Bestaat er zoiets als een Europese identiteit?

Je kan je perfect Europeaan voelen maar het niet of niet helemaal eens zijn met bepaalde beslissingen of met het volledige project van de Europese Unie.

What’s in a name?

Een groepsidentiteit laat zich nooit makkelijk definiëren. ‘Identiteiten zijn in het algemeen glibberige definities’, zegt filosofe en politica Alicja Gescinska, die zich dit jaar verkiesbaar stelt voor het Europees parlement. ‘Hoe preciezer je een identiteit wil omschrijven, hoe minder mensen er zich in gaan herkennen. Wat is dat: een Antwerpenaar, een Vlaming, een Belg of een Europeaan? Ze bestaan, maar geen enkele omschrijving zal de complexiteit van de werkelijkheid recht doen. Dat is echter geen reden om te stellen dat een Antwerpenaar of Europeaan niet bestaat. Ik heb drie jaar in Amerika gewoond, één jaar in Princeton en twee jaar in Amherst, twee plekken waar academici van heel de wereld samenkomen. Tijdens die drie jaar ben ik nog meer gaan beseffen hoe Europees ik ben, en wat dat voor mij inhoudt. We kunnen bijvoorbeeld zeggen dat wij, in het Westen, een aantal zelfde waarden delen, maar hoe aan die waarden invulling wordt gegeven is heel verschillend. In Amerika betekent vrijheid vooral: live and let live. Bij ons is vrijheid meer sociaal ingekapseld. Hetzelfde als het gaat over internationale politiek. Amerikanen en Europeanen willen allebei graag vrede. Maar voor Amerikanen betekent dat: we moeten een militaire supermacht zijn. Voor Europeanen betekent dat: er moeten minder wapens zijn.Volgens de filosoof George Steiner is een van de belangrijkste verschillen tussen Amerikanen en Europeanen dat wij, Europeanen, constant met onze geschiedenis leven. Terwijl Amerikanen vooral met hun blik naar morgen gericht zijn. Daar is ook iets van aan.’

Nostalgie naar oude glorie

Gericht op onze geschiedenis. Misschien nekt dit ons wel als we proberen de Europeaan te definiëren. Misschien zijn we zo gehecht aan tijden waarin Europa het middelpunt van de wereld was – niet altijd door even frisse praktijken overigens – dat we blijven vasthangen aan zaken die het continent groot hebben gemaakt. Net zo is het verleidelijk om de Europese identiteit te omschrijven aan de hand van principes en waarden, zoals respect voor de mensenrechten, democratie, vrijemeningsuiting, de gelijkheid tussen mannen en vrouwen… Op zich niet vreemd, omdat het Europese eenmakingsproject nu eenmaal ontstaan is na de tweede Wereldoorlog, toen supranationale instituten en universele mensenrechten hét antwoord leken te zijn op de destructie van een wereldoorlog.

Toch kunnen we ook hiermee geen identiteit definiëren, als we weten dat onze gezamenlijke geschiedenis bulkt van de tegenvoorbeelden en er ook in Europa sterke tendensen bestaan om die waarden in vraag te stellen of te bestrijden. We mogen een identiteit niet verwarren met een ideologie, ook al kan een ideologie een identiteit tijdelijk sterk bepalen. ‘Er is geen wezenlijke identiteit’, zegt ook psycholoog Paul Verhaeghe in zijn boek Identiteit. ‘Wie wij worden hangt grotendeels af van onze omgeving.’ Volgens hem is identiteit een constructie, ‘een verzameling van ideeën die de buitenwereld op ons lijf geschreven heeft.’ Zo wordt ons Europees identiteitsgevoel ook beïnvloed door buitenaf, niet in het minst door de politiek van de Europese Unie, die er alle belang bij heeft dat er zoiets als een Europese identiteit bestaat, waardoor burgers zich ook kunnen scharen achter een gezamenlijk beleid. Maar je Europese identiteit heeft in feite niks met deze ideologie te maken. Je kan je perfect Europeaan voelen maar het niet of niet helemaal eens zijn met bepaalde beslissingen of met het volledige project van de Europese Unie.