La Grande Dame

De Grote Dame stond in brand. Het bleef gisteren de hele dag in mijn hoofd hangen. Ik volg de sociale media en zie de reacties. Iedereen is ontdaan. De hele wereld kijkt toe. President Macron heeft het meteen over heropbouwen, herstellen, nog voor hij deftig heeft uitgesproken hoe diep geraakt de Fransen wel zijn omwille van wat er gebeurt. Alsof de huispoes gestorven is en je meteen weer een nieuwe koopt zodat de kinderen niet al te ontdaan zouden zijn. Opgelost. Haal die zakdoeken maar weg. Miljardairs bieden meteen ook hun grote geld aan om de kathedraal weer te herstellen. Een krachtige vaderlijke daad, zo lijkt het wel. ‘Wij weten van aanpakken.’

Maar de grote moeder in mij heeft de neiging om haar man tegen te houden. En de kinderen eerst te laten huilen om hun verlies. En het puin te durven aanschouwen. Want de Fransen zijn geraakt, en niet alleen de Fransen. Ergens diep vanbinnen wordt de hele wereld geraakt. Want de Notre Dame is het hart van Parijs, en Parijs staat voor iets. La ville lumière. La ville de l’amour. Niet elke stad krijgt zulke epitheta. Dat betekent wat, en dat heeft een reden. Frankrijk stond voor charme, voor fijngeklede mooie vrouwen en hoffelijke mannen, voor lichtheid en romantiek. Voor het savoir faire en het savoir vivre. Maar ook voor kracht. Voor revolutie als het moet. Voor liberté, égalité, fraternité. En haar symbolen zijn vrouwelijk: la Marianne, de belichaming van de vrijheidsgodin; la Madeleine, de Maria Magdalena als vrouwelijke evenknie van de mannelijke Christus; en Jeanne d’Arc, bezielde strijdster die nog maagd was maar een enorme power neerzette. Zij staan voor het krachtige vrouwelijke dat opkomt voor gerechtigheid. ‘Pour l’amour!’

De Notre Dame is de plek waar Victor Hugo zijn Notre Dame de Paris, De klokkenluider van de Notre Dame, liet afspelen, in de hoop de grote dame te redden. Niet voor niets vertelt hij in zijn wereldberoemde boek het symbolische verhaal van Esmeralda (de ‘smaragd’), die de vurigheid en oude kennis draagt van zigeuners en mystieke volkeren, en die begeerd wordt door drie mannen. De gebochelde, de kardinaal en de kapitein, drie vertegenwoordigers van het mannelijke, het hart, de geest en het lichaam. Allemaal ijveren ze om haar, maar omdat hij haar niet kan krijgen, vernietigt de kardinaal haar spirit en doemt haar tot de brandstapel. Het seksuele, vurige, wijze, wetende en sacrale vrouwelijke wordt hiermee vernietigd. De Notre Dame staat in de collectieve herinnering symbool voor al die zaken. Meer nog, ze is ook de Grote Moeder, die revoluties en oorlogen overleeft, die sterker is dan wie dan ook en die met haar krachtige en tegelijk zachte hand wiegt en sust en altijd zal zeggen dat alles goed komt, zolang zij maar kan waken en mag zijn.

Voor zoveel aspecten staat zij. En zoveel meer nog, want iedereen heeft zijn eigen verhaal. En daarom wordt iedereen ook op een of andere manier geraakt. Of niet, want voor wie de kathedraal ‘maar steen’ is, is het ook maar steen. Als deze mythische laag verdwenen is, verwordt zelfs een kathedraal als de Notre Dame tot een ontzield gebouw. En dat valt gewoon te herstellen, toch…?

Ik was gisteren druk, zoals zo vaak, maar verlangde plotseling naar vijf minuten stilte. Mogen we tijd nemen om te treuren om wat verloren gegaan en geraakt is? Mogen we beseffen dat Frankrijk al lang niet meer la douce France is zoals we ze in ons hart dragen, en dat de revolutie die er al maanden woedt niet aangedreven wordt door een geïnspireerde Jeanne d’Arc maar door wanhoop? Mogen we treuren om het verlangen naar een Madeleine, een grote moeder die de revolutie in goede banen leidt en de machthebbers kan aanmanen om ondanks de ontreddering en het niet weten wijze beslissingen te nemen?

Mogen we even, vijf symbolische minuten, treuren om het feit dat we niet meer weten waar kathedralen voor staan? Hoe ze meestal gebouwd zijn op oude bronnen die door vrouwen geëerd werden en met hun spitse torens uitreiken naar de hemel, waar vooral mannelijke godsdiensten zich thuis voelen, en hoe zo’n gebouw dus symbool staat voor een verbinding tussen hemel en aarde? Tussen geest en lichaam, tussen bezieling en materie, tussen zingeving en daden? Mogen we diep vanbinnen weer verlangen naar een beetje meer ‘kathedraaldenken’, zoals futuroloog Herman Konings het noemt, waarbij we weer leren denken zoals de bouwers uit de middeleeuwen, die wisten dat ze aan iets werkten waar ze zelf niet meteen de vruchten van zouden plukken maar waar het nageslacht nog eeuwen deugd van zou hebben? Mogen we ons enkele luttele minuten afvragen hoe we weer de why kunnen vinden in wat we bouwen, waarom we doen wat we doen, en wat wij en de toekomst werkelijk nodig hebben? Mogen we even tijd nemen om na te gaan waarom bepaalde gebeurtenissen ons in ons hart raken, welke symboliek daarin kan zitten en hoe we daar moedig op kunnen reageren?

Dat, en zoveel meer, is wat de Notre Dame in mij wakker maakte gisteren. En er ligt nog meer in het as dat om nieuwe inspiratie vraagt. Soms is meteen heropbouwen niet zomaar de oplossing als we niet meer weten op welke fundamenten we dat doen.
Anne Wislez is hoofdredactrice van Psychologies

Foto: Carmen De Vos