Feit of fictie? De zevenendertigjarige Lars scande nieuwsberichten altijd al met een kritische blik. Toen de Amerikaanse president Trump foute informatie begon te verspreiden als politiek wapen en alternative news een feit werd, groeide zijn honger naar de waarheid. Dag en nacht surfte Lars het internet af. Tot hij zelf waarheid niet meer van fictie kon onderscheiden en in een psychose belandde.

Tekst: Katrien Elen – Foto: Shutterstock

Icone citation

Toen de man me indringend aankeek wist ik het zeker: het was een Russische spion die me wilde vergiftigen.

Lars*: ‘De klimaatverandering houdt me al jaren uit mijn slaap. Als ik lees over iets wat ik niet ken, dan zoek ik het op. Dat zit in mij. Ik raadpleeg altijd verschillende bronnen en was me er al lang van bewust dat sommige sites door lobbygroepen bij elkaar worden geschreven en dus fake news verspreiden. Al die anti-wetenschappelijke informatie ergerde mij wel. Ik wil de waarheid kennen. Dat is een reflex uit mijn schooltijd. Ik hield al van de bewijzen in fysica en wiskunde.

Toen Trump de opwarming van de aarde in zijn tweets begon af te doen als een hoax was ik gealarmeerd. Ik volgde Amerikaanse nieuwssites als de Washington Post en The New York Times op de voet. Dan lekte het Steele-rapport (naar geheim agent Christopher Steele, nvdr) over de Russische banden van Trump. Ik heb dat rapport helemaal gelezen en ben dieper beginnen zoeken. Zo ben ik terechtgekomen op een Oekraïense blog die melding maakte van enkele verdwijningen in Rusland die mogelijke connecties hadden met het rapport. In de Westerse media kon ik daar toen niets over vinden. Via Google Translate begon ik mee te lezen. Ik maakte tijdlijnen en keek naar de entourage van Trump. Ik legde verbanden tussen een aantal feiten en maakte me echt zorgen dat niemand hier ervan wakker leek te liggen.’

Achtervolgingswaanzin

‘In diezelfde periode was ik op zoek naar werk. Ik wilde iets zinvols doen. In het verleden had ik vaak aangemodderd met werk dat ik niet graag deed. Om meer structuur te brengen in mijn leven zag ik al enkele weken een psycholoog. Iedere dag moest ik bijhouden wat ik deed, van uur tot uur. Zo drong het tot me door dat ik misschien wel de Belg was die het meest opzocht over Trump. Ik dacht toen: dat gaan ‘ze’ verdacht vinden. Ze kunnen me terugvinden via mijn IP-adres. Een van de opties die ik verkende in mijn zoektocht naar werk was het schrijven van een artikel over mijn onderzoek naar Trump. Ik wist zo veel over die man. Ik zag het groots. Nu weet ik dat het typisch is voor een waan dat je denkt dat je de wereld echt kan veranderen …

Na een nachtje zonder slaap – eigenlijk had ik die week nog maar heel weinig geslapen – nam ik de wagen om in een koffiebar te gaan schrijven. Hoewel ik me toen nog normaal voelde, had ik thuis overal briefjes verstopt met informatie en had ik mijn wildcamera geïnstalleerd aan de voordeur. In die koffiebar begon ik eindelijk te schrijven. Op een bepaald moment kwam er een man binnen met een lange jas en een krant onder de arm. Hij had een dikke aardappelneus. Echt een Russische spion uit de films! Hij ging aan de tafel voor mij zitten. Bij zijn vertrek keek hij me lang en indringend aan. Gealarmeerd rekende ik af en ging naar buiten. Toen voelde ik een pijnscheut in mijn schouder. Ik moest onmiddellijk denken aan Lidvinenko (de Russische spion die in 2006 vergiftigd werd, nvdr). Ik was vergiftigd. Ik keek om, maar zag niemand. Ik raakte in paniek en liep een apotheek binnen. Dan kwamen twee mannen binnen die me verdacht leken. Er was geen vluchtroute, dus ik dook achter de toonbank. Toen die mannen weg waren, ben ik tot bij de politie gelopen. Daar heb ik gevraagd om me – voor mijn eigen veiligheid – op te sluiten in een cel en Guy Verhofstadt te bellen. De politie probeerde me te kalmeren, maar ik was extreem op mijn hoede voor de camera’s die er hingen en voor het drankje dat ik kreeg. De politiemannen zijn even meegegaan in mijn verhaal, maar hebben dan een ambulance gebeld. Ik ben wakker geworden in het ziekenhuis, mijn vriendin was in de kamer. Ik fluisterde tegen haar, want de camera’s konden alles registreren. Ik verbood haar om haar gsm te gebruiken, want dan zouden ze kunnen achterhalen waar ik was. Ik stemde toe om naar het psychiatrisch ziekenhuis van Kortenberg te worden overgebracht, dat leek me een veilige plek. Om mijn vriendin maakte ik me wel zorgen. Ik dacht dat ze thuis vermoord zou worden of dat onze wagen zou ontploffen. Ik vreesde dat ik haar nooit zou terugzien. Uiteraard stond ze daar de volgende dag opnieuw. Zo moest ik mijn foutieve gedachten constant bijstellen.’

