Burn-out, de verzwegen emoties

Zsofia: ‘Burn-out is inderdaad veel meer dan een economisch of werkgerelateerd verhaal, het is een symptoom van onze tijdsgeest. Vroeger bestond het ook al maar onze constante bereikbaarheid heeft het erger gemaakt. Burn-out wordt nogal eng omschreven als een ziekte, maar ik beschouw het dus veel breder als een symptoom van deze tijd. Dat is ook de benadering in de documentaire. We willen het fenomeen op verschillende manieren belichten, niet verklaren of er een definitie op plakken. We stellen geen criteria voorop. Er is niks wat moet kloppen. We laten het enkel zien in al zijn facetten door de getuigenissen naast elkaar te zetten.’

Blijft het zo allemaal niet een beetje vaag?
Sophie:
‘De standaardomschrijving die tegenwoordig gebruikt wordt is “werkgerelateerde depressie”. (fel) Maar het gaat om veel meer dan werk alleen en het is géén depressie. Depressie is een stemmingsstoornis. Burn-out is een energiestoornis. En toch is de behandeling voor burn-out en depressie nagenoeg hetzelfde. Ga je naar de huisarts met een burn-out, dan krijg je antidepressiva en therapie voorgeschreven. Dat is een beetje gemakkelijk, zo’n quick fix. En het is ook ronduit gevaarlijk om antidepressiva te nemen als je ze eigenlijk niet echt nodig hebt. Je zal maar het ongeluk hebben dat je aangewezen bent op een hulpverlener met weinig kennis ter zake. Zelf had ik het ongeluk dat er geen klik was met mijn eerste psychologe. Het was een hele zoektocht naar de juiste hulpverlening en dat wil ik ook wel meegeven aan mensen die een burn-out hebben. Zoek wat bij jou past. Dat is voor iedereen anders.’

Wat ligt volgens jullie aan de basis van die energiestoornis?
Zsofia:
‘Na achttien interviews is het ondertussen duidelijk dat burn-out vaker voorkomt bij een bepaald “type” mens. Alle mensen die we geïnterviewd hebben, hadden bepaalde kenmerken gemeenschappelijk. Ze zijn perfectionistisch, hechten veel belang aan uitwendige goedkeuring, zijn vaak grenzeloos, leven voor anderen en het is niet enkel de werkdruk die hen te veel wordt, maar ook de druk die ze zichzelf opleggen. Ik snap wel waarom er gesproken wordt over een “werkgerelateerde ziekte”: de meeste mensen spenderen nu eenmaal het gros van hun tijd op het werk. Maar rekening houdend met die karakterkenmerken kan een burn-out dus net zo goed voorkomen bij een huisvrouw of een student. Alles hangt er maar van af op welk domein je verondersteld wordt te presteren.’

De kenmerken die je omschrijft klinken als een definitie van ‘hooggevoelig’.
Zsofia:
‘Inderdaad! En dat komt veel vaker voor dan je zou denken. Maar niet alleen dat: hooggevoeligheid beperkt zich niet tot je werk. Je bent het overal. De druk ligt altijd en overal veel hoger. Daardoor verlies je balans en raak je almaar verder verwijderd van jezelf.’

Sophie: ‘Dat is dus de andere betekenis van de titel Wanneer kom je terug. Naast de vraag die je van anderen krijgt, is het voor mij vooral ook de vraag die je jezelf stelt.’

Een die moeilijker te beantwoorden valt.
Sophie: ‘Absoluut. De verwijdering van jezelf begint al op jonge leeftijd. Als kind ben je heel vatbaar voor je omgeving. Op school moet je bijvoorbeeld al heel jong een richting kiezen. Op achttien jaar gebeurt dat opnieuw. Mijn ouders zeiden altijd: “Pas op dat je geen deuren toedoet.” Schrik om de “verkeerde” keuzes te maken. Leven gebeurde voor mij op automatische piloot. Ik heb me nooit afgevraagd wat ik echt wilde. Een goede job, goed verdienen, een mooie auto, een ferm lief, veel van de wereld zien, dat zijn de “te willen” dingen in het leven. Maar ik voelde dat er iets niet juist zat en dan begin je jezelf te veroordelen. “Ik heb verdorie alles, waarom klopt het dan niet voor mij?” In de coaching na mijn burn-out was de eerste vraag die gesteld werd: wat doe je graag?’