Alain Mahjoub: ‘We moeten investeren in ‘learn to be’ en ‘learn to live together”

Als spoedarts redt hij levens. Niet enkel van mensen uit een ongeluk, ook sociale ellende doet mensen op zijn dienst belanden. ‘De spoedafdeling is een weerspiegeling van de maatschappij. Daarom trek ik aan de alarmbel. Als arts vind ik die signaalfunctie mijn morele plicht.’ Om zijn woorden kracht bij te zetten schreef hij een boek: Jij bent, dus ik ben. Wij waren, een paar uur lang.

Tekst: Sigyn Elst – Foto’s: Marleen Daniëls

‘We zijn vergeten dat verbondenheid ook vandaag meer dan ooit ons fundament is. Neem ons dat niet af, want dan is al de rest waardeloos.’

‘Mochten politici en beleidmakers toch maar eens wat meer luisteren naar welzijnswerkers en artsen die elke dag te maken krijgen met mensen die zodanig getroffen worden door wat er misloopt in de samenleving, dat er iets breekt en ze niet meer kunnen’, zegt Alain Mahjoub als we na een gesprek van anderhalf uur beseffen dat we nog uren zouden kunnen doorgaan. Dat heeft er onder meer mee te maken dat Mahjoub met Jij bent, dus ik ben niet zomaar een boek heeft geschreven dat oproept tot vertraging en meer verbondenheid. Het is een maatschappijkritische tekst die wil doorgronden waar het fout ging, zonder ook te vergeten waar de vooruitgang wel goed werk heeft geleverd. ‘Ik vind dat ik als arts een signaalfunctie heb. Mijn boek is een vertrekpunt. Ik koester de ambitie om hiermee de aandacht te krijgen van economen, werkgevers en beleidsmensen. Want hoe leuk yoga en mindfulness ook zijn, we kunnen niet enkel van het individu zelf verwachten om manieren in te bouwen om het leven draaglijker te maken. Er is verandering nodig en die moet ook van hogerop komen.’

In jouw boek vertel je dat je op de spoedafdeling van het ziekenhuis vaak te maken krijgt met mensen die zich eenzaam voelen.

Alain Mahjoub: ‘Ik zie veel sociale ellende. Wat er aan patiënten via de spoed binnenkomt, is een weerspiegeling van de samenleving. Enerzijds zijn er de accidenten, maar evengoed zijn dat mensen die eronderdoor gaan door een sociale problematiek. Als je dan als arts doorvraagt, of extra aandacht geeft aan wat er achter de klacht zit, zie je vaak meer dan fysieke problemen. Zo was er bijvoorbeeld een manager die bij ons binnenkwam met hyperventilatie, pijn en druk op de borst, kortom alle symptomen van een hartinfarct. Dat bleek uiteindelijk een burn-out te zijn. Burn-out is een groot maatschappelijk probleem maar dat geldt ook voor eenzaamheid. In Vlaanderen voelt 46 procent zich vaak eenzaam. Logisch dus dat dit ook op de spoed en tijdens MUG-interventies zichtbaar is.’

Die eenzaamheid heeft volgens jou vooral te maken met een gebrek aan echte verbondenheid.

AM: ‘Sinds Aristoteles weten we dat wij fundamenteel sociale wezens zijn. Ikzelf heb als jongere ook af en toe sterke gevoelens van eenzaamheid ervaren. Mijn mama was emotioneel niet altijd voldoende aanwezig. Ik was heel gevoelig en had daar meer nood aan. De pijn van de eenzaamheid heb ik kunnen verlichten door er op een betekenisvolle manier mee om te gaan, dat wil zeggen dat ik op zoek ben gegaan naar wat eenzaamheid juist is, me heb afgevraagd wat mensen gelukkig maakt en wat niet, welke soort samenlevingen meer vatbaar zijn voor eenzaamheid. Met die vragen was ik al vroeg begaan en zo zag ik bijvoorbeeld grote verschillen tussen de Vlaamse en de Marokkaanse cultuur. Ik ben Vlaams opgevoed maar toen ik jong was gingen we elke zomer op bezoek bij de familie van mijn vader in Tanger in Marokko. Ik had dus de luxe om elk jaar ondergedompeld te worden in een totaal andere cultuur.’