn om te zien dat mensen nog gewoon lief kunnen zijn zonder daar per se iets voor terug te willen. Mensen zijn daar nog veel meer bezig met wat er tussen hemel en aarde zit.

Ik heb het boeddhisme ontdekt rond mijn twintigste via een boekje van de dalai lama, De kunst van het geluk. Dat heeft voor de eerste doorbraak in mijn bolster gezorgd. Ik was heel competitief en ik ontdekte dat het veel fijner voelt om de dingen niet de hele tijd als een bedreiging te zien. Boeddhisme gaf mij rust. Zo ben ik meer beginnen lezen over esoterie, psychologie, filosofie en de manier waarop mens en maatschappij correleren.

In Thailand heb ik veel geleerd over onthechting en over leven in het nu. Ik heb daar een soort minihersenspoeling gehad. Toen ik terugkwam, zag ik opnieuw de schoonheid van de dingen. Waar ik vroeger de lelijkheid zag in mensen, kon ik nu mijn focus verleggen en het positieve zien. Ik was verliefd op de bijen en de bloemen, ik kon naar een boom zitten kijken en mij verwonderen over de magie dat zo’n boom groeit en bloeit en zwijgt en toch zoveel te vertellen heeft. (pinkt een traan weg) Mijn kwaadheid van vroeger was voor een groot deel verdwenen. Die reis heeft mij heel goed gedaan.’

Je kon eindelijk je masker afzetten?

SD: ‘Ja. In Thailand heb ik voor het eerst in jaren weer gehuild, als een kind. Ik kon het toelaten en omarmen, zonder me erin te wentelen. Alles was meer in evenwicht, waardoor ik minder stoer hoefde te zijn. Ik was op een punt gekomen dat alles goed was. Dat was mijn grote bevrijding. Als je niks verlangt en openstaat voor alles, ga je gemakkelijk mee in dingen. Je hebt geen twijfels, ziet het leven weer een beetje als een kind, als een avontuur. Toen vroeg Halve Neuro mij om een paar liedjes mee te zingen en daar is alles begonnen.’