Grip op de psychose

‘Ik herinner me die psychose heel helder, beter dan wat ik gisteren gegeten heb bijvoorbeeld. Het is een geruststellende gedachte dat ik me zelfs in deze irrationele toestand in veiligheid probeerde te brengen. Dat geeft me houvast. De tweede dag in Kortenberg vond ik het hele verhaal van de achtervolging al wat overdreven, maar geloofde ik nog steeds dat Verhofstadt moest worden verwittigd omdat mijn ontdekking zo groots was. Het was zo frustrerend dat niemand naar mijn verhaal leek te luisteren. Op de derde dag zat ik op bed en dacht ik: shit, wat is dit? Ik ben zo’n kieken geweest. Ik ben nog anderhalve week op de gesloten afdeling gebleven om tot rust te komen. Daar heb ik veel geslapen. Ondertussen volg ik het basisprogramma van 9 tot 16 uur en kan ik ’s avonds naar huis.

Ik ben vaak ongerust. Ik had dit niet zien aankomen en weet soms niet of ik nog kan vertrouwen op mezelf. Ik heb de controle over mijn eigen geest verloren en wil echt weten waar het mis is gegaan. De diagnose moet nog komen. Ondertussen leer ik wel om de voortekenen te herkennen om een volgende psychose te voorkomen. Ik moet erop letten dat ik genoeg en regelmatig slaap. Ook mijn opzoekgedrag wil ik onder controle krijgen. Er wordt mij afgeraden om me opnieuw te verdiepen in hetzelfde onderwerp. Ik probeer nu vooral positieve artikels te lezen over het klimaat, wat niet eenvoudig is, en me te beperken tot de hoofdlijnen over Trump. Daarnaast werk ik verder aan structuur, leer ik meer over de symptomen van psychose en heb ik enorm veel aan yoga. Dat helpt me om in het hier en nu te leven.’

Halt aan de angst

‘Ik romantiseer mijn psychose niet. Ik aanvaard het wel, maar voor mij is het een ziekte. Ik wil dit geen tweede keer meemaken, ik wil mentaal en cognitief sterk blijven. Zo’n angst hoop ik nooit meer te moeten voelen. Het idee dat het terug zou komen, is voor mij echt geen fijn toekomstperspectief. Maar ik ga er positief mee om en hoop alleen maar dat ik niet voor de rest van mijn leven zal afhangen van medicatie.

Ik hang mijn verhaal niet aan de grote klok. Enkel mijn naaste omgeving is op de hoogte. Vaak vertel ik wat ik ervaren heb met de nodige dosis humor om mijn vrienden en familie niet ongerust te maken. Met mijn vriendin en mijn zus bespreek ik alles zoals het ervoor staat. Ik besef dat een goed netwerk belangrijk is.

In Kortenberg voel ik me goed omringd. Ik heb veel aan de gesprekken met verpleegkundigen en psychiaters. Ik worstel duidelijk met angsten. Nochtans ervaar ik mezelf niet als een bang persoon. De vraag die ik me nu stel, is hoe ik kan strijden voor de goede zaak zonder angstig te worden en in een psychose te belanden. Angst is iets heel vreemds. Mensen zijn bang voor dingen die niet waar zijn, maar het reële gevaar van bijvoorbeeld klimaatverandering zien we dan weer niet. We zijn eraan gewend geraakt, zoals die kikker die langzaam wordt gekookt in water dat steeds een graadje hoger wordt gezet. Maar als je websites als www.350.org checkt, dan weet je het wel. Dit is geen verzinsel, dit gaat over feiten: wat het klimaat betreft, is het vijf voor twaalf.’

* Lars’ echte naam is vervangen om zijn privacy te garanderen.