Ruth Becquart: “Ik wil de vinger op de wonde leggen”

Draai de naam Ruth Becquart om en je ontdekt vanzelf haar stokpaardjes: art en truth. Kunst en waarheid. Dat is wat haar drijft in het spelen, en nu ook in het schrijven, want de actrice met de vele gezichten pent momenteel haar eerste filmscenario bij elkaar. ‘Mensen hebben meer dan ooit verhalen nodig om zich aan op te trekken.’

Tekst: Valérie Du Pré

Voor een warm welkom op bewolkte dagen moet je ten huize Becquart-Cole zijn. Terwijl de gastvrouw me een kop verse oreganothee serveert – ‘goed voor de weerstand’ – deelt haar Bengaalse kat kopjes uit en steekt wederhelft en muzikant Stijn Cole, die in de kelder aan een soundtrack sleutelt, even zijn hoofd binnen om goeiedag te zeggen. Een herenhuis gevuld met goeie vibes, dat kan alleen maar een mooie middag opleveren. En zo geschiedde.

Hoe gaat het, Ruth?

RB: ‘Prima! Ik heb veel energie. Na die ellendige stilte van de lockdown heb ik het gevoel dat er weer van alles bruist. Ik heb goesting om erin te vliegen. Dit is ook een kantelmoment voor ons, want onze dochter (de 17-jarige Mira, red.) zit voor het eerst op kot. Ik zag er enorm tegenop, ik was heel triest, maar ik zie nu dat ze de wereld invliegt en dat ze gelukkig is. Ze bloeit open. Ik vind het nu zelf ook best fijn, want mijn man en ik werken keihard. Tijdens de week doen we ons ding, in het weekend is het tijd voor het gezin.’

De heropflakkering van het virus heeft je agenda niet opnieuw leeg geveegd?

RB: ‘Voorlopig niet. Maar er kan natuurlijk nog van alles gebeuren. Ik had onlangs een kleine rol in een Frans-Luxemburgse film en die opnames zijn twee keer stilgelegd door corona. We werden wekelijks getest en plots waren er achttien mensen positief. De hele productie werd stopgezet. Dat was heftig, want dat kost ongelofelijk veel geld. Uiteindelijk bleek het een vergissing van het labo te zijn. Maar goed, ik merk dat mensen in de film- en theaterwereld heel verantwoordelijk zijn. We willen natuurlijk niet dat de cultuursector opnieuw onderuitgaat. Ik heb zoveel zin om opnieuw te spelen. En ik ben volop aan het schrijven aan verschillende projecten. Ik ben nu 44 en ik heb het gevoel dat ik klaar ben voor een volgende stap in mijn carrière.’

Zit het bijzondere jaar 2020 daar voor iets tussen?

RB: ‘Dat heeft er zeker mee te maken. Ik ben heel somber geweest. Ik vond het heftig om te merken dat ik mijn werk nodig heb om gelukkig te zijn. Mijn werk is mijn bestaansrecht, naast mijn gezin en mijn vrienden. Ik ben graag alleen, ik kan me perfect een tijd voeden met boeken en films, maar ik wil wel dat de wereld binnenkomt. Volledig afgesloten zijn vond ik een vreemde gewaarwording. Alles was zo doods. Maar op een of andere manier ben ik daar toch doorgegaan. Ik heb samen met Peter Monsaert een dossier voor het VAF (Vlaams Audiovisueel Fonds, red.) geschreven, voor de film Night Nurse, en dat is goedgekeurd. Er zijn dus ook positieve zaken voortgekomen uit die lockdown. Ik zie alles altijd in een groter perspectief. Ik hoef niet direct resultaat te zien, ik kan geduld opbrengen. Ik weet: wat er nu gebeurt, zal mij vormen.’

Heb je in die periode iets van jezelf ontdekt dat je nog niet wist?

RB: ‘Ik ben vooral op mijn tekortkomingen gestoten. Dat ik niet goed kan genieten van nietsdoen, bijvoorbeeld. Dat wist ik al langer. Mijn tijd bij de jezuïeten zal daar wel voor iets tussen zitten. Ik zie bij mijn vader net hetzelfde. Hij is danser, met pensioen, maar hij is nog altijd druk bezig: hij heeft een boek geschreven, hij tekent en schildert. Die gedrevenheid herken ik. Ik moet in beweging blijven. Ook letterlijk, door te sporten, anders word ik lastig en krijg ik pijn in mijn lichaam. Als ik bezig kan zijn, diep in iets kan duiken, dan geniet ik. Dat vervult me.’

Acteren is een noodzaak.

RB: ‘Absoluut. Ik voelde al heel snel dat ik iets wilde doen met kunst. Ik was als kind al geboeid door boeken en personages. De liefde voor mensen en hun verhalen: dat is wat mij drijft, dat is mijn rode draad. Mensen hebben verhalen nodig om zich aan op te trekken, nu meer dan ooit. Van roddelen bij de bakker tot boeken lezen, muziek beluisteren, films kijken, een gesprek als dit. Ik heb dat zelf ook nodig. Het verhaal van iemand anders horen, helpt me om meer grip te krijgen op het leven.’

LEES VERDER IN PSYCHOLOGIES, NU IN DE WINKEL …