‘In elke vrouw schuilt haar moeder’ (o help, écht?)

De puberteit is de periode bij uitstek waarin je je losmaakt van je moeder. Is dat proces niet helemaal afgerond, dan volgen er later nog fases waarin je er opnieuw aan kunt werken. Claire Wiewauters: ‘In dat verband wordt soms ook gepraat over moeilijke thema’s die ineens weer kunnen opduiken en je uit evenwicht brengen. Maar ik bekijk het liever positief: het leven geeft je altijd nieuwe kansen om alsnog iets af te ronden waar je nog niet klaar mee was. Heb je je in je puberteit nog niet helemaal losgemaakt van je moeder, dan krijg je een nieuwe kans als je een relatie krijgt, of als je uit huis gaat, of als je zelf moeder wordt. Hoe je weet of je voldoende los van haar bent? Als je het niet meer erg vindt als mensen zeggen dat je op je moeder lijkt. Als je kunt lachen om de kleine dingen die je doet en waarin je haar herkent. Als je met mildheid kunt kijken naar de aspecten van je moeder die je niet zo leuk vindt of waarin ze volgens jou tekortgeschoten is. Zonder verbeten je best te doen om vooral niét te zijn zoals zij, want ook dat is een teken dat het nog altijd een thema voor je is. Dochters die bang zijn om op hun moeder te lijken, zijn nooit echt van haar losgekomen.’

Schoonmoeder

‘Kijk goed naar je schoonmoeder als je wilt achterhalen welk vlees je later in de kuip zult hebben’, wordt weleens gezegd tegen verliefde jongemannen. Als je Marnix Peeters mag geloven, of alleszins de persoon die aan het woord is in zijn boekfragment, is dit niet louter een boutade maar een onvermijdelijke wetmatigheid. ‘Tegen mij hebben ze dat ook ooit gezegd, toen mijn vrouw en ik nog niet zo lang getrouwd waren’, lacht Adriaan (49). ‘Ik herinner me nog goed wie het zei, en ook dat de schrik me serieus om het hart sloeg. Over de doden niets dan goeds, maar mijn schoonmoeder was het prototype van de bemoeizieke en kolerieke mater familias die de touwtjes stevig in handen houdt en overal haar zegje over wil hebben. Ze kon enorme scènes maken als Sabine en ik niet naar haar “goede raad” wilden luisterden en het huis kochten waar wij onze zinnen op gezet hadden, de vakanties boekten die wij nodig hadden of onze kinderen opvoedden op onze manier. Gelukkig lijkt Sabine meer op haar vader, met zijn rustige en vriendelijke aard.’

In de ontwikkelingspsychologie wordt het losmakingsproces grotendeels bij de dochter gelegd. Maar het mes snijdt aan twee kanten, benadrukt Claire Wiewauters. ‘Juist omdat het voor een dochter niet evident is om zich los te maken van haar moeder, moet die laatste haar daar een beetje bij helpen. Het is een opdracht voor beiden. Niets zo moeilijk als een moeder die zo graag in de symbiose met haar dochter zit dat ze haar niet kan loslaten.’ ‘Ik heb jarenlang strijd gevoerd met mijn moeder’, haakt Adriaans vrouw, Sabine (50), zelf op het thema in. ‘Mijn moeder bleef me behandelen als een kind, ook toen ik al getrouwd was. Ik ben tig keer met haar in discussie gegaan en boos weggelopen. Pas toen ik haar probeerde te nemen zoals ze was, omdat het toch geen zin had, begon het beter te gaan. Al bleef ze wie ze was. Soms zeggen mensen die mijn moeder gekend hebben verbaasd tegen me: “Jij bent een heel andere”. Dan denk ik: ja, dat is zo, en toch ook weer niet. Want nu mijn eigen kinderen het nest uitvliegen, voel ik dat me moet inhouden om niet net te doen als zij. Ik zou hen zo graag behoeden voor onheil, hen over alles raad geven, hen elke dag even opbellen om te horen of alles oké is. Gelukkig wijst Adriaan me daarop als ik weer eens bezig ben. Ik kan dat hebben, ja. Nu wel. Ik moet er zelfs mee lachen als ik mezelf hoor zeggen tegen mijn volwassen zoon: “Doe een jas aan, het gaat straks regenen”. Of tegen mijn dochter: “Moet dat nu echt, zoveel geld uitgeven voor een zetel?”. Mijn moeder zou trots op me zijn.’ (lacht)