Welkom in het HEARTBREAK HOTEL

Op weg naar huis, zonder de steun van lotgenoten, begin ik alweer te twijfelen. Opeens lijkt het berichtje dat ik Sarah wil sturen te hard. Wat moet ik doen?

Het parcours: laveren tussen hoofd en hart

‘En zo loodsen Carlien en Elisabeth ons de dagen die volgen via allerlei workshops doorheen onze emoties. Zo moeten we een shitbrief schrijven waarin we afrekenen met onze ex. Ik schrijf er twee waarin ik uitleg waarom het beter is dat we uit elkaar zijn. Achteraf moeten we ook nagaan welke waarden we belangrijk vinden bij anderen en stellen we via een kaartspel een lijst op met eigenschappen waaraan onze toekomstige partners zouden moeten voldoen. En omdat je van al dat praten wel moe wordt, ontspannen we met yoga en mindfulness en maken we op zaterdagmiddag een wandeling. Een stuk van het parcours leggen we geblinddoekt af, een oefening in overgave.

Als ik op zaterdagavond na de sauna even nakaart met organisatrice Elisabeth, vertel ik haar bij een glas wijn dat ik in het Heartbreak Hotel het gevoel krijg dat ik de volgende keer een rationele partnerkeuze moet maken. Carlien lijkt tijdens de workshops te insinueren dat ik anders weer gekwetst zal worden. Moet ik echt gaan daten met een lijstje met criteria in mijn achterhoofd? Daar heb ik namelijk helemaal geen zin in. Gelukkig beaamt Elisabeth dat het heel normaal is dat je niet altijd kan zeggen waarom je zo graag bij iemand bent. Het is helemaal oké om mijn gevoel te blijven volgen, stelt ze me gerust. Op zich doet het deugd, maar tegelijk geeft het gesprek me een beetje de indruk dat Carlien en Elisabeth niet altijd op dezelfde lijn zitten. Terwijl Carlien alles in theoretische kaders plaatst, komt Elisabeth veel zachtaardiger over. Ze luistert echt, zonder per se een antwoord klaar te hebben. Die aanpak ligt mij persoonlijk beter, maar ik merk dat anderen net veel aan de theorie hebben.

Waar de twee organisatrices en de groep het wel over eens zijn, is dat ik moet breken met Sarah. Tijdens het weekend raak ik daar zelf ook steeds meer van overtuigd. Ik bereid samen met Carlien een afscheidsbericht voor dat ik haar zal sturen als het weekend voorbij is. Er staat in dat het beter is dat we elkaar niet meer horen, dat ze eerst met zichzelf in het reine moet komen. Carlien suggereert me om het woordje ‘eerst’ eruit te halen. Dan stel ik me immers opnieuw beschikbaar op en dat is wat iemand met bindingsangst graag heeft, zegt ze. Klaar om het contact met Sarah te verbreken, neem ik op zondag afscheid van de groep.’

Zomer: work in progress

‘Op weg naar huis, zonder de steun van lotgenoten, begin ik alweer te twijfelen. Opeens lijkt het berichtje dat ik Sarah wil sturen te hard. Bij elke kilometer die ik rijd, voel ik de kracht die ik tijdens het weekend heb opgebouwd, verminderen. Uiteindelijk stuur ik Sarah het bericht dan toch, maar ik kan het niet nalaten haar meteen daarna toch te laten weten dat ik nog gevoelens heb voor haar. Ik vind mezelf behoorlijk zielig. De pijn breekt weer door. Huilend bel ik naar Elisabeth. Ze toont begrip voor de situatie. “Je hebt gewoon gezegd hoe je je voelt en dat kan geen kwaad”, zegt ze. “Maar probeer vanaf nu echt niets meer te sturen”, raadt ze me aan. De komende dagen blijf ik op het professionele advies van Elisabeth rekenen als Sarah me contacteert. Soms antwoordt Elisabeth zelfs in mijn plaats, tot het contact – na een ultieme poging van mijn kant om de relatie opnieuw een kans te geven – uitdooft.

Ook met de andere deelnemers houd ik contact via WhatsApp. Sommigen hebben rust gevonden, anderen zitten nog steeds vol haat. Zelf hou ik me wat afzijdig in de groep, misschien omdat ik me nog steeds niet goed voel. Dat valt ook Katja op, een vrouw van vijftig waar het echt mee klikte op weekend. Ze belt me om te horen hoe het gaat. Zelf heeft ze voor zichzelf beslist om te genieten van de zomer en te stoppen met zichzelf iedere dag af te vragen of ze zich al beter voelt. Pas op het einde van de zomer wil ze opnieuw evalueren. Goed idee, denk ik, en dat vindt mijn psycholoog – die ik al een paar maand zie – ook. Ik moet stoppen met mezelf iedere dag te analyseren en te hopen dat ik mezelf een half procent beter voel dan gisteren.’