Mattias Desmet: “Wat we ons niet mogen laten afnemen, is onze menselijkheid”

Bij Psychologies luisteren we graag naar diverse stemmen in het coronadebat. Zeker als zo’n stem komt uit de mond van een professor psychologie. Mattias Desmet geeft uitleg over zijn recentste boek, waarin hij waarschuwt voor een hypergecontroleerde maatschappij.

Tekst Tanja Dierckx Foto’s Maryse Kuypers

Sinds het begin van de crisis steekt professor klinische psychologie MATTIAS DESMET zijn nek uit als alternatieve stem in het coronadebat. Regelmatig krijgt hij de wind van voren, maar desondanks blijft hij vrijmoedig spreken: ‘De Verlichting heeft ervoor gezorgd dat “waarheid” bijna een oubollig concept wordt. Maar ze bestaat, als een subjectief fenomeen, een vorm van spreken.’ In zijn boek De psychologie van het totalitarisme, waarvan de eerste druk (2.000 exemplaren) na minder dan twee weken uitverkocht was, doet hij de fenomenen massavorming en totalitarisme uit de doeken, maar waarschuwt hij vooral voor een technocratisch nieuw normaal.

Wat heeft voor u de doorslag gegeven om dit boek te schrijven?
Mattias Desmet:
‘Voor de coronacrisis had ik nooit de behoefte om publiek te spreken, maar helemaal aan het begin ervan, in maart 2020, had ik een wat onbehaaglijk gevoel: “Hier klopt iets niet, hier moet gesproken worden en ik ga dat doen.” Ik keek naar de cijfers en herkende onmiddellijk alle problemen die al geruime tijd in het wetenschappelijk onderzoek aanwezig waren. In 2005 is door de replicatiecrisis (methodologische crisis waarin is vastgesteld dat veel wetenschappelijke studies moeilijk of onmogelijk te reproduceren zijn, nvdr) gebleken dat op vele wetenschapsdomeinen een groot percentage van de studies ernstig de mist in gaat. De mensen die in het begin van de coronacrisis de hand opstaken en zeiden: “Hier loopt iets verkeerd”, waren vaak dezelfde mensen die in de replicatiecrisis ook al een voortrekkersrol hadden gespeeld.’

U behaalde zelf een master in de statistiek. Eerder schreef u twee boeken over het streven naar – en tegelijk de onmogelijkheid van – objectiviteit in de psychologie. U bent dus al langer bezig met de problemen op het vlak van “meten”. Welke cijfers trokken uw aandacht?
M.D.: ‘Ik zag onmiddellijk dat de mortaliteit verkeerd werd berekend, die tellingen sloegen op niets. Het aantal doden door één specifieke oorzaak is namelijk niet gemakkelijk in getallen uit te drukken. Een mens sterft aan duizend dingen tegelijk. Wanneer tel je iemand als covid-dode? We zagen dat de tellingen van het aantal covid-doden makkelijk met 2000% kon variëren volgens de manier van tellen. Meer dan 90% van de mensen die als coronadode werden geregistreerd, hadden verschillende andere medische aandoeningen. De gemiddelde leeftijd was ook rond de 83 jaar. Er vallen weliswaar doden, maar de tellingen gebeurden toch wel heel enthousiast, en dat zorgt voor veel onnodige angst. Eind februari 2020 schreef ik daarover een opiniestuk “De angst voor het virus is gevaarlijker dan het virus zelf” (verscheen in De Morgen en op de VRT-website, nvdr).

Dat is één van de punten die u wilt maken in uw boek: cijfers worden ten onrechte gezien als de feiten of zelfs als waarheid.
M.D.: ‘Cijfers hebben een uniek psychologisch effect: ze creëren een illusie van objectiviteit, die nog wordt versterkt wanneer cijfers aan de hand van grafieken worden voorgesteld. Wie cijfers ziet, meent feiten te zien. Het aantal doden wordt bijvoorbeeld als een cijfer voorgesteld. Precies daarom is de bevolking overtuigd dat het een objectief gegeven is, terwijl dat cijfer vanuit een subjectieve opstelling wordt geconstrueerd. Dat geldt eveneens voor het bepalen van het aantal besmettingen. Ook het testen is een complexe procedure, waarbij er talloze subjectieve keuzes worden gemaakt die invloed op het testresultaat hebben. Het probleem is dat mensen niet beseffen hoe subjectief dat allemaal is. Wanneer ik een grafiek zie in het nieuws, val ook ik altijd even ten prooi aan de illusie dat die grafiek de feiten zou representeren. Ik moet me er altijd van losmaken en me dwingen om te denken: wacht even, hoe is die grafiek geconstrueerd? Hoe zijn de metingen gedaan? En dan zie ik meestal dat die cijfers een fictieve wereld creëren, die zich opdringt als de absolute waarheid.’

U zag dat die cijfers blindelings werden geslikt, en ook dat het beleid erop werd gebaseerd, en dacht: hier moet ik iets mee.
M.D.: ‘Niet alleen dat. Ik zag ook dat een aantal basisprincipes uit de gezondheidszorg vrij snel overboord werden gegooid. Zoals het medische principe “In dubio abstine” – bij twijfel handelt men niet. Als je niet zeker weet wat er aan de hand is, is de kans aanzienlijk dat je ingreep op zich meer kwaad dan goed zal doen. In de crisis ging dat principe overboord. Men deed het tegenovergestelde: “We weten niet welk virus het is en daarom gaan we de hele maatschappij dichtgooien en enorme maatregelen nemen, die op zich gegarandeerd een ravage zullen aanrichten, zowel door psychisch en economisch leed als door uitgestelde behandelingen.” De VN waarschuwde in het begin van de crisis al dat er hoogstwaarschijnlijk meer doden zouden vallen door honger in derdewereldlanden ten gevolge van de lockdowns, dan dat er mensen zouden sterven aan het virus. Op geen enkel moment werd door het beleid een mathematisch model gehanteerd, waarin men naast de slachtoffers die door het virus konden vallen, ook de slachtoffers van de maatregelen representeerde. Terwijl verschillende wetenschappers wel zulke modellen opstelden. Maar ze hadden geen enkele invloed. Dan vroeg ik me af: wat gebeurt er hier? Hoe verhoudt de remedie zich tot de kwaal? Die elementen toonden dat er zich een merkwaardig psychologisch proces afspeelde in de maatschappij. Ik herkende onmiddellijk sterke gelijkenissen met de beginstadia van het totalitarisme.’

En zo komen we bij uw boek, waarin u dit fenomeen psychologisch uit de doeken doet. M.D.: ‘Totalitarisme is pas in de twintigste eeuw ontstaan. Daarvoor bestonden wel dictaturen, maar geen totalitaire staten. Hannah Arendt (Duits-Amerikaanse en joodse filosoof-politiek denker, nvdr) zegt hier onder meer over in The Origins of Totalitarianism: de ideale mens voor de totalitaire staat kan het onderscheid niet meer maken tussen pseudowetenschappelijke fictie en de werkelijkheid. Het totalitarisme is een politiek systeem waarbij de hele maatschappij ondergeschikt wordt gemaakt aan één verhaal, waarbij er een toename is van censuur en zelfcensuur en waarbij de overheid steeds meer greep heeft op het privéleven van het individu. Dat zag je in het begin van de coronacrisis: de overheid kreeg plots een enorme greep op het leven. Maar belangrijker is dat je het eigenlijk ook al daarvoor zag. De coronacrisis was maar één grote stap in een proces dat al langer bezig was.’

 

LEES DE VOLGENDE VIJF PAGINA’S IN PSYCHOLOGIES, NU IN DE WINKEL …