Hoe overleef je een landschapsbureau?

Alles open en bloot

De vele prikkels en concentratieproblemen die Pieter Offermans beschrijft, zijn een veelvoorkomende klacht van mensen die samen met anderen in eenzelfde ruimte werken. ‘Dat er meer contact en communicatie tussen collega’s onderling mogelijk is, is op zich een voordeel’, vindt Scholiers. ‘De drempel is bijvoorbeeld veel lager om een praat­­je te slaan met die collega met wie je anders maar zelden contact hebt. We merken ook dat beginnende werknemers veel sneller bijleren, net omdat ze alles zien gebeuren en oppikken. Maar informele gesprekjes op het werk gaan soms ook over privézaken of onderwerpen die niet puur werkgerelateerd zijn. En dan kom je al snel uit bij een ander probleem: privacy. Zowel werkgerelateerde als persoon­lijke informatie die gevoelig ligt, komt eigenlijk open en bloot in de ruimte terecht. Iedereen luistert mee.’ Hoe los je dat op? Volgens Scholiers ligt er een grote verantwoor­delijkheid bij de bedrijven en werkgevers. ‘Zij kunnen investeren in aparte, afgesloten ruimtes’, vertelt ze. ‘Naast het open bureau, zouden er ook stilteruimtes moeten zijn waar iemand even tot rust kan komen of net heel geconcentreerd kan doorwerken en waar niet gebeld of gepraat wordt. Of overlegzaaltjes waar net wél heel druk gebrainstormd en vergaderd kan worden. De koffieruimte is ook een mooi voorbeeld: vaak zit die in landschapsbureaus ergens in een hoekje en luistert iedereen mee of worden werknemers gestoord door de pauzemomenten van hun collega’s. Een aparte koffiekamer, die dicht genoeg bij het bureau ligt om de drempel laag te houden, is een pluspunt. Zo scheid je formeel en informeel letterlijk van elkaar af. En er is nog een groot voordeel: we zitten allemaal veel te veel en té lang in dezelfde houding, zeker op het werk. Als je af en toe van ruimte moet veranderen of tijdens de koffiepauze je bureaustoel inruilt voor een barkruk, beweeg je automatisch veel meer en zit er meer variatie in je houdingen.’