De druppel

Ze moest me spreken, zei ze. Dringend. En ik hoorde aan haar stem dat het menens was. ‘Ze’ is één van de sterkste vrouwen die ik ken. Altijd in de weer – geen werk is haar te veel. Altijd klaar om bij te springen als het nodig is. Altijd bezorgd voor haar team op het werk. En veerkrachtig, want ook al kende ze best wat tegenslagen in haar leven, altijd stond ze er weer. Maar die middag kraakte haar stem. Ze was geraakt, voelde ik, op een plek waar ze nooit geraakt was geweest. De zoveelste ingreep op haar werk, het zoveelste bewijs dat haar inbreng niét geapprecieerd wordt, de zoveelste poging om haar invloed te dwarsbomen, te negeren, te kleineren, had haar deze keer gekraakt. De tranen vloeiden. Ze kon niet meer. Ze begreep niet meer.

Als ervaren teamleidster in een groot bedrijf had ze een man boven haar staan. Een typische babyboomer, zouden futuroloog Herman Konings en Saskia Van Uffelen, experte in generational diversity op het werk, wellicht zeggen. Rationeel. Zeker van zijn stuk. Ogenschijnlijk dan toch. Maar waarschijnlijk in werkelijkheid vrij onzeker – en van daaruit voortvarend. Doordrammend. Emoties op het werk vindt hij maar lastig. Emotionele argumenten ook. Of zo noemt hij ze althans. Want eigenlijk zijn ze net zo goed rationeel, en slim, alleen zijn ze ook humaan en niet puur economisch. Dat stoort. ‘Daar kunnen we niets mee.’ Dus wordt ze geweerd, wordt haar carrière gedwarsboomd, ook al bewijst ze al 30 jaar wat ze waard is. En ik weet dat ze veel meer waard is, nog. Veel meer waard dan hij kan vermoeden.

‘Altijd dacht ik: ik pak het slim aan. Rustig. Stap per stap. Telkens als ik mijn standpunt aandroeg in een meeting, dacht ik: ooit snappen ze me wel, ooit gaat het lonen’, zucht ze met een gekraakte stem. ‘En zie nu hoe ik erbij zit. Mijn levenslust is weg. Hoe heb ik het zo ver kunnen laten komen?’

Hoe heb ik het zover kunnen laten komen? Hoeveel mensen heb ik dit de laatste tijden niet horen zeggen? Vrouwen, maar ook mannen. Hoe heb ik zo met mij de vloer laten aanvegen, tot ik erbij neerviel, tot ik de moed erbij verloor, tot alle zin om er nog iets van te maken mij is ontgaan…? Hoe ver heb ik gestreden tot ik niet meer strijden kan en nog een schim ben van mezelf…?

Ik kijk haar aan en besef hoeveel mensen in haar situatie zitten. En hoe hemeltergend het is dat zulke mooie, sterke en capabele madammen zoals zij uiteindelijk gaan twijfelen aan zichzelf. Is er dan echt iets mis met mij? Vraag ik te veel? Vergis ik me dan?

Nee. Opkomen voor je mensen is niet je vergissen. Ijveren voor een menselijke aanpak op het werk is niet te veel vragen. Emoties inbouwen in een gesprek is niet onprofessioneel zijn. Als je baas je – bij ziekte, of burn-out, of een andere vorm van crisis – geërgerd vraagt hoever je het hebt kunnen laten komen, draai dan de spiegel om en vraag hem hoever hij het heeft laten komen – dat zelfs één van zijn beste mensen, zijn grootste strijdster, zijn dapperste Ninja, klaar is om hem de rug te keren?

‘Het is niet vijf maar één voor twaalf’, drukt Saskia Van Uffelen erop in ons volgende nummer van Psychologies. ‘Iedereen staat onder druk met niet-werkende, oude modellen. Hoelang gaan we dit nog rekken? We staan voor gigantische maatschappelijke uitdagingen. Er moeten beslissingen genomen worden om de wereld leefbaar te houden. Dit vraagt een aanpak. We moeten wendbaar zijn, ons menselijk kapitaal goed inzetten, gebruik maken van diversiteit en inclusiviteit.’

Diversiteit betekent óók dat een meer feminiene aanpak en inbreng – die waarden verdedigt als menselijkheid, zingeving, intuïtie, zorg, verbinding, preventie – niet langer als last worden gezien, maar als essentiële voorwaarde om de toekomst heelhuids te kunnen halen.

We zijn het zo gewend om te twijfelen aan onszelf. Om te denken dat een ander – vooral een luide roeper met een harnas om zijn of haar lijf – het beter weet. Als we ons ergens in vergissen, dan is het dat we zijn gaan geloven dat we ons vergissen. En dat we niets waard zijn. We zijn ontzettend veel waard als we beseffen dat er naast materie ook mens bestaat. Naast winst ook zingeving. Naast bedrijf ook individu. En dat de beslissingen die we nu nemen, een enorme invloed zullen hebben op onze toekomst. En dat het dus geen wonder is dat we in zo’n belangrijk betoog soms even emotioneel kunnen worden. Zijn we robots misschien? Alle betere managementboeken zeggen het in alle talen. Je grootste kapitaal zijn je mensen. En toch slagen zoveel babyboomers of Generation X-ers op hoge stoelen er nog in om met een pokerface te blijven beweren dat zij het bij het rechte eind hebben. En pesten ze al die emoties en zinnige opmerkingen de deur uit.

Hoe hebben jullie het zover kunnen laten komen? Dat is de vraag die we hen moeten stellen, als we de bom nog eens in onze mand gedropt krijgen. Het zijn niet de mensen die breken die niet aangepast zijn aan wat de toekomst van ons vraagt, maar zij die ondanks de vele signalen nog steeds niet willen zien.

Anne Wislez is hoofdredacteur van Psychologies magazine

 

Het volgende nummer van Psychologies magazine ligt op 27 september in de winkel. 

Foto: Carmen De Vos