Een baby op bestelling, waar ligt de grens?

Marije Vermaas-Boer schreef samen met Martine van Blaaderen het boek Beschuit zonder muisjes naar aanleiding van hun eigen zoektocht en verlangen naar een baby. ‘Ik was destijds al bevallen van mijn eerste baby, maar Martine zat nog midden in het proces van wachten, hopen, verlangen, teleurstelling en vragen. We vonden weinig boeiende en hoopvolle boeken over dit onderwerp en besloten zelf een boek te schrijven naar aanleiding van interviews met elf stellen. We vroegen hen wat het nog onvervulde verlangen naar een baby deed met henzelf, hun relatie, hun geloof en levensinvulling en hun levensvreugde. We startten tegelijkertijd een gelijknamige website en een facebookpagina om het taboe rond dit onderwerp te helpen doorbreken en mensen met elkaar in contact te brengen, ook via ontmoetingen voor vrouwen of koppels.’

Marije kent de impact van vruchtbaarheidstrajecten op vrouwen en koppels: ‘Een belangrijk aspect is dat mensen vaak denken dat het wel goed komt. Dat is wat de medische wereld ook zegt: we gaan alles proberen. Maar mensen gaan daarbij in hun verlangen soms over hun eigen grenzen of ze verliezen elkaar. Ook lukt het niet altijd, er komt een moment dat je moet zeggen: hier stopt het voor ons. Dat is voor veel mensen ontzettend moeilijk, aangezien de buitenwereld denkt dat je met ivf of ICSI altijd wel een kind kan krijgen. Fysiek is de impact op vrouwen erg groot. Het kan voelen alsof je lichaam niet meer van jezelf is. Je kunt geobsedeerd en gefrustreerd geraken met je lijf. Je lijf omarmen, het feit dat je buik misschien altijd leeg zal blijven, dat is noodzakelijk om verder te kunnen. Emotioneel kom je in een roetsjbaan terecht. Hoop, verwachting, teleurstelling, jaloezie, schuld en schaamte maar ook boosheid, alles komt langs. Goede begeleiding hierbij is broodnodig. Ook om er met elkaar als koppel uit te kunnen komen wat je wil, verlangt en verwacht. En natuurlijk is het financieel ingrijpend. Hoeveel mag het kosten? Wij raden mensen aan voor zichzelf na te denken wat de redenen zijn voor de kinderwens. Waarom wil je graag kinderen, wat zijn de achterliggende gedachten, en zou je dit ook kunnen realiseren zonder kinderen? Daarbij denk ik aan zaken zoals je waarden doorgeven, voor iemand zorgen, liefde doorgeven.’ Marije benadrukt dat het belangrijk is, ook tijdens een traject, om op een duidelijk punt de afweging te maken al dan niet verder te gaan. ‘Het steeds weer blijven proberen kan heel frustrerend zijn. Een pauze inlassen is soms goed of zelfs noodzakelijk om de relatie te redden of om het dagelijkse leven niet te vergeten.’

It’s complicated

Op dit moment zijn de ingrepen en behandelingen rond ‘het maakbare kind’ meestal verbonden met de onmogelijkheid op een natuurlijke manier een kind te concipiëren, zoals het gebruik van donorzaad of donoreicellen voor bijvoorbeeld lesbische koppels of vrouwen die geen eicellen aanmaken. Dit brengt ons ook bij draagmoederschap, of zelfs baarmoedertransplantatie voor vrouwen die geen baarmoeder hebben. Ingrepen die niet alleen invasief zijn op zich, maar ook emotioneel en ethisch veel vragen oproepen. De reikwijdte van de impact van donorschap is vaak groter dan we denken en overstijgt de directe context van de wensouders veelvuldig. Denk maar aan het verdriet van bijvoorbeeld een oma wiens lesbische dochter eerst een dochtertje kreeg met een bevriend homostel, en daarna ook een dochtertje baarde voor het stel. De tweede dochter groeide vanaf de geboorte bij de twee mannen op. De vrouw was er dus biologisch wel de oma van, maar kon die rol niet opnemen.