Puberaal

Het is een zondag zoals ik die koester: koffie, taart en het familiale weekoverzicht dat ik deel met mijn zussen. Buiten spelen onze kinderen, prille en al wat meer gevorderde tieners. Het woord puberen valt. De heftigheid van emoties, het moeilijke van groei in al zijn dimensies. We beklagen onszelf, lachen met de verhalen en sluiten af met de troostende gedachte dat elke puberale storm van noodzakelijke maar voorbijgaande aard is, een deel van ons pad naar de rustigere oorden van de volwassenheid.

De oogst aan praktijkverhalen van de afgelopen maand bewijst iets anders. Zijn verhaal is exemplarisch, zijn pijn, ongeloof en zoektocht naar een verklaring eveneens. Hij las er veel over, leerde veel, maar het begrijpen, dat zou hij nooit. Hij komt langs, hopend op antwoorden. Na 20 jaar huwelijk heeft hij haar zoenend betrapt met de frituurhouder uit het dorp. Zij, de gerespecteerde advocate, zij het gerespecteerde advocatenkoppel. De villa, de zeilboot, de sportieve, intelligente zonen, een leven van etentjes met vrienden, reizen, hard werken, mogelijkheden. Wat zag ze in hem? En vooral: wat bezielde haar om met hem een onooglijk appartement te betrekken, alles achter te laten.

De radicaliteit ook van haar keuze. Er was geen gesprek meer mogelijk, een muur waar hij telkens tegenaan botste, hij kende haar niet meer. Het woord midlife valt. Een verzamelnaam voor gedrag dat we niet rationeel kunnen duiden, zo ergens in het midden van het leven. Dat het vaak gaat over mensen die geleefd hebben volgens de verwachtingen van anderen, ouders, partners, de maatschappij en onderweg volledig vervreemdden van zichzelf. Tot de confrontatie met het midden van het leven dat ze niet leefden. Het punt waarop ze onbedwingbaar zichzelf willen zijn en breken met alles wat eraan voorafging. Een identiteit die pas vorm krijgt de dag dat je puberaal durft te botsen en te kiezen voor iets dat vaak haaks staat op al het voorafgaande. Jef Frituur als opgestoken middelvinger tegen een te langgerekt ouderlijk, autoritair gezag.

Diezelfde week zie ik een vrouw van 40. Al drie jaar muurvast in het niemandsland dat scheiden of blijven heet. Getrouwd, huis en tuin, warme familie en vooral kinderen van wie ze niet weet hoe ze hun hart en dus het hare moet breken. Want er is dat tweede adres, de jongere collega op het werk, ongetrouwd en vrij van zorgen en vooral, zo ongecomplexeerd nabij. Hoe hij haar ziet, aanraakt en beroert, hoe totaal en in overgave ze zichzelf kan zijn, schaamteloos. Ze toont me hun sms-verkeer, intieme, romantische, expliciete berichtjes die haar telkens opnieuw het gevoel geven te leven. Ze voelt geen schaamte, maar staat wel versteld van hoe ver ze gaat met hem. De diepe, tot dan niet verkende gronden van het stille water. Ze voelt zich vaak 16, een puber. Ze verlangt soms terug naar de rust van haar vroegere bestaan, maar krijgt zichzelf niet opnieuw in die mal geduwd. Iets in haar verzet zich daartegen met man en macht. Ze weet dat het een eindig verhaal is, hij is zo jong. En toch. De gedachte hem los te moeten laten verscheurt haar op de meest pijnlijke wijze.

We hebben het over die 16 jaar, dat dit een veel diepere lading dan ‘onvolwassen’ dekt. Hoe we stukken van onszelf niet tot ontwikkeling brengen, wegens te kwetsbaar, te beangstigend. Hoe we de behoeftes die ermee samenhangen jarenlang rationaliseren, sublimeren, controleren, ‘vergeten’ door bijvoorbeeld samen te zijn met iemand die ons daarbij helpt. Hoe er soms iemand passeert die dat deel van die 16-jarige tot leven brengt. En hoe heftig, onomkeerbaar en transformerend zo’n ervaring is. Het antwoord op scheiden of blijven heeft ze op het einde van het gesprek nog niet gevonden, maar dat voelt voor het eerst sinds lang als een dragelijk gegeven vanuit het vertrouwen dat elke puberteit een nieuw evenwicht brengt.

Mijn dochter van 10 hangt de ochtend erna puberaal aan tafel. Ze strooit kwistig hagelslag op haar boterham, wat mij een opmerking ontlokt. Het is 7u en ze heeft het over de zin van ons menselijk bestaan. ‘We zijn hier om te struggelen, mama’, zegt ze, ‘niets meer.’ Puberen, denk ik.

Rika Ponnet is seksuologe, www.duetrelatiebemiddeling.be

Foto: Carmen De Vos