Je ouders vergeven, wat betekent dat eigenlijk?

Klare kijk

Om te kunnen vergeven heb je een zekere maturiteit nodig, een vermogen tot reflectie. Als kind kan je dat niet. ‘Een kind zal eerder vergeten in plaats van te vergeven’, merkt Rober op. ‘Mijn vader heeft me misbruikt en toch moet ik met hem aan tafel zitten. Het enige wat een kind dan kan doen om de band te kunnen normaliseren is het gebeuren wegduwen en dissociëren, doen alsof het niet gebeurd is.’ Maar op een bepaald moment komen symptomen of herinneringen naar de oppervlakte en moeten we daarmee zien om te gaan.

Woede en het onvermogen om te vergeven hebben vaak te maken met het feit dat we het gedrag van onze ouders niet begrijpen. ‘Vaak zien we ook de inzet van de ander niet’, haalt Rober aan. ‘We zien enkel het effect van zijn gedrag, datgene wat ons kwetst, maar we zien niet wat onze ouders geprobeerd hebben, op welke manier ze zich wel ingezet hebben.

Zo zie je wel eens dat jongvolwassenen hun ouders niet kunnen vergeven, tot ze zelf in diezelfde levensfase komen waarin hun ouders hen iets aangedaan hebben. Je ouders waren veel te streng, je mocht niks, ze hebben je mogelijkheden beknibbeld … Tot je eigen kinderen zo groot zijn dat je zelf uit bezorgdheid hun vrijheid beperkt. Plots heb je veel meer begrip voor wat zij gedaan hebben. Het gaat zelfs dieper dan cognitief begrip – je hebt het aan den lijve ondervonden.

Op zo’n moment gebeurt vergeving soms vanzelf. Omdat je het schuldgegeven anders gaat bekijken. Begrip voor de ander maakt vergeving gemakkelijker. In beide richtingen. Het helpt als je begrijpt waarom iets gebeurd is en ook als je jezelf door je ouders begrepen voelt in je gekwetstheid. Maar ik denk niet dat begrijpen een voorwaarde moét zijn voor vergeving.’

Bevrijdende stap

De een vergeeft pas als alles uitgepraat is en alle partijen hun deel hebben ingezien. De ander vergeeft zijn overleden ouder, zonder dat er nog uitwisseling is geweest, om gemoedsrust te vinden in zichzelf. Een derde vindt na zoveel jaar worstelen een klein gebaar van toenadering van de ouders al voldoende om het verleden te laten rusten. Er zijn zoveel varianten van vergeving als er mensen zijn.

Maar altijd is vergeving een moment dat transformeert. Het is een moment, of een proces, waardoor de emotionele poel van kwaadheid, wrok en verwijt omgezet wordt in een stuk aanvaarding en mildheid. Het is een beslissing die opening creëert, die bevrijding, loutering en een soort rust brengt.

Vergeving bevrijdt je van het verleden, zonder het uit te wissen. De focus ligt niet meer op wat geweest is, maar op wat is en wat komt. ‘Als het je lukt om te vergeven zou ik zeggen: doe het’, concludeert Rober. ‘Omdat je jezelf ermee helpt, je maakt je leven er aangenamer en gemakkelijker door. Vergeven doe je niet puur voor de ander maar ook voor jezelf.’

Psychologie

Sarah (28):
‘Die verzoening heeft veel van me gevraagd,
maar het is wel bevrijdend geweest’

‘Toen ik mijn man leerde kennen ben ik hem bewust naar West-Vlaanderen gevolgd, weg van mijn gezin in Gent. Ik voelde dat ik emotioneel afstand moest nemen. Dat heeft een vijftal jaar geduurd. Ik ben heel lang kwaad geweest op mijn vader, al sinds ik tiener was. Hij had een drankverslaving en ik zag in hem de schuld van al onze problemen. We leefden in onzekerheid, wisten nooit in welke toestand hij ’s avonds thuis zou komen. Het maakte mij zo boos: er waren momenten dat ik hem niet meer als mens zag maar als dronkaard. Ook al had ik hem als kind als een heel lieve man gekend.

Nadat mijn moeder bevallen was van mijn jongste zus – ik was toen acht – werd ze chronisch ziek. Ik was de oudste dochter, heb sowieso al een zorgend karakter en dus werd ik helemaal in die ouderrol geduwd. Ik maakte ook mijn moeder verwijten. Waarom had zij ons niet weggehaald uit een situatie die ons duidelijk geen goed deed? Waarom liet ze ons dat ondergaan? Het deed het onbegrip alleen maar groeien.

Op mijn twintigste ben ik volledig ingestort. Ik zat aan de hogeschool maar was niet geslaagd. De hele examenperiode lang had ik ons gezin moeten opvangen, omdat mijn moeder voor de zorg van mijn zieke grootvader instond. Twee jaar geleden heb ik opnieuw écht contact gezocht met mijn moeder. Want ik miste ook mijn zussen, en dat deed veel zeer. Als vanzelf zocht ook mijn vader meer toenadering.

Er ging veel tijd over voor ik tot vergeving kwam. Eerst moest ik kunnen kaderen waarom mijn vader geworden was wie hij is. Dat hij zijn drankprobleem van mijn grootvader had geërfd is nooit een excuus geweest. Maar het bracht wel helderheid. Toen ik hem in dat licht kon zien was de weg naar vergeving minder ver. Die verzoening heeft veel van me gevraagd, maar het is wel bevrijdend geweest. Pas toen ik hen vergeven had kon ik over het verleden vertellen zonder tranen, zonder spijt, haat of pijn. Pas toen kregen alle puzzelstukjes hun plaats.’

Eline Delrue