Welkom in het HEARTBREAK HOTEL

Wat doe je als je verliefdheid niet beantwoord wordt? Als je grote liefde bij je weggaat? Als je partner bindingsangst heeft? Met een koffer vol liefdesverdriet checkte redacteur Steven (31 jaar) dit voorjaar in het Heartbreak Hotel in, voor een driedaags retreat voor gebroken harten. Ervaringsdeskundigen Carlien Cavens en Elisabeth Verwaest brengen er lotgenoten samen en leveren tools aan om het verdriet te plaatsen en voorzichtig verder te gaan.

Opgetekend door Katrien Elen – Beeld Shutterstock

‘Rationeel gezien weet ik wel dat ik Amélie beter kwijt dan rijk ben, maar ik voel me zwak. Ik weet dat ik haar zou terugnemen, mocht ze voor de deur staan’

‘Net voor ik naar de voetbaltraining wil vertrekken, vertelt mijn vriendin Amélie, met wie ik zes jaar samen ben, dat ze het niet meer ziet zitten. Zomaar. Plots. Ze wil weg. Hoewel ik wel besef dat het de laatste tijd niet super goed gaat, had ik deze boodschap niet verwacht. Ik was toch aan onze problemen aan het werken!? Sinds een paar maand hebben we geen seks meer omdat ik geen erectie kan krijgen. Recent heb ik echter een seksuoloog geraadpleegd, die me wil helpen om de prestatiedruk – want daar ligt het volgens hem aan – weg te nemen.

Dat Amélie me in de steek laat terwijl ik die stap heb gezet, komt bijzonder hard aan. Bovendien ontdek ik in de weken nadien dat ze afgelopen zomer een affaire heeft gehad. Ondanks het overspel voel ik me vooral gekwetst en niet zozeer boos, zelfs als blijkt dat Amélie me een paar weken voor haar vertrek nog eens heeft bedrogen. Rationeel gezien weet ik wel dat ik haar beter kwijt dan rijk ben, maar ik voel me zwak. Ik weet dat ik haar zou terugnemen, mocht ze voor de deur staan. Ik zoek de schuld dan ook vooral bij mezelf. Is het niet normaal dat ze elders seks zoekt, als ik haar dat niet kan geven?’

Winter: on the rebound

‘Tijdens deze koude winterdagen zit ik diep in de put en raak ik er steeds meer van overtuigd dat ik nooit meer zo zal kunnen houden van iemand als van Amélie. Slapen doe ik in de zetel omdat ik niet meer in mijn eigen bed wil liggen, nu ik weet dat ze me thuis heeft bedrogen. Als ik met vrienden uitga, zit ik wezenloos voor me uit te staren. Ondanks mijn zwaarmoedige buien stuur ik op een avond begin januari een berichtje naar Sarah, een meisje dat ik volg op Instagram. Hoewel ik me de volgende dag schaam voor mijn berichtje, spreken we na wat heen-en-weer gechat toch af. We vinden elkaar direct leuk.

Natuurlijk besef ik dat dit een rebound is, maar de afleiding zorgt er wel voor het verdriet minder heftig is. In het begin neem ik het daarom niet heel serieus, maar na een paar weken maak ik toch de klik. Ik voel me goed bij Sarah en wil ervoor gaan. Ik heb mijn commitment nog maar uitgesproken, of haar bindingsangst komt naar boven. Regelmatig annuleert ze onze afspraakjes op het laatste moment. Vrienden raden me aan met haar te breken. “Je verdient iemand die er helemaal voor gaat.”, drukken ze me op het hart. Maar ik blijf hopen en begin haar te idealiseren.’

Lente: inchecken in het Heartbreak Hotel

‘Nadat ik twee keer op korte tijd een klap heb gekregen, lees ik over het Heartbreak Hotel. Aan de telefoon vertelt Carlien Cavens, een van de initiatiefnemers, dat ze mijn liefdesverdriet niet op drie dagen kan oplossen, maar dat ze me wel tools kan aanreiken om opnieuw op mezelf gelukkig te worden. “Geluk mag niet voorwaardelijk zijn,” zegt ze, “het mag niet afhangen van een relatie.” Volgens haar zal ik pas een positieve relatie kunnen aangaan, als ik zelf sterk in mijn schoenen sta. Ik besef meteen dat dit de reden is waarom het misliep met Sarah en schrijf me in. Het prijskaartje is even slikken, maar ik beslis dat dit een belangrijke investering is in mezelf.

En zo reis ik in het voorjaar af naar een mooi gerenoveerde chalet in Houffalize, in het gezelschap van zes andere gebroken harten. Nog voor het avondeten moeten we elkaar in twee rondjes vertellen waarom we hier zijn. Hoewel ik de jongste ben van de groep, herken ik mezelf meteen in de verhalen van de anderen. Of ze nu in een vechtscheiding of een knipperlichtrelatie zitten, de teneur is: ik zal nooit nog iemand vinden van wie ik zo zal houden. Nadat we elkaar een halfuur kennen, wordt ons gevraagd om elkaar complimenten te geven. Ik krijg te horen dat ik mooie ogen heb en dat ik sociaal en welbespraakt ben. En hoe onnatuurlijk het ook leek om deze oefening te doen, toch voelt het goed. Ben ik dan toch iets waard?’