Tine Reymer: ‘Ik ben een perfectionist, op het neurotische af’

Ik ben sowieso heel gevoelig, ook voor concrete dingen zoals licht en geluid. Ik kan zelf op een podium keihard lawaai maken en daar totaal geen last van hebben, maar in een restaurant of café moet ik bijna altijd vragen of de muziek stiller mag. Heel irritant, maar mijn systeem blokkeert gewoon. Als mijn kinderen ’s morgens een pak cornflakes opentrekken, verstijf ik en ben ik meteen heel slechtgezind. Misofonie heet dat, geloof ik.

Vaak verergert dat naarmate je meer vermoeid bent.

TR: ‘Het is een red alert. De laatste jaren zijn Peter (Van Den Begin, haar man, nvdr) en ik allebei full force aan het werken. Eigenlijk is dat niet haalbaar en dat merken we wel, de rust in het gezin is er zelden. Ik zit nu in een soort alarmfase waarvan ik denk: “Oké, Tine, hoe kunnen we het anders aanpakken om een crash te vermijden?” Instinctief voel je dat, maar je weigert er concreet iets aan te veranderen. Ik moet het ook nú doen, ik ben geen jonkie meer. Ik heb mezelf lang op pauze gezet toen ik kinderen kreeg.’

Daar werd je niet gelukkig van.

TR: ‘Nee. Het was heerlijk om er altijd te zijn voor de kinderen, maar langzamerhand kwam ik in een soort van lethargie terecht, een passiviteit waarvan ik niet wist hoe ik eruit moest geraken. Ik moest mezelf opnieuw water geven want het plantje was bijna dood. Dat was heel heftig, alsof het al te laat was. Mijn creatieve kant, die ik nodig heb om te functioneren, was ik aan het verliezen.’

Creatieve mensen zijn vaak gevoelig, ze horen en zien dingen die anderen niet waarnemen.

TR: ‘Els Dottermans heeft het boek van Sven (unik-id, kunstenaar met een psychose-achtergrond, nvdr) gelezen en hij vergelijkt het met een doos: de gewone mensen zitten erin, de psychotische mensen zitten erbuiten en de kunstenaars zitten op de rand van de doos en kunnen zich naar twee kanten begeven. Dat vind ik een heel mooie omschrijving. Als creatieve geest kan je je daar direct iets bij inbeelden. Je moet je in je fantasie op terreinen begeven waar een normaal mens ongemakkelijk of angstig van wordt.’