You make my day

Het was koers in het dorp en we zouden het geweten hebben. Terwijl ik me thuis probeerde te concentreren op een boek, scandeerde een megafoon op 100 meter van mijn oren nasaal de namen van voorbijrijdende fietsers en hoeveel rondes er nog moesten worden gegaan. Uren aan een stuk, zo leek het wel. ‘Het is moeilijk om je pagina’s om te slaan met je vingers in je oren’, grapte ik later die dag tegen de eigenares van onze dorpsbakkerij, een pittig vrouwtje dat altijd klaarstaat om mensen te helpen en een gezellig babbeltje te slaan. ‘Goh, zwijg’, dempte ze plots samenzweerderig haar stem. ‘Ik ben vanochtend in de clinch gegaan met een van de organisatoren van de koers! Ik wilde met mijn auto tien meter voorbij de versperring rijden, om te kunnen parkeren. Perfect legaal parkeren – en er waren nog geen fietsers te bespeuren, want de koers was nog lang niet begonnen. Een totaal lege straat, op hem en mij na. Dus op zich niks aan de hand. Maar wat denk je? “Nee”, zei die man. “Hier mag niemand meer door.” “Toe,” zei ik, “het duurt maar één seconde en dan val ik je niet meer lastig. Ik woon daar.” Ervan uitgaand dat elke zinnige mens in zo’n situatie even de ogen zou dichtknijpen om de buurtbewoners te vriend te houden. Maar nee, Befehl ist Befehl. Kan je je voorstellen? Voor een dorpskoers? Ik vertikte het prompt om rechtsomkeer te maken en een kwartier om te rijden omdat meneer niet heel even gewoon mens kon zijn. Kunnen we nog een klein beetje normaal met elkaar communiceren, zeg?’

Het zijn kleine dagelijkse dingen die het verschil kunnen maken, zei psychiater Dirk De Wachter onlangs nog. Een geste van begrip, een samenzweerderig knipoogje, een ambtenaar die toch met je mee zoekt naar oplossingen, ook al kan hij je officieel niet helpen … We snakken naar kleine signalen die ons vertellen dat we gezien en gehoord worden, dat we geen nummer zijn, geen schakel in een geautomatiseerde machine. Want zo worden we vaak wel benaderd – en ook zelf zijn we soms te druk of te stressed om tijd en ruimte te maken voor dat kleine gebaar dat voor een ander het verschil maakt. ‘You made my day’, het is soms zo simpel. Een mensenhand is gauw gevuld.

‘Het is fascinerend om te zien hoeveel conflicten we onderling creëren, terwijl we eigenlijk niets liever willen dan rustig samenleven en gelukkig zijn’, merkt filosoof Ruben Mersch op in dit nieuwe nummer van Psychologies. En dat laatste blijft de essentie. Waar gaat het ons, mensen, eigenlijk om? We willen gelukkig zijn. ‘Liefde geven en ervaren, dat is de essentie van alles. Ons vermogen om ons intiem te verbinden is wat ons het meest tot mens maakt’, vat relatiedeskundige Rika Ponnet de essentie samen. En als ons dat niet lukt, worden we kwaad. ‘Wat mensen in een ruzie nastreven, is de pijn van miskenningongedaan maken’, signaleert ook communicatietrainer Serge Ornelis. Het belang van erkenning inzien – zoals ook Beste Werkgever van het jaar Salvatore Curaba meegeeft in ons dossier – is dus cruciaal.

Net daarom is verharden geen optie, stellen wij in ons dossier. ‘Het meest schrok ik nog van hoe rigide ik zelf werd door het gedrag van die man’, gaf de bakkersvrouw toe, die uiteindelijk toch langs de versperring is gereden. En daar gaat het om. Verharding creëert alleen maar meer verharding. En strijd. En achterdocht. En verdere ontmenselijking. Verharding maakt dat het cement van een samenleving erodeert. Terwijl er perfecte manieren zijn om duidelijk, begrensd en toch menselijk te zijn, zo zeggen de deskundigen in dit nummer. Alles heeft met bewustzijn, (zelf)reflectie en communicatie te maken. En laten dit nu net zaken zijn die wij, mensen, in onze evolutie hebben meegekregen. Waarom er dan niet massaal gebruik van maken?

Anne Wislez is hoofdredactrice van Psychologies

Mogen we nog mens zijn? Hét thema van het dossier van de nieuwe Psychologies, vanaf 16/11 in de winkel

Foto: Carmen De Vos