schematherapie

Hoe doorbreek je hardnekkige patronen?

Gezonde-volwassene-modus

Schematherapie-grondlegger Jeffrey Young bedacht in eerste instantie achttien schema’s, maar inmiddels wordt veel gewerkt met ‘modi’ (zie kader). Een modus is een gevoel, gedachte of gedrag waarin je schiet, in een bepaalde situatie, meestal wanneer er oude gevoelens worden opgeroepen. Zo ging Karen na de kritiek van haar chef in de modus van het gekwetste kind. In schematherapie is het de bedoeling om je belemmerende modi te herkennen en ze te vervangen door constructieve patronen van de gezonde-volwassene-modus. Bij die modus heb je zelfvertrouwen, doe je dingen die goed voor jezelf zijn op lange termijn, koester je je kwetsbare kant, stel je grenzen aan het woedende kind en neutraliseer je de straffende ouder. Om van een belemmerende naar een gezonde modus te gaan wordt er in schematherapie met allerlei technieken gewerkt. Een ervan is de tweestoelenoefening. Daarbij krijgen je kindmodus en je volwassen modus ieder een stoel en beweeg je tussen die stoelen om zo een dialoog te krijgen tussen je verschillende modi. Een andere veelgebruikte techniek is imaginatie. De therapeut neemt je dan mee naar een specifieke situatie in je kindertijd, waarin je gaat ingrijpen. ‘Vooral bij het schema minderwaardigheid kan die oefening nuttig zijn’, stelt Wouter Stassen. Iemand die zich minderwaardig voelt, gaat vaak in de modus van de bestraffende ouder. Hij zegt dan tegen zichzelf dat hij niet goed genoeg is, dat wat misgegaan is zijn schuld is en dat hij alles verkeerd doet. ‘Ik breng diegene dan in gedachten terug naar een situatie in zijn jeugd waarin hij zich nietig voelde’, vertelt Stassen. ‘Vervolgens laat ik de cliënt zichzelf als kind toespreken: dat hij het wél goed doet, wel oké is, dat het niet zijn schuld is. Ook heel krachtig is om imaginair tegen de ouders of andere “agressors” in te gaan: bijvoorbeeld dat ze verkeerd zijn door een kind zoveel verantwoordelijkheid op te leggen.’ Waar het bij die oefeningen in se om gaat, is om je basisbehoeften als kind, bijvoorbeeld veiligheid, alsnog te erkennen en in te vullen. Om zo als volwassene vollediger, evenwichtiger en gelukkiger in het leven te staan, wat uiteindelijk het doel van schematherapie is.