Welkom in het tijdperk van alternative facts

De mens als manipulator

Zoeken naar ‘de waarheid’, het lijkt een acute queeste in deze tijden van verwarring. Uiteraard is die queeste niet nieuw; filosofen stellen zich al van oudsher vragen over de waarheid. Het thema houdt ons al sinds mensenheugenis bezig. We hebben er nu eenmaal evolutionair voordeel aan te weten wat objectief waar is en wat illusie. Een vergissing tussen beide kan in precaire toestanden je leven kosten. ‘Mensen hebben altijd al feiten nodig gehad om keuzes te maken die van belang zijn voor hun overleving. Als oermens wilde je ook met zekerheid weten of er een beer je grot was ingelopen of niet. Op zo’n moment was je met alternative facts niet geholpen. En als er in die tijd al mensen waren die het niet kon schelen of een plant giftig was of niet, dan zijn wij daar al zeker niet de nakomelingen van’, zegt Johan Braeckman, filosoof, hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit Gent en (co-)auteur van onder andere De ongelovige Thomas heeft een punt. ‘Maar hoe hard de mens ook gebrand is op waarheid, hij is net zo goed een soort die anderen tracht te manipuleren, misleiden en bedriegen. We doen het allemaal, of het nu bewust is of onbewust.’

Als Trump iets declameert, fronsen velen van ons inmiddels al bijna als vanzelf onze wenkbrauwen. We zijn op onze hoede. Ook als iemand in je nabije omgeving glashard liegt hoop je aan zijn of haar lichaamstaal of stemtimbre te kunnen detecteren dat er iets niet pluis is. Al lukt dat niet altijd. Sinds half april volgen we met z’n allen het programma De Leugendetector op VIER, waar Gerard van den Berg, directeur van de Leugenacademie, de laatste en meest moderne technologie gebruikt om te achterhalen of iemand liegt of niet: de Layered Voice Analysis meet emoties in de menselijke stem. En inderdaad, zo blijkt uit het programma, ook in ons persoonlijke leven hebben we zo onze redenen om de waarheid regelmatig te verdraaien. Net zo bij anderen die met ons communiceren. Er zijn best wat redenen waarom informators niet helemaal waarheidsgetrouw rapporteren. Of het nu gaat om een leugentje om bestwil, een verdraaide of halve waarheid, een grove leugen of radicale propaganda, het is op dat moment in het voordeel van de communicator dat de ander de verdraaide werkelijkheid voor waar aanneemt en zijn gedrag eraan aanpast. ‘Kinderen ontdekken rond hun vier-vijf jaar al de kracht van liegen en bedriegen, en dat geeft hen een machtig gevoel. Het is interessant om in iemand anders’ hoofd een stukje info te kunnen plaatsen die niet strookt met de werkelijkheid’, zegt Braeckman. ‘Anderzijds, juist omdat we als mensen geneigd zijn elkaar te bedriegen, hebben we ook altijd geprobeerd de leugen te doorprikken. We zijn er alert voor.’

Informatie verdraaien om te manipuleren is van alle tijden. Alleen maakt de huidige digitale context dat een eventuele leugen of vorm van propaganda zich nu veel makkelijker kan verspreiden dan vroeger. ‘Daar staat tegenover dat het ook veel makkelijker is geworden om de waarheid over veel zaken te ontdekken’, merkt Braeckman op. ‘Mede dankzij de sociale media wordt het moeilijker om feiten te verdoezelen. Mensen hebben smartphones, dus als zich ergens – waar ook ter wereld – iets voordoet, is de kans groot dat het gefilmd wordt. Dat brengt een zekere vorm van bewijs. Anderzijds kunnen die beelden ook vervalst worden. Deze evolutie is dus zeker niet zonder meer positief of negatief te noemen. Let op: er is ook een ontzettend groot deel van de informatie die wél betrouwbaar is, daar moeten we mijn inziens toch wel hoopvol over blijven.’