Je job, een gouden kooi?

Veel mensen dromen van een ander soort loopbaan. Ze doen hun werk niet (meer) graag maar zien geen uitweg om te ontsnappen uit de ‘gouden kooi’. Weegt de zekerheid van een vast loon wel op tegen meer vrijheid en ontplooiingskansen? Sommigen kiezen voor beide.

Tekst Sigyn Elst

 

De onzekerheid over wat de toekomst brengt, is echt veel minder erg dan de zekerheid dat je vandaag niet gelukkig bent. Ilse Ceulemans, auteur van Het ministerie van werkplezier

 

Een mooi loon, een mobiele telefoon, carrièrekansen, leuke collega’s. Veel werknemers weten wel wat ze hebben aan hun vaste baan. Toch blijken die voordelen niet voldoende om iedereen ook gelukkig te maken op het werk. Volgens cijfers van Biz4ziB is het aantal zelfstandigen in bijberoep, mensen die naast hun vaste baan kiezen voor een beroepsactiviteit als zelfstandige, tussen 2009 en 2014 met 14 % toegenomen. ‘Mensen die zelfstandig willen worden voelen vaak een heel sterke nood aan autonomie en het kunnen ontplooien van hun talenten, een mogelijkheid die ze niet altijd krijgen in organisaties’, zegt Jan Devolder van Securex. Van het kwart miljoen Belgische zelfstandigen in bijberoep, geeft zeven op de tien echter aan dat ze de vaste baan (nog) niet durven loslaten. Vooral de zekerheid van het vaste inkomen doet mensen kiezen voor ‘de gouden kooi’ die hun job vaak is geworden.

‘Ik zie dagelijks mensen die ervan dromen om de stap naar een andere soort loopbaan te zetten’, zegt Hilde Mariën, die mensen coacht die ervoor kiezen om grote veranderingen aan te gaan op het vlak van carrière of levensstijl. ‘Ik zie ook vaak dat het niet zo goed gaat met veel mensen en dat ziekteverzuim omwille van stress toeneemt op het werk. Veel klachten hebben – zowel voor arbeiders als bedienden – onder meer te maken met hoe het werk georganiseerd wordt. Mensen voelen zich maar een schakel, ze gaan zich vragen stellen bij de zinvolheid van hun baan en vervreemden op den duur van het product van hun werk. De vele procedures die vaak amper iets met het werk zelf te maken hebben, maar die ze wel moeten doorworstelen, doen hen twijfelen aan hun baan en op den duur aan zichzelf. Veel van de mensen die ik begeleid, vragen zich letterlijk af: “Is dit het nu? Is er niet meer in het leven?”’