trop is te veel

Trop is te veel

Honger naar meer

Het kan belangrijk zijn om te matigen in het leven, maar we mogen er ook niet in overdrijven, merkt de Franse sociologe Anne Chaté op. ‘Als je je te snel of te vroeg in je leven laat beperken, kan matiging een gevoel geven van verlies. Omdat je je mogelijkheden beperkt. Omdat je jezelf censureert of belet om onverwachte maar verrijkende dingen te beleven. In een samenleving waarin iedereen klein zou dromen, krijg je minder vooruitgang, minder variatie, minder risico of kans om het bestaande systeem dooreen te schudden indien nodig.’ Onze grote honger naar meer heeft dus zeker zijn voordelen. Een onderzoek aan de University of Minnesota (2013) gaf al aan dat rommel, veelheid of chaos de geest juist kan aanzetten om los te breken uit conventies en zo creatief denken en nieuwe ideeën in de hand werkt. Veel creatieve geesten werkten overigens ook in een rommelige omgeving, neem bijvoorbeeld Roald Dahl, Steve Jobs of Albert Einstein. En ook in de natuur is er zowel orde als chaos. Veelheid heeft in ons leven dus zeker een plaats. ‘Als de behoeften die ons drijven in evenwicht zijn, is die veelheid aan prikkels prima’, merkt ook Björn Prins op. ‘Maar soms groeit er een disbalans in die behoeften en kunnen er blinde vlekken ontstaan, zoals de man die huwelijksproblemen heeft en zich daarom gaat storten op zijn werk. Zo kunnen zich patronen ontwikkelen die zich gaan verankeren, zonder dat we ons daarvan bewust zijn. We doen bijvoorbeeld op zaterdagochtend onze laptop open en vier uur later zitten we daar nog. Als onze impulsen automatisch verlopen, aangedreven door internetprocessen of een dwingende werkgever, dreigen we te verzuipen. En als we verzuipen, zijn we minder weerbaar en hebben we gemakkelijker de neiging om ons te laten leven.’

Bang voor de leegte

Hoe onrustig of versnipperd het teveel ons ook kan maken, toch gooien we de overlast niet zo gemakkelijk uit ons leven. Brits onderzoek wijst bijvoorbeeld uit dat 90 % van de Britse gezinnen zich moeilijk kan bevrijden van spullen. Volgens psycholoog Oliver James, bestsellerauteur van boeken zoals They F*** You Up en Not in Your Genes, heeft onze tendens om dingen bij te houden te maken met het feit dat we onze identiteit almaar meer definiëren doorheen onze bezittingen: ‘We verwarren wie we zijn met wat we hebben. Het voelt alsof spullen deel zijn van onze persoonlijkheid, deel van onszelf. Ook al is het rommel. En je wil jezelf niet weggooien, natuurlijk’, concludeert hij laconiek. Bovendien zijn we onderhevig aan allerlei innerlijke remmingen die verandering tegenhouden. Volgens Dominique Loreau, Franse schrijfster van boeken die een minimalistisch leven aanprijzen, is de grootste rem onze angst om weg te gooien. ‘Om je leven te vereenvoudigen, moet je nadenken over je ware noden en het overbodige durven weggooien’, zegt ze. ‘Dat betekent delen van jezelf durven opgeven – materiële zaken, maar ook rollen, meningen of gedachten – en niet bang zijn voor het onbekende, de toekomst, verveling, leegte of het herontdekken van jezelf.’ Simplicity is the ultimate sophistication, zei Leonardo da Vinci al, zij het wellicht in het oud-Toscaans. ‘Er is inderdaad niks ingewikkelders dan eenvoud’, bevestigt Loreau, ‘want het vraagt dat je het leven filosofisch of zelfs spiritueel herbekijkt. Het vraagt dat we ons er weer bewust van worden hoe nietig we zijn als mens, en hoe we op elk moment dood kunnen gaan, en die inzichten gaan aanwenden voor ons leven van elke dag.’