Zen…? Niks voor mij

‘In de werksfeer dient het benadrukken van kalmte, sereniteit en positiviteit vooral het vermijden van sociaal conflict’ – Jacques Arènes, psycho-analyticus

Onrust als motor

Komt daarbij dat bepaalde temperamenten minder geneigd zijn om zich zen te voelen dan andere: hyperactieve mensen, maar ook creatievelingen met hun eeuwig zoekende geest, de meer fysieke types die altijd in beweging moeten zijn, hoogbegaafde mensen met een hyperactiviteit in de hersenen. Om het nog niet te hebben over de meer “neurotische mensen” – zoals velen onder ons – die continu multitasken, zich graag wentelen in allerlei kleine problemen om de echte grote niet te hoeven aankijken, en die het heerlijk vinden om elke minuut bezig te zijn. ‘Laat me niet stilstaan of ik word gek!’ Al die mensen hebben er alle reden toe om zich stilletjes of luidop te ergeren wanneer ze weer eens de opdracht krijgen om te detoxen van de dagelijkse drukte. Zo checkt Tinne, 47, haar mails op vakantie elke dag en aarzelt ze echt niet om die mensen te antwoorden die haar belangrijk lijken. ‘Heel wat vrienden denken me – voor mijn eigen goed – te moeten aanraden om op vakantie te “deconnecteren” van mijn werk, en dat ergert me eerlijk gezegd mateloos. Sommigen zullen zeggen dat ik de controle niet kan of wil lossen, anderen dat ik te nerveus ben. Voor mij speelt er iets anders: mijn werk is gewoon geen opdracht voor mij, het is iets wat ik supergraag doe. Anders gezegd: rust en kalmte zijn heel relatieve begrippen: wat mij rust brengt, is dat ik op zo’n moment de boel gewoon draaiende kan houden, ook al doe ik het op een iets rustiger tempo.’

Ook filosoof Ignaas Devisch houdt zoals we al zeiden een pleidooi om vooral rusteloos te blijven. De mens wordt in het leven nu eenmaal voortgedreven door een drive die je niet zomaar moet temperen in rust en evenwicht. ‘Waarom zou een goed leven een evenwichtig leven moeten zijn?’, vraagt hij zich in een eerder interview in Psychologies af. Zijn analyse van de literatuur rond dit thema brengt hem ertoe te concluderen dat de mens nooit in evenwicht is, noch doorheen de tijden geweest is, maar wel denkt het in zijn zoektocht naar geluk te moeten zijn. Volgens hem zit het antwoord eerder in dingen doen waarin je je kan verliezen, dingen die je in een flow brengen, die de moeite waard zijn. ‘Het tegengewicht voor drukte lijkt me niet minderen, maar juist meer dingen doen waarin je jezelf opnieuw herkent’, zegt hij. Dat vraagt wel begrenzing, want je kan niet àlles doen. ‘Kiezen betekent niet dat ik minder hard werk, integendeel. Maar wél dat ik mij inhoudelijk meer vrij voel’, concludeert hij.

Devisch maakt een onderscheid tussen rusteloosheid, een gevoel dat ons kan aanzetten tot grootse dingen, en onrust, een gevoel dat aan ons knaagt. Ook psychiater Hahusseau en psychotherapeut Arènes maken een onderscheid tussen een rusteloos temperament en onrust die ontstaat uit angst of schuldgevoel. Maar ook die onrust, hoe vervelend ze ook aanvoelt, kan op zich heel nuttig zijn. ‘Hij werkt als een interne radar die ons signaleert dat er iets niet meer werkt, dat we iets onder ogen moeten zien om weer een bepaald evenwicht terug te vinden’, legt Arènes uit. ‘Soms is het zelfs beter om de storm niet te bedaren maar juist zijn onstuimige energie te hanteren en te gebruiken. Stress en angst kunnen bijvoorbeeld nuttig zijn bij het nemen van beslissingen.’ Zo vertelt Ilse (44) dat het juist in het midden van zo’n stressstorm was dat ze besloten heeft om het bedrijf te verlaten. ‘In koelen bloede had ik die moed nooit gehad’, zegt ze. ‘Ik zou de zaak gerationaliseerd hebben en eerder in een depressie beland zijn dan op de weg die ik nu ingeslagen ben’, analyseert ze vijf jaar na de feiten. Haar omgeving raadde haar destijds nochtans aan om wat afstand te nemen en te proberen de stress te hanteren om vol te houden